zondag 23 juni 2013

Zomerklassieker van Brabant 2013 – Van de regen

Wat een verschillende afstanden in deze thuiscompetitie. Of je nu net kan lopen of dat je al meerdere renzolen hebt versleten, hier wacht een passend aanbod. Het aantal deelnemers bedraagt maar een paar duizend. Randstedelijke allure is nihil. Dus geen massale toevloed van overmoedige bierclubjes, en voor de beginