zaterdag 10 november 2018

De Brabantse Wal Trail 2018 – Alarmerend

Een eersteling voor de organisatoren: De Brabantse Wal Trail. Niet teveel deelnemers, wel veel kilometers. Over, vanaf en weer op de steilrand die tientallen meters boven de Zeeuwse klei het Brabantse land afzoomt. Voor de stoere en atletische types is er een 75 en een 100 km. Voor mij is er de 50. Ik wil namelijk echt niet, zoals op de 100, zaterdagochtend om half vijf starten; het moet wel leuk blijven.

Mijn eersteling boven de marathon. Volgens de boekjes valt deze afstand dan in de categorie ultra. Dat is een combinatie van hors catégorie, off-road en buiten adem. Hier kijken we niet op een mud meer of minder modder. We gaan maar gewoon. Door geselbossen, over hongerige zandvlaktes. Geen hoop, geen rede, alleen het ene been voor het andere, zo’n 65.000 keer.

Dat het niet zo nauw komt, moge ook blijken uit de vooraf ingemeten afstand van 52,5 kilometer. Een optimist zou zeggen dat hij 5% gratis afstand op z’n inschrijving heeft gekregen. Ik zeg niks. Ik tuur naar de uitgedraaide route alsof het moderne kunst is.


Hoe zijn de condities? De mijne is redelijk. Heel veel getraind, maar het had meer gemogen, van het schema. Ook veel calorieën weer bijgegeten in de afgelopen tijd, dus ik zeul gelijk een dromedaris kilo’s water, gelverpakkingen en vetreserve mee. De weersconditie is vochtig. Weken heeft de natuur gewacht op dit moment om de omgeving te besproeien. Waar ik loop transformeren kurkdroge hellingen in hielenlikkende slibtongen.


Het parcours is uitgezet door een dolgedraaide klimgeit met jeuk aan d’r linker achterpoot. Hoekjes om, draaiend en tollend, zolang elke landschappelijke verhoging maar van alle kanten kan worden meegenomen. Zandverstuivingen. Een compleet militair oefenterrein. Vennenlandschap. Heel erg mooi, voor een kuierende passant die na een half uur frisse neus neerzijgt op een bierbankje. Na twee uur ben ik pas op een derde en mijn benen beginnen al te verkrampen. Oef.


Maar ik denk aan Maarten van der Weijden en zijn zwemvolharding. Ik denk aan de Barkley Marathons. Ik denk aan de lopers die wel om half vijf gestart zijn. Ik denk dat ik me goed voel omdat ik weet, als je gelooft dat wat je denkt is hoe je je voelt, dat ik me dan beter voel. Aan hoe ver al, in plaats van hoeveel nog. Dan denk ik niets meer, dan dat er nog wel heel veel stukjes en beetjes te gaan zijn. Omhoog, opzij, omlaag, rechtdoor. Volg de lintjes, ontwijk de wortels. Elk bochtje is een nieuwe mijlpaal.


Bij de tweede verversingspost op 28 kilometer geeft mijn verstand de pijp aan Maarten. Ik zou nog tot 42 kilometer kunnen, het terrein lijkt vlakker te worden, maar tot 52 zie ik het niet zitten zonder overmatige belasting van gestel en gezin. Ik bel mijn privé noodlijn (mijn startnummer was al omineus) en ik laat me wegtakelen naar een groot warm bad. Ongeschonden maar terneergeslagen.

De uitslag: Did Not Finish. De eerste keer voor mij. Volgende uitdaging: niet alleen oefenen op de lange afstand, maar ook op steile hellingen.

zaterdag 20 oktober 2018

Grote school

Nou ja, ik kan natuurlijk melden dat het proces van de kinderopvang nu overgaat in het proces van het primair onderwijs, maar mag ik me even laten gaan in een kramp van weemoed?

Afsluiting van de eerste vierjarige fase, begin van acht jaar basisschool. De handvol rimpels werd een pronte eigenwijsneus. Elke dag onmerkbaar groeiend, ook in woordenschat, handigheid en humor. Net de oudste peuter van de groep, kletsend en sturend. Nu weer onderaan de ladder beginnen als jongste kleuter. Weggepromoveerd.

Dol op stippels; lieveheersbeestjesoutfits, knutselpaddestoelen, pointillistische expressies. Hoe gaat het op de grote school? Op de lijntjes schrijven, binnen de lijntjes kleuren. Orde en structuur. Stil zijn.


Mijn eerste bestendige herinnering is van die dag dat ik zelf naar school ging. Ook vier jaar. Ik zie het nog voor me, als een verwassen polaroid. Het beeld is niet van de juf, de klas of de speelhoek met kassa en plastic muntjes – dat beklijfde pas later. Ik sta voor de opening van de buitendeur, in een kindergroep die in slow-motion naar binnen dringt, ik kijk naar het metalen rooster waar ik op sta. Het is alsof ik een ravijn oversteek op een doorzichtige brug. Bang om te staan en te vallen, bang om te gaan naar het onbekende daarbinnen. Klik. Flits.

Achteraf valt alles mee. Ja, ja, het gaat sneller dan je denkt. Die school, de studie, je eerste werk, je eerste leven. Oh, alleen de gelukzaligen van geest krijgen een wederkomst, maar dan meestal zonder voorkennis. Kan je weer je eigen wiel uitvinden. Het vertragende effect van de nieuwe ervaring maakt dat je het echt beleeft. De spanning geeft het waarde.

Ik voel het ook weer. Het gaat goed komen, maar dat weet ze nog niet. Half trots, half nerveus, staat ze daar. Zet ‘m op, neem je plek en sta open voor wat op je afkomt. Let niet op de dieptes. Laat je gaan, laat je meenemen en groei naar je volgende zelf.


zondag 16 september 2018

Bikse Natuurmarathon 2018 – Binnenlands bikkelen

Het start op de Vrijthof, maar het is geen Maastricht. Het is een marathon, maar geen wedstrijd. Niet voor de tijd, niet op de afstand, niet tegen de anderen. Het is wel een heftige oefening over zandwegen en bospaden. De Zeeuwse Kustmarathon mag dan het zwaarste parcours van Nederland heten, maar wie ten zuiden van Tilburg verzeild raakt en niet onnozelend uitstapt tussen de wilde beesten, kan hier ook een pittig kluifje vinden. Een wedstrijd met internationale aantrekkingskracht.

De Indiase zomer zweeft over het landschap van Hilvarenbeek. Een dorpje in het groen, met jaarlijks een grootse kleine wedstrijd. Het bos in, twee blokjes om van 21 kilometer elk, en weer terug naar de markt. Dat klinkt toch behapbaar?


Vorig jaar bereikten 35 marathonners de finish. Een derde van hen afkomstig uit het buitenland. Hier starten de dapperen, hier eindigen de helden. Is er plaats in dit gezelschap voor een bollige blogger? In ieder geval wel aan de startlijn. Daarna is het ieder voor zich.


Na het startschot bij het harmoniepodium vertrekt een flinke kluit renners richting groene zoden. Het zonnetje schijnt schoon, een zomers deja-vu. Weidse velden, heerlijke boerderijen en bossen verscholen tussen de bomen. Na de eerste helft blijft er nog een kluitje over, dat op 31 kilometer nog verder wegsmelt. Mijn tempo ligt te hoog in aanvang; dat zwakt natuurlijk vanzelf af.


De man met de hamer dient zich pas aan bij kilometerpaal 37. Ik loop een stukje keuvelend met hem op, maar ik wil toch verder rennen. Behendig duw ik de oude zemelaar achterwaarts de bramenstruiken in. De energie komt terug en het tempo zwelt weer aan. Mooi onder de vier uur ben ik terug bij de kerk.


In Berlijn sneuvelt het marathonwereldrecord. In Hilvarenbeek ligt het tempo vandaag lager, maar voor een trainingsloopje voelt het bijna net zo goed.

zondag 2 september 2018

Tilburg Ten Miles 2018 – Verjaardagsvisite

Wat zoekt een mens in Tilburg; the middle of nowhere, maar dan ook weer net niet precies genoeg in het midden om daarmee bijzonder te zijn? Textielhistorie, kermishysterie en hardloopmysterie; dan ben je er wel in Tilburg. Dit mens komt er niet voor een wollig katoentje of roze suikerspin; wel voor zijn favo mid-Brabo afstand: de Ten Tilbury Miles.

Alleen is de wedstrijd vandaag niet het belangrijkste. Ik schuif op naar de lange baan. Bij het trainen voor ultra gaat het om kilometers vreten en dan moeten we lichaam en geest niet te zeer vermoeien met een snelheidsexplosie. Afgelopen acht dagen mocht ik in totaal 100 kilometers afleggen als opwarming en de spiertjes gloeien nog.


Aangezien er toch 16 kilometer voor vandaag op de planning staat, kan ik deze vreugdevolle omloop mooi combineren met een lokale verjaardagsvisite. Niet teveel slagroom graag, ach wat zou het ook. Geen biertje erbij dan, ik moet nog lopen.

De deelname uit de familie neemt toe. Ooit begon ik deze wedstrijd vanwege zuslief, tot in verre omstreken bekend om haar Exceptionele Loopvermogen. Inmiddels haakt ook neeflief aan, gelukkig nog op een andere afstand om zijn strompelende oompje niet te zeer te blameren. Vanaf het tuinterras vertrekken we gemoedelijk naar de wedstrijdvakken.

En alles valt dus mee Het zonnetje schijnt, de route is weer verbeterd en de omstanders zijn enthousiast als altijd tevoren. Ik zet mijn beste beentje voor, maar overdrijf het niet. Stug volhouden, eindigen met een prutspurt en het is al gedaan. Mijn negende tienmijler in Tilburg blijkt mijn derde beste tijd alhier, zonder verkramping of bijnadoodervaring en met reserve voor een volgende trainingsweek. Dat is wel heel relaxt. Terug naar het tuinterras voor deel twee van de verjaardag, nu met biertje.

zondag 12 augustus 2018

Oogje op Londen


Een weekje in Londen is geconfronteerd worden met een era van vergankelijkheid. Grootse paleizen en opgepoetste monumenten weerspiegelen de hang naar vroeger, toen waarschijnlijk alles nog beter was. Standsverschillen, smog en een gepachte wereldbol. De nieuwe kantoorkolossen doen het contrast des te scherper uitkomen. Kijk, we hebben dan geen wereldzeeën meer, maar we zijn wel hemelbestormend. De kloof tussen herinnering en moderne tijd.

Mind the gap. Op het spoor is het nooit stil. We mogen geen bagage onbeheerd laten, de vervoerder excuseert zich deemoedig voor vertraging op de lijn, maar meest en vooral klinkt de oproep om op acht te slaan op het gat tussen perron en vervoermiddel. De boodschap is mij duidelijk: het leven hier kent vele valkuilen en geen grotere lichtzinnigheid dan de aanname van een wrijvingsloos bestaan.

De kloof is een aangename jeuk van verschil, de prikkeling waar twee verschillende metalen elkaar raken. Het vormt je. Het houdt je alert en mag niet wennen. De gelijkheid, vrijheid en broederschap die door de Fransen wordt gepredikt, is aan gene zijde van de waterscheiding gehouden. Het onoverbrugbare wordt beleden in de apartheid van munt, verkeer, voedsel en natuurlijk de zelfkwelling die Brexit heet. Wat heb je aan een stiff upperlip als er onvoldoende tegenslag is om deze te harden?

Je kan de oorzaken wegnemen, maar dat is vals. Een beter ontwerp van metro’s en perrons zou een massa omroepers hun baan kosten. Een eigen munt zorgt voor identiteit zonder Brusselse dictaat, waardoor devaluatie geheel in eigen hand gehouden kan worden. Links rijden is logisch, want je passeert elkaar op roltrappen toch ook aan de linkerzijde?

Stoïcijns en volhardend. Kijk ons eens overleven. Nog steeds King of the world. No regrets. Volgens vrienden die al jaren in Londen wonen, hebben Engelsen 100 manieren om sorry te zeggen, maar geen daarvan betekent dat ze ergens spijt van hebben. Meer vormt het de wellustige aankondiging van een onprettige confrontatie. I'm sooo sorry, but...

Londen is natuurlijk een prachtige megalopool; ondergronds, schuifelend in de rijen, hardlopend langs de Thames, bovenin London Eye. De eigenheid is de reden om er naartoe te gaan. En daarna weer naar home, sweet home.


vrijdag 27 juli 2018

Heet

- Dus je wou meedoen aan een hardloopwedstrijd, in november.

- Ja, eigenlijk geen echte wedstrijd, meer een duurloop, met veel klimmetjes en modder.

- En dus ga je nu trainen.

- Ja, ziet u, ik heb een schema, en dan moet ik om de dag iets doen.

- Aha, en hoeveel is dat?

- Vandaag 29 kilometer. Wel op rustig tempo, hoor.

- Oh. Vind je dat niet een beetje warm? Heetste zomer in veertig jaar tijd, code oranje, bloedheet buiten? Global warming, local heating en zo?

- Ja, maar het moet, van m'n schema, dus. Het is eigenlijk 18 mijl, dat klinkt toch te doen, dokter?

- Zeg maar Doctor F.



Hij zwijgt en wrijft over zijn strak getrimde witte baardje. Door zijn ronde brilletje kijken half geloken ogen mij aan. Het tikken van de koekoeksklok klinkt steeds harder, maar het hele uur wil niet slaan. 

Mijn blik dwaalt af naar de vensterbank, waar een rijtje pijpen verwijst naar de tijd dat een medicus nog kon roken in nabijheid van de cliënt, destijds patiënt. 

Hij grijpt de vulpen die in de koker op het bureau staat en beweegt in woeste halen. De olifantbenen schacht, de door inkt paars gepolitoerde dop.

- Laten we wat dieper ingaan op je drijfveren. Vertel eens over je jeugd. Wat beweegt je? De lokroep van de heuvels? Het gutsende zweet op het bewegingsapparaat? De orgiastische kreten van de toeschouwers bij een wedstrijd? De zelfpijniging van verplaatsing, de pompende pezen, de onlesbare lust? Nou? Nou??

- Eh nee, ik zoek alleen telkens een nieuwe uitdaging. Sneller, of verder, of moeilijker.

- Nooit tevreden, hè. Altijd een excuusje. En maar klagen in valse nederigheid. Wat vind je daar zelf van, dromer, slomo!? Tunnelvisie heb je. Waarom ben je eigenlijk hier?

- Ik belde alleen aan voor wat water, verder niks.

- Haal je stoffige schoentjes van m'n LC4, jongmens. Dit is een tempel voor inspectie en reflectie, niet voor losgebibberde viezigheid. Doe ze uit. Geef. Ik dacht het al, precies mijn maat. Ik ben weg hier. Tot in de pruimentijd, modderfokker!

zaterdag 7 juli 2018

Oosterhoutse Trail 2018 – Van 't padje


De wedstrijd van vandaag is geen race tegen de klok, maar tegen warmte, stofzand en luie klimspieren. Ik moet me gaan voorbereiden op de gezellige 50 kilometer trailrun in november waar ik me in een onbewaakt ogenblik voor heb ingeschreven. Overschakelen van geschoren asfalt naar wolharig heuvellandschap vraagt meer dan af en toe een hoekje tegelpad afsnijden. Wennen aan ruw terrein en aan de megalomane afstand. Dit is de testrun.

Nou is de 23 kilometer waar ik nu voor sta niet het probleem; twee weken geleden ging de halve marathon er nog doorheen als een tentharing door mals gras. Het ontbreken van asfalt mag ook niet teveel afleiden. Het is hier Brabant, geen Zwitserland of Schotland. Ik heb niet de illusie dat ik kilometers Eigerhoogte of schuimende ijsrivieren moet bedwingen.

Wel een dingetje: de temperatuur van nu en de afgelopen maand. Dat malse gras is geel gebobbeld beton geworden. De bospaden zijn uitgedroogd, verzand en verworden tot inlandse duinen. En laat dat nou hier het uitverkoren tracé zijn. Van hardlopen op het strand weet ik dat mul zand killing is. Het zuigt, het zeurt en het slokt je op totdat je okseldiep in stuifzand aan het zwemmen bent. Ervaringspuntje: hier ook.


Om drie uur worden we weggeknald. De route is afgebakend met gele linten en pijlen, maar dat is voor een amateur stofhapper als ik geen beletsel om in het zigzaggende bosparcours een afslag verkeerd te interpreteren, met anderhalve kilometer extra loopgenoegen. Organisator ATV Scorpio heeft drie verversingsposten lang de route opgesteld die volgeladen zijn met water, cola, fruit en winegums. Het lijkt wel een kinderfeestje, mooi passend bij alle sportieve activiteiten voor de jeugd op het atletiekterrein.

