vrijdag 9 september 2011

Nog 37 dagen: Op zicht

Schema: Rustdag
Invulling: Teamtennis 0-5 3-2 2-4 0-5 in 4 x 0:30
Muziek: Dena De Rose – I Can See Clearly Now

Mijn visie op de wereld is vaag. Door mijn ogen gezien tenminste. Over de kwaliteiten van mijn visionaire gedachten gaan we het nu even niet hebben.

Was het de overdaad aan nachtenlang doorlezen onder de dekens met een steeds zwakker gloeiende zaklamp, met m’n neus vlak op de bladzijden? Een krom gen met een bijziend allel? Stijlvol passende vroegtijdige veroudering? Toen ik in het nieuwe schooljaar niet verder vooraan dan de eerste rij kon gaan zitten, en dat wel nodig bleek om nog op het bord te kunnen lezen, werd de afnemende scherpte van mijn omgeving problematisch.

De opticiens waar ik boven woonde hebben hun gehele assortiment aan harde en zachte lenzen in mijn oogkassen geschoven, maar het bleef altijd pijnlijk en ontstak vroeg of laat in een waas van groene klodders. Dus in de tijd dat laseren nog de associatie had van vastgebonden worden voor een kanon ter verdelging van extraterrestriale vehikels, en dus nog echt in de categorie rocket science viel, was een bril de enige overblijvende optie.

De terugblik op besnorde en bebrilde foto’s met pluishaar en aangeklede ernst stemt niet blij te moede. Maar met de tijd verdwijnen plukken beharing, smaak gestuurd of autonoom. De bril bleef nog, elke paar jaar iets minder imponerend wordend.

Toen ik een paar jaar terug de hardloopschoenen weer onderbond, liep ik vaak bij nacht en buiigheid op straat. En met de straat komt het straatmeubilair; paaltjes, drempels, grondverlichting (maar niet altijd werkend). Met een natte of beslagen bril kom je daar vrij laat achter. Je kan zo ongewild nog een lelijke beschadiging aan gemeentelijke eigendommen toebrengen, waarvoor bij deze mijn excuses.
Na nog wat rondjes in de regen wist ik dat het tijd werd om contactlenzen een nieuwe kans te geven. Maar geen gelazer aan m’n ogen. Nieuwe materialen en schoonmaakmiddelen, en frequent vernieuwen houden het nu draaglijk.

Niet optimaal, helaas. Ik blijf vaag in mijn impressies. Als er iemand naar me toetert kijk ik niet op, want ik zou de bestuurder toch niet herkennen. Een compliment voor mijn gespierde benen, of een honende uiting over mijn dwaas gedraaf? Ik weet het niet. Ik zie het niet. Ben ik betoeterd? Ik ga uit van het positieve. Dank u wel, dus.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten