vrijdag 31 juli 2015

Och

Ondanks de gelaagde gordijnen van de slaap wordt het geluid onnegeerbaar. Er is iets. Een aanzwellend alarm. Niet de wekker. Het is donker, nog steeds als ik m’n ogen open. Uit de kamer ernaast klinkt sirenegezang. Onmiddellijk ingrijpen is vereist. Als een commando rol ik uit bed en land op handen en voeten. Had er een calamiteitenpak met helm en bijl gehangen dan had ik me daar binnen seconden mee uitgerust. Nu volsta ik met de lichte dracht waarmee ik het bed ben ingetuimeld. Ik ga naar binnen.

In de duisternis ontwaar ik een kluwen van baby en laken dwars aan het hoofdeind in het ledikant. Uit het epicentrum stijgt gehuil op. Op de tast ontwar ik de verstrengeling en lijn deken en armpjes weer netjes uit. Dat is nog niet voldoende, het geluid houdt aan. De speen ontbreekt nog, onmisbaar sluitstuk van het sluimerproces. Niet te vinden. Niet op, niet onder het bedje. Pas als ik het ledikant van de muur af trek, valt de jackpot en tuimelt een handvol klemme speentjes naar beneden. Ik schuif als een automonteur onder de spijlen. De lichtgevende variant biedt zich aan. Beet. Rust. Gelukt.



Een van de meest gestelde vragen tegenwoordig bij ontmoetingen met nabije kennissen en vage buren is: slaapt ze al door? Een mooie neutrale vraag, want daar kan je de hele leeftijdsfase in het eerste jaar mee omvatten en en passant ook alle aankomende periodes van kinderziektes, studentenjaren en wakende nadagen. Het antwoord is: Jazeker, tenzij het erg warm is, of als ze slecht gegeten heeft, een groeisprong doormaakt, of eng droomt. En dan zijn er nog andere, minder duidbare, oorzaken.


Negen maanden en een week. Net zolang in moeders buik als op moeder aarde. Wat een mensje. Vrolijk grijnzend, smaakvol etend, zoetjes slapend, wankel zittend en energiek sluiptijgerend. Een kleine nachtelijke verstoring kan niet opwegen tegen al deze positieve momenten. Twee ook niet.

De babytaal wordt langzamerhand concreter. Geen wonder dat het lang duurt. Het is een lastig dialect, met oeverloze verbuigingen. Waah, wraah, wraeh, waraha, iaiaiaia, waawawaawawa, waahaa, hmpf, hmpfff, aaoch, ah, waiwaidawa. Dit zijn nog de regelmatige naamvallen. Met haar onbeperkte vocabulaire becommentarieert ze de omgeving en gebeurtenissen. Ogod, ogot, okot, agagag, ogogog, caqcaqcaq. Haar stopwoordje van de dag weerspiegelt een flegmatieke levensvisie: Och. Is het eten lekker, handgemaakte pasta met tomatensaus? Och... Je hebt je speeltje weer laten vallen. Och... Wow, heb je die luier gezien? Och... Zo, de fles is leeg. Woehaaa!!!

maandag 20 juli 2015

Klus

Na tien jaar trouwe dienst is het over. Een van de belangrijkste pijlers onder ons huishoudelijk construct legt het loodje. Geeft de pijp aan Maarten (beterschap, jongen!). Stuk, kapoerewiet, aan barrels, onklaar, aan gort, ontzield, kaduuk, vergaan, verroest, verrauscht, versjteerd, gesneuveld, gemold, de pijp uit, zaliger, zielloos, de-de-de-defect. Hij doetutnietmeer. 

Waarheen, waartoe? Nou, eh, naar de vaantjes / de haaien / z’n mallemoer / de filistijnen / de maan / de duivel / z'n ouwe moer / God / Z'n grootje / de gallemiezen / een vliegveld in Zwitserland / de ratsmodee / de donder / de bliksem / de verdommenis / naar daar waar het licht niet schijnt dus.

Het leven staat even stil. Dan open ik m’n ogen weer, pak de laptop en selecteer een recente afstammeling uit dezelfde familie die nog harder zwierslingert, nog onhoorbaarder reinigt en nog prudenter omgaat met schaarse energie- en schoonmaakmiddelen. De wasmachine is kapot, maar we moeten verder.



Voordat ik de bestelknop indruk kijk ik nog even op. Als jongmens repareerde ik voor een grijpstuiver elektra en elektronica in het dorp. Het is de vraag wie daar het meeste waarde aan overhield. Veel van geleerd, trouwens. Maar zou ik nog niet eens, eventjes, gewoon omdat het kan, toch een klein onderzoekje instellen?

Wasmachines zijn in al die decennia immers niet wezenlijk veranderd. Trommel, aandrijving, afvoerpomp, stuurklok en een bundel snoertjes en slangetjes, opgesloten in een stalen kooi met vijftig kilo beton tegen het wiebelen. Alleen de klok is elektronisch geworden, wat voor iedereen die wel eens in een optimistische bui het versleten mechaniek wilde vervangen en de tweehonderd kabeltjes niet meer op het goede plekje terug kon krijgen een hele opluchting is. 

Analyse na 10 seconden: de trommel beweegt niet meer. Ah, ik weet precies hoe dat gaat. Altijd hetzelfde liedje. Panty’s en behabeugels zijn de moordenaars van witgoed. Ze wringen zich tussen kuiprand en rubber manchet, knopen zich om het verwarmingselement en wachten smachtend tot ze gered worden door een stoere monteur. Dankzij damesmode blijft de omzet van overigens onverwoestbaar degelijke Duitsheid overeind.



Vol goede moed schroef ik alles los wat ik los kan krijgen, zelfs de delen die los moeten. Instructiefilmpjes helpen me verder, al heb ik nog steeds geen idee hoe ik over internet de kogellagers van een wasmachine zou moeten vervangen. Na een uur prutsen en friemelen met hoogwaardig gereedschap heb ik de boosdoener te pakken. Zonder al te veel schade aan de machine priegel ik alles weer in elkaar. Heel veel euro’s bespaard. Alleen moet ik wel een nieuwe sok kopen. En pleisters.



zaterdag 11 juli 2015

Kermisloop Heerle 2015 – Altijd prijs

Zomerse wedstrijden hebben de charme van warme windvlagen door kronkelige straten, terrasjes met tafeltjes met cocktails met parasolletjes, parelende plopdrankjes en het suizen van opschuimend tapbier. Ah, lekkerrr… voor wie aan zo’n tafeltje gezeten is en nog verder verlekkerd wordt door een karavaan langsflitsende sporters, druipend, hijgend, grommend, manische ogen op de horizon gericht. Is dat de finishlijn, of een fata morgana? Nee, gewoon weer een T-splitsing. Afslaan en doorgaan. Nog even, al vele evens lang.

Tourrenners rennen niet. Ze toeren deze weken wel. Duizenden kilometers over bobbelige wegen en steile bergen. Brandende zon, schurend asfalt, knakkende botten. En dan nog de eeuwig veel te dichtbije meute. Ik kies ervoor om niet mee te rijden in een dergelijk uitputtend wielerspektakel, de ploegleiders kiezen er eensgezind voor om mij dit niet te vragen. 

Dat geeft me gelegenheid om de Heerlese Kermisloop weer te proberen. Tien kilometer moet toch te doen zijn, zelfs al is het een beetje warm. Aanvang: zeven uur ’s avonds, buiten de hittepiek. Vorig jaar liep ik hier een PR als kers op de vijfweekse pudding van de halve Roosendaalse en hele Amersfoortse marathon. Ik ben dol op toetjes, dus ik hoop weer op eenzelfde zoet resultaat. 


Als voorbereiding houd ik de dag ervoor een voedzame en welbesproeide barbecue. Niks pasta of vroeg naar bed. Vleselijke lusten! Burgers! Kipsaté! Courgette!


Op de loopdag in kwestie zijn lichaam en geest weer scherp. De zon ook, zelfs ‘s avonds nog. Het is werrum in Herrel. Maar de jonge traditie wordt voortgezet. Met een verviervoudiging van voor mij meegekomen supporters langs de kant mag het ook niet mis gaan. Ondanks de warmte en een parcours dat deels over stoffige paadjes loopt, gaat alles snel. Mijn vorige PR sneuvelt als een ijsklontje op hete kolen. 

Na afloop mag ik weer een grootverpakking sperziebonen in ontvangst nemen en is er zelfs een prijs op mijn nummer gevallen ter besteding in de lokale horeca. Dank. De supporters hebben hun keus al gemaakt, binnenkort wordt het pannenkoeken eten. Inderdaad een zoet toetje.


vrijdag 3 juli 2015

Heen en zomerweer

Warmterecords sneuvelen deze dagen gelijk ’s nachts de Schilderswijkse winkelruiten en hoe meer we over de hitte praten, hoe warmer we het krijgen. Warm hè, wat is het warm hè! Verwarrend warm. Wij hebben het Griekse weer. De Grieken hebben geen noordelijke euro’s. Ze zeggen Nai als ze refereren aan Ja. Tijd voor koelte in de gemoederen. Even wat heen en weer ijsberen.


Wij kijken nog naar huizen. Dit is wel een goed moment om de kwaliteit van dakisolatie te ervaren. Keurig opgeruimde huizen. Een gehuurde airco in een hoekje. Pas achteraf slaat de twijfel toe. Waar hebben die mensen hun kliko’s eigenlijk? Hoe komt het dat ze vijf kinderen hebben en maar drie fietsen in het schuurtje? Hoe kunnen ze alle was kwijt, als er geen wasmanden staan? Pfff…

Ook bij ons zien we meer kijkers. Heel gezellig, een goede aanleiding om met de hele bups een restaurantje in te duiken als er om zes uur ’s middags geïnteresseerden op de stoep staan. Voor het gemak de hele babyinventaris in de achterbak, want je weet maar nooit; buggy, maxicosi’s, wippertje, de grote reistas vol speeltjes Daarbij een krat met alle schoenen die normaal in de bijkeuken slingeren, de koffers die op zolder nu zo in de weg staan en andere huisraad die je niet wilt missen als je een hapje gaat eten. Dagen later zoek ik me nog wild naar m’n sportspullen, paraplu’s en de stofzuiger.


De nachten brengen eerder ontwarming dan verkoeling. Ik wil een koelteplan. Met deadlines, acties, deliverables en een verantwoordelijke. Nu. Hoe doorstaan die Grieken hun zinderende zomers? Hoe kunnen ze een koelbloedige keuze maken tussen onmogelijk opties? Ook hun Nee is een Ja voor verdere bezuinigingen.

De ventilator is in een vorige opruimbui het huis uitgezet. Airco’s zijn uitverkocht. Met open ramen en deuren verplaatsen we opgewarmde straatlucht naar de tuin. We wuiven onszelf toe met onze handen. Of wapperen met onze voeten. Cool.