Zand is inderdaad alom aanwezig. Ik kan het van nabij inspecteren als een boomwortel plotseling het pad oversteekt. Mijn elegante renvlucht landt in een dreunende neerslag. Het neerkomen gaat harder dan het rennen. Toch vinden de voeten in het algemeen een balans. Spieren worden aangesproken die zich tot nu toe aan de conditietraining konden onttrekken.


Na geruime tijd is de sintelbaan weer in zicht. Nog 400 meter op tempo en dan is het gedaan. Het valt best mee, de afstand, de temperatuur, de heuveltjes en de mulheid. Alleen de bilspieren worden in de uren na de wedstrijd steeds strammer, totdat ik rondhink alsof ik de initiatierite van een ruige motorclub heb bijgewoond. Soit. Ik kijk uit naar de volgende trail.

zondag 24 juni 2018

Halve marathon Roosendaal 2018 – Familiespektakel

Van de kant over de rand. Mijn jaarlijkse thuiswedstrijd telt altijd extra supporters op de stoep – een feestelijke en warme aanmoediging. Dit jaar wisselen we de rollen; voor het eerst mengt de hele familie zich in de mix van afstanden die vandaag uitloopt door de straten. Eerst is het tijd voor de drie jaren en turven tellende jongste. Kakeltrots op haar rode sportschoentjes, om zich heen kijkend en af en toe uitbundig hijgend stilstaan om de volgende lantaarnpaal te vieren, overbrugt ze met moeder de haas de volle 800 meter. Een PR, durf ik te stellen.

Dan is de middelste aan de beurt, die klassikaal dezelfde afstand doet en ondanks een valpartij in het gedrang in de snelste helft zit. De oudste mag zich in de dubbele afstand vastbijten en eindigt haar mijl in de top-25. De beloning voor deze prestaties is een medaille voor de prijzenkast en een ijsje met strooisel.

Aan het einde van de middag, als iedereen is bijgekomen, kan ik me aan de halve gaan wagen. Ik verwacht geen unieke prestatie, maar ik zoek eigenlijk wel een 2e of 3e tijd. En ik wil me aan het hartslagschema houden waarmee ik dit jaar, twee weken voor Rotterdam, een knal-PR op de HM heb neergezet.

Tijd voor de smoezenparade, dus. Het een druk programma geweest de afgelopen dagen, zowel fysiek als qua hoofd. Naar de Efteling, fulltime oriënteren voor een nieuwe klus, naar het langverbeide concert van Rogers Waters… never a dull moment. De 21 graden is ook niet optimaal. Nog meer? Vast wel.

Het lopen is heerlijk. Wat een enthousiaste klappers langs de kant, ook al kom ik in m'n eentje langsgesjokt. Mijn conditie is prima, maar mijn tempo blijft te laag op de aangewezen hartslag. Verfrommeld maar niet gebroken passeer ik de finish. Op mijn 4e HM-tijd.


Het is eens tijd om het stokje te overhandigen aan de volgende generatie. Na het debutantenbal vandaag, is 't uitzicht op meer medailles en ijsjes natuurlijk onweerstaanbaar. Het kan alleen maar beter gaan.

Na tien jaar hardlopen verwacht ik zelf geen snelheidsrecords meer te verpulveren. Ik kijk liever eens richting trailrunning; buiten de verharde paden, geen tijdmeting, alleen af en toe een heuveltje, modderpoeltje en zandpaadje. Lekker om me heen kijken. In november staat mijn eerste wedstrijd gepland, dan wel eentje van 50 kilometer. Er moet iets overblijven tussen droom en daad.

woensdag 2 mei 2018

Lopen op de vulkaan

Vakantieweek op Sicilië. Hoe prachtig het landschap, hoe verrukkelijk het eten, hoe uitdagend om eventjes een stukje te gaan rennen zonder het gevoel dat dit je laatste meters zijn.


Elke deelname aan het verkeer begint al met het slaan van een weesgegroetje en het nog even doornemen van de polisvoorwaarden met de aanstaande erven. Autorijden vraagt om stalen zenuwen en een positief karma. Een witte doorgetrokken streep midden op de weg, direct voor een blinde bocht? Gewoon inhalen. Het is eigenlijk een stippellijn, maar het subsidiepotje voor verf moest leeg. Een stopbord? Toeteren en gaan. Een zebrapad? Ha, parkeerruimte. Voor twee. Hardlopen op straat is al helemaal een exhibitionistische doodswens. Ik kijk uit naar een stuk off-road. Dat lijkt me relaxter.

De omgeving is prachtig en sereen, daar waar er geen Sicilianen gepasseerd zijn. Anders ligt de berm bezoedeld met plastic tasjes, vrijelijk gestorte welvaartsresten en vormeloze hopen onwelriekendheid. Hoe contrasterend met de alom aanwezige liefde voor lekker eten. De maaltijden zijn onontkoombaar verrukkelijk. In de mindere tenten is het geweldig. In de betere gelegenheden bind ik me vast aan mijn stoel om niet meer weg te hoeven.


We nestelen ons vandaag in het bouwkundige equivalent van een plumpudding op de flank van de Etna. Dit geeft gelegenheid voor wat hoogtemeters in de vrije natuur. Als de zon op is, jog ik naar het aardige heuveltje in de buurt. Om de heuvel staat een hek; deze natuur is gevangengezet. Het blijkt hier te gaan om Monti Rossi, een eeuwigsaai randje van de grote vulkaan dat drieënhalve eeuw geleden z’n marginale carrièrepad omgooide en het schopte tot directe verbinding met Midden-Aarde. Toen dat was uitgerispt, resteerde een krater die inmiddels tot recreatiepark is getransformeerd, met bijbehorende entree en daarvan bekostigd hekwerk. De openingstijd is nog niet nabij, dus ik dribbel verder als een hongerige hyena langs de rand van het wildpark. Wanneer ik na een tijdje een gat zie in het hek, ben ik binnen. Het gaat omhoog.

De 45°-helling komt na heel veel meters uit op een gewoon steil pad, waarover ik rond de krater en naar de paar hoogste toppen klim. De voltallige spiergroep van mijn benen heeft inmiddels formeel protest aangetekend wegens mishandeling en schandelijke verwaarlozing. Dat zie ik morgen wel weer. Eerst maar zien hoe ik straks beneden kom zonder eenzelfde afstand op mijn billen schuivend over lavapuin te hoeven afleggen.


Zowaar. Een dwarspad gaat zacht dalend langs de flank. Etna Parkrun, staat op de bordjes erlangs. Wow, hemels. Ik volg de pijlen richting bewoonde wereld. Ze voeren me in een wijde spiraal terug naar het asfalt van de geopende uitgang. Het voelt als dansen.

zaterdag 21 april 2018

Houvast

Het zal niet de tijd zijn die vliegt, maar ikzelf. Zelfs tot rust vermaand klopt de avond al op de deur wanneer ik die net des ochtends heb gesloten. Het is niet belangrijk waar de tijd blijft; wel hoe het vermogen gekoesterd kan worden om de mooie herinneringen te behouden.

Al als kind besefte ik dat gedachten en gebeurtenissen te snel vervagen. Ik begon daarom elke week een willekeurig moment vast te houden als in een geheugengalerei. In bed liep ik ‘s avonds de mentale foto’s langs om deze herinneringen te fixeren. Andere middelen had ik niet; het zou nog jaren duren voordat ik het ritsratsklikcameraatje met 12 opnames per cassette en het kostbare vierkante flitsblokje zou krijgen. Opschrijven leek me ontoereikend, banaal en niet veilig voor spottende blikken. Als enige restant van dit vroege experiment blijft de nog altijd levendige nachtmerrie die me als vierjarige zo benauwde dat ik wist dat het een echte voorspelling moest zijn, die ik nimmer mocht vergeten. De andere momenten zijn verbleekt en verdampt, de galerie is verdwenen.

Er zijn de foto’s uit het familiealbum. De herinneringen aan die vastgelegde gelegenheden zijn even oranje van zweem en statisch als de afbeeldingen zelf. Het zijn de herhaalde weergaven die de plaatjes een plaats in de werkelijkheid schijnen te geven.

En er zijn de momenten die waarbij uit de versluimerde diepte van mijn hersenen een filmpje gaat spelen, het laken van een belevenis wordt getrokken, wanneer ik met de kleine de dingen doe die ik als eigen kleine ooit heb gedaan. Voor even schittert het moment van toen, zo diep opgeborgen maar niet meer ontoegankelijk.

Het voorlezen voor het slapen gaan. Afdrogen na het badje. Op de vloer spelend met blokjes en stemmetjes. Sokken aantrekken en even een tikje op de voetzool geven. Wankelend op de fiets, als de zijwieltjes geen grond meer raken. De talloze routines om te moeten slapen nog even uit te kunnen stellen, met doorvragen, dwarswegen en verzoeknummers. Al deze stukjes voeg ik weer in de randloze puzzel die vroeger heet. Het bijgelegde deel verscherpt de uitgespaarde ruimte eromheen.


Nu wolkt de lentebloesem door de buurt. Zo kort en zo mooi. We fietsen vandaag door de zon omdat er tijd is en er altijd iets gedaan kan worden. De paardenbloemen staan fris geel in het gras, de eerste pluizenbollen zijn al aanwezig. Dat moet geplukt worden en ertegenaan geblazen tot duizenden kleine parapluutjes hun voortbestaan elders kunnen laten landen.

Ze lacht en wil ze allemaal tot duizelens toe wegblazen. Er is te veel. Ze plukt ze bij bosjes en wurmt ze in haar broekzak. Voor thuis, voor later. Om ooit tegen te blazen en te weten hoe het voelde.

zondag 8 april 2018

Marathon Rotterdam 2018 – Warm onthaal

Rotterdam houdt van grootst aanpakken en de organisatie van vandaag is duidelijk handenwrijvend aan de slag gegaan. Nooit eerder zag ik zoveel verversingsposten, vrijwilligers, dranghekken en signaleringsborden samengaan met zoveel lopers en toeschouwers. Bijna 15.000 marathonners, honderdduizenden toeschouwers. En niet zomaar hekjesleuners; dikke rijen applaudisserend, ratelend en roepend dat je er op vleugels van gaat lopen. Een wedstrijd waar wereldrecords worden gevestigd, als het wat koeler is.


Er komen kost me meer tijd dan er rondlopen. Met de vroegste trein van huis. Door werkzaamheden moet ik onverwacht twee keer overstappen, rennend over stationstrappen om in een minuut de volgende trein te vinden. De uitgevallen routes op dit spitsmoment laten de nog rijdende wagons zo uitpuilen met groepjes sportivo's en verbijsterde buitenlui, dat een deel van de treinwilligen op het perron moet achterblijven. Als haringen naast elkaar gestouwd boemel ik met de gelukkigen naar de Maasstad.

Wandelend arriveer ik na een paar kilometer stipt op tijd in startvak 2. Dat voelt al goed. De inwoners van het eerste startvak zijn echt decennia jonger en fitter, daar hoef ik niet tussen. Het extra rugnummer completeert het gevoel dat ik een kleine wereldprestatie mag neerzetten.


In het vak sta ik net zo vooraan als bij de meer landelijke halve marathon van twee weken geleden. Alleen staan er nu 12.000 lopers achter me, in plaats van 12. En voor me zie ik niet de Oostvaartse binnendijk oprijzen, maar een hemelpriemende Erasmusbrug en Lee Touwers die een daverend "You'll never walk alone" inzet. Hij heeft allemachtig gelijk.


Voor het behalen van mijn ultieme doel, rondje 3½ uur, sta ik toevallig net naast de benodigde pacer van 3:30. Hij heeft er nogal de sokken in. Lang kan ik hem voor blijven, maar terugkomend op de Erasmusbrug haalt hij me toch in en na 25 kilometer moet ik hem laten gaan. Ja, ik heb hem ontslagen. De 3:40 pacer van dienst haalt me in na 35 km; mijn houvast voor het behalen van een PR. Hij verdwijnt vrolijk hupsend uit mijn blikveld. Ik krijg het niet dichtgelopen. Ik neem veel tijd bij de verversingsposten om te drinken en bij te komen.


Tot paal 41. Daar is tie weer! Fijne gozer, die pleurislijer, ja tog? Eh, zou het publiek zeggen. Door mijn dosering kan ik nu de sufgetrainde "versnelling op souplesse" inzetten. Ondanks verkrampingen in beide bovenbenen aan alles wat op spier lijkt, strompel ik harder, en harder. Gierend draai ik van Blaak de Coolsingel op. Nog 500 meter tot de finish. Ik heb ‘m! Nu gas blijven geven. Het publiek wordt wild, de speaker scandeert m’n naam, in Kenia staan ze op de banken. Nou ja, ik heb mijn PR binnen.


Dan bijvoederen, naar huis en het warme weer nuttig gebruiken voor de eerste barbecue van het jaar. Hoe verrukkelijk het uur waarop het laaiend zonnevuur verstild ter kimme wordt gedreven! De hele wedstrijd heb ik gelopen met een grijns op m’n gezicht. Wat loopt dat licht, wat een mooie wedstrijd. Misschien ga ik ‘m nog een keer doen, maar graag als het tien graden koeler is.

woensdag 4 april 2018

Weer voorspellingen

Mijn excuses voor het weer van aankomende zondag. De nog recent verwachte 21 graden heb ik hoogstpersoonlijk vijf graden teruggemantraat. Geloof, inzet en volharding. Als je een marathon denkt te kunnen lopen, dan is het mentaal ontregelen van het weersysteem een bijkomstigheid.

De drie maanden trainen in kou en kouder bereidt mijn lichaam en geest voor op een polaire uitbarsting, niet op een subtropische verrassing. De vooruitblik voor 8 april lag tien dagen terug op een magere tien graden; mijn ideaal voor een wedstrijd. Ik trainde in korte broek om het gestel te stalen. De venijnige wind blies m’n kuiten in ieder geval staalblauw. Maar afgelopen Paasweekeinde knalde het kwik in de glazen bol tot boven de twintig. De voorspellingen van de weermannetjes zijn nog inconsequenter dan het weer zelf.


Weer een andere profetie. Toon mij uw laatste wedstrijdtijd op een willekeurige afstand en ik zal u zeggen hoe snel u de 42,2 kilometers aflegt. De formule die ik hiervoor altijd gebruik, geeft op basis van mijn oliebollenrun van 1 januari een formidabele eindtijd van 3:30. Dus kom maar hier met de bubbels, gefrituurde deegwaren en gammele nachtrust; kennelijk zijn dat dé ingrediënten voor mijn ambitieuze target. Niks ijsbaden en ademhalingsoefeningen; ik zal eens een meedogenloze bestseller publiceren hoe elke snackbartoerist de Kenianen naar de kroon kan steken. En alzo begon ik te trainen.

Na het kwartaal is het tijd voor de finetuning. Ik neem mijn meest recente wedstrijd en kijk bij de eerste 10 sites die een marathontijd voorspellen op basis van een HM. Als één klok de waarheid toont, zaaien tien klokken volledige verwarring. Er liggen maar liefst 25 minuten tussen de snelste en de langzaamste planning. Zo kan ik het ook, stelletje amateuristische professionals, volgende keer vraag ik het wel aan Jomanda.


Over een paar dagen mag ik zelf aan de bak. Dan lossen alle voorspellingen op in een enkel tijdfeit. So long & yippee ki-yay!


vrijdag 30 maart 2018

Een kwart meer parkeerplaatsen mogelijk met Indiqr

PERSBERICHT

MILJOENENBESPARING MOGELIJK OP PARKEERINFRA
Parkeerruimte in de steden is te duur. Automobilisten zijn veel tijd kwijt en ergernis rijk op zoek naar een passend plekje. Daarna betalen ze een flink tarief terwijl ze naar hun bestemming lopen. De bewoners hebben daarbij te lijden door het lawaai en de vervuiling van de rondrijdende auto’s. De stad zelf geniet wel de parkeeropbrengsten, maar na aftrek van onderhoud en controles is dit veel minder profijtelijk dan commerciële bebouwing. Dit moet anders.

De oplossing is hier. Dankzij een innovatieve ontwikkeling kunnen grote steden binnenkort een kwart meer auto’s kwijt op het bestaande areaal. Met een relatief lage investering kunnen berijders, bewoners en stadsbestuur profiteren van een significante toename van de parkeercapaciteit. We introduceren: Indiqr.
  
Het Indiqr-concept berust op de simpele constatering dat bestuurders (te) veel ruimte reserveren voor instappen en uitparkeren. In Nederland ligt de schroom om strak tegen de lak te parkeren nog veel hoger dan in de zuidelijke metropolen. Hiermee valt al 10% parkeerruimte te winnen. Als er geen ruimte nodig zou zijn om de portieren open te zwenken, dan bespaart dat nog eens 15%, zo wijst onderzoek uit. Dit kan leiden tot een reductie van vier procent in de CO2-doelstellingen.

Indiqr bestaat uit twee componenten: de App en de Tiller. De App (gratis te downloaden) wijst locaties aan bij je bestemming waar auto’s verhoudingsgewijs ruim geparkeerd staan. Eenmaal ter plaatse, schuif je met de Tiller motorvoertuigen netjes tegen elkaar aan, met minimale tussenruimte. De huidige Tiller past goed in de kofferbak; per tweede kwartaal komt een draagbare versie beschikbaar waarmee ook snel extra parkeerruimte gecreëerd kan worden voor motoren of fietsen.


De gebruiker kan in de App ook makkelijk zien waar zijn of haar auto geparkeerd staat, of waarheen door de inzet van andere Indiqr-gebruikers het voertuig inmiddels doorgeschoven is.

Vanaf morgen vinden de eerste proeven plaats in de Randstad. ¼ Meer parkeerplaatsen zal Parkeerbeheer, omwonenden en gebruikers met vreugde vervullen.

EINDE PERSBERICHT
-----------------------------------------
Noot voor de redactie
U kunt zich opgeven als proefgebruiker via een reactie in onderstaande ruimte.

zondag 25 maart 2018

Polderloop 2018 – Proefexamen

Elke eerste vier maanden van het jaar organiseren oud-voetballers van Hazerswoudse Boys hardloopwedstrijden over afstanden tussen anderhalve kilometer en halve marathon. Voor elk wat wils, van basisscholier tot veteraan. Mijn wil ligt vandaag bij de HM.

Om hier te komen heeft de auto meer bochten dan kilometers gemaakt. Over dijkjes, langs vaarten; een verstopt stuk groen midden in de Randstad. Boerenkarren, veldwachters, hinkelspel en hoepelen. Tussen karekiet en veldplevier hoor ik Frits van Turenhout de toto-uitslagen voordragen.

Deze Polderloop tussen Hazerswoude-Dorp en de N11 trekt in totaal een paar honderd liefhebbers om de graspollen van het oefenveld c.q. weidelandschap op te schudden. De import van mijn vandaagse aanwezigheid wordt gedreven door de voorbereiding op Rotterdam. Als onderdeel van veel marathonschema’s hoort het eigenlijk om een echte wedstrijd te lopen, twee weken voor de grote M. Na al het zenuwslopende gepiel op lage hartslag eindelijk eens volle bak. Misschien helpt dat wel om te voorkomen dat je tijdens de marathon te hard losbreekt en opfakkelt.

Het is even zoeken naar de juiste startpositie achter de kantine. In een gemengd veld van kleuters en bejaarden blijk ik de goede lijn te hebben. Het schot knalt en een deel van de populatie snelt weg. Ik kijk verbaasd naar de starter; ja, ja, gebaart hij, dat was voor de Halve, wegwezen nu.


Het is een natuurschoon loopje. Neerdalende eenden naast me in de sloot, kolossale zwanen op ooghoogte op de dijk. Weiden, kweekplantproductie, wielrenners op ramkoers, er is van alles te zien. Ik verblijf een tijdje achter een polderhaas, totdat ik sneller wil. Samen met medeloper Ferry ga ik veertien kilometer prettig keuvelend rond. De laatste kilometers moet ik alleen en alleen is tegen die tijd ook echt alleen. Voor me zie ik nergens meer lopers, achter me hoor ik ze niet. Ik moet bij de afslagen goed opletten in de hoop dat ik nog de goede kant op ren. Zeldzaam. De finish ligt ook niet waar ik ‘m verwacht, maar tweehonderd uitgespurte meters verder. De tijdwaarneming moet op het eigen horloge.

Dat horloge zegt dat ik m’n PR zojuist met 3 hele minuten heb geslacht. Eindelijk! De vlag mag uit. De eerste indicatie dat al het suffe getrain ergens toe leidt. Nog iets sneller en ik word over twee weken rennend zenmeester in Rotterdam.


maandag 12 maart 2018

Drooomvlucht

En daar was ie weer. Sommigen houden een dagboek op het nachtkastje om hun variëteit aan dromen vast te leggen; mijn nachtgezichten laten zich in drie immer terugkerende categorieën indelen. De Treinstationdroom, de Winterbergdroom en de Hardloopwedstrijddroom. Voor de eerste twee mag Netflix wel een keer een paar bijtend spannende seizoenen opzetten. Het laatste onderdeel is nu relevanter.

Het algemene kader: ik ben op weg naar de wedstrijd. Het is nog even wandelen. Maar hé, waarom zijn er al hardlopers op straat? O, het is al begonnen, ik moet snel naar de start. Haal ik dat nog? Mag ik het stuk rennen naar de startlijn bij m’n afstand tellen? Waar laat ik m’n spullen zo lang? Is het wel de afstand waar ik voor getraind heb, trouwens?

Vanochtend in de vroege dageraad had ik weer een belangrijke wedstrijd. Kletsend met een paar andere deelnemers ga ik richting startvak. Ik loop net op de grote gestoffeerde wenteltrap van de kasteeltoren, als ik me realiseer dat de wedstrijd al van start is. Ik zet er de sokken in. Zou ik nog terug kunnen naar de startlijn, of moet ik maar hopen dat mijn eindtijd toch wel telt? De wenteltrap is gelukkig onderdeel van het parcours en ik blijf rondjes stijgen. O, ik heb m’n loopschoenen nog niet aan - ik loop nog op m’n pantoffels! Wat te doen, doorlopen op die sloffende slippers gaat niet werken, maar kan ik de eindstreep op blote voeten halen? Hier op het tapijt op de trap lukt dat nog wel, maar straks buiten? Mijn mededeelnemers slaan plotseling af om een kamer binnen te gaan. Nee, wij kwamen hier voor de film, niet voor een hardloopwedstrijd. On my own again. Hoe ver nog?


Het voorbereiden op een marathon gaat me nooit in m’n koude kleren zitten. Het spookt door m’n hoofd. In verhouding met de kortere wedstrijdafstanden voel ik geen verbinding tussen de trainingen (relatief kort, laag tempo) en wat ik moet bereiken. Nu heb ik twee derde van de 12 weken training achter de rug, Rotterdam is zowat in zicht. Maar niets in mijn voorbereiding geeft me onderbouwing voor het beoogde resultaat. Ik leg een ondergronds fundament waar ik pas 8 april de top op kan bouwen.

Hardloopheld Michel Butter kent het van haver tot gort. Marathontraining is commitment, zegt hij. Mentaal minstens zo belastend als fysiek. Pas vlak voor de marathon weet je écht wat je juiste tempo zal zijn. Ga niet piekeren over alle trainingen die je hebt gedaan. Je kunt er namelijk niets meer aan veranderen.

Ugh, wijze woorden. In de afgelopen 8 weken heb ik ‘maar’ 450 kilometer gelopen, op een gemiddelde hartslag die 20 slagen per minuut langzamer ligt dan tijdens de wedstrijd en een dikke halve minuut per kilometer langzamer. Ik voel me uitsluitend toegerust voor een stukje kuieren. Op m’n sloffen.

woensdag 28 februari 2018

50 tikken van de pijnbank

ABN AMRO heeft vast veel goed gedaan om na zoveel jaren nog te bestaan. Maar als ik stelselmatig het tegenovergestelde ervaar, dan vind ik daar toch iets van. Ik laat alle cookies toe, blokkeer geen pop-ups en toch blijft de software van De Bank me treiteren door te doen alsof ik nog nooit een transactie heb gedaan en mag ik voor straf twee keer het alfabet intikken. Het moet me even van het hart.

De betaling van een internetaankoop is de laatste schakel van een mooie klantbeleving. Ha, een fijn product. Yo, ze komen morgen al. Ah, nog even afrekenen. Met iDeal, da’s gratis en snel. Klikkerdeklik, hoera! Klaar.


Niet bij ABN AMRO (disclaimer: dit grommende stukje gaat misschien alleen op voor mijn unieke situatie, maar ik weet dan niet of dat een aanbeveling is voor de voorspelbaarheid van de systemen van de bank). In de jaren onder eigenaarschap van de overheid is de aandacht uitgegaan naar solvabiliteit en opgepoetste ramen van het te verkopen monument, niet naar de digitale klantbeleving. Het gaat om de kaspositie, niet om de klanten. Internet rukt op? Ja, we hebben een site. Missie voltooid, baas. Meld maar aan de Raad van Bestuur dat we vanaf nu modern zijn. De klanten zullen aanzwermen als vliegen op een paardenvijg.

Digitaal betekent tegenwoordig niet dat je lekker veel knopjes in mag drukken, het richt zich op een systeem dat slim ontworpen is en voorspelt wat je eigenlijk wilt bereiken. Niet via een oeverloze menustructuur, niet via eindeloze stappenschermpjes, maar door de meest voorkomende activiteiten van je klant te ondersteunen met maximaal gemak. Dat is een ander perspectief. Niet je hele aanbod opduwen, maar snappen wat de bezoeker komt doen. En ja, dat is helaas niet oeverloos meanderen over de site en genieten van de fijne marketingtaal, maar snel een betaling doen en weer wegwezen. Voor de gemiddelde bezoeker zijn bankzaken een utility, geen uitstapje.

Mijn customer journey is een helletocht. Er zijn spamsites, clickbaitvallen en bannerproppers die sneller tot het doel leiden dan de interactie met deze bank. Ik wil alleen maar even afrekenen, maar mijn gegevens zijn niet meer bekend, en handig-handig-je-kan-betalen-met-een-code-oeps-nee-dat kan toch-niet.


Daar gaan we. iDeal en ABN AMRO. Ik zwachtel m’n vingers in en haal diep adem.

Kies uw betaalmethode – identificatiecode of e.dentifier klik
❶❷❸❹❺❻❼❽❾❿
Rekeningnummer tab/klik
❶❷❸❹
Pasnummer tab/klik
Onthoud mijn rekening en pasnummer op dit apparaat. tab/klik
❶❷❸❹❺❻
Uw identificatiecode tab/klik
betalen
???‼
“toch een e.dentifier nodig, waar is dat antieke LMN-ding en waar is m’n pasje?”
e.dentifier-type kiezen
2. Verzend opdr.
❶❷❸❹❺
PIN OK
❶❷❸❹❺❻❼❽❾
Verzend opdrachten Code: OK
❶❷❸❹❺❻❼❽❾
Response: tab/klik
betalen
afronden

50 Aanslagen op mijn geduld.

Dit helpt erg tegen impulsaankopen. Als ik bij ING betaal, dan ben ik in 2 x 5 cijfers identificatiecode en het scannen van het betaalscherm klaar. Met de TAN codelijst nog sneller. Een factor vijf verschil in gemak en tijd, leg dat maar eens uit aan de huidige postponskaartgeneratie.

Alle lettertjes die ik hier getypt heb, vallen in het niet bij de overtollige klikjes en invulmoetjes die ik de afgelopen jaar bij De Bank heb achtergelaten. Echter, in deze tijd ben je nooit De Bank, maar altijd Een Bank en als de vering gaat kraken en het pluche vergrauwt, dan is de stoeprand nabij.

En mag ik nog even zeuren over onleesbare berichten dat er een bericht voor me is? Waar ik honderd hoepels voor door moet springen om erbij te komen? En dan nog niet begrijp wat ik daarmee moet? Graag ook nog even uit het raam van mijn klantenreis in de berm kieperen, dank u wel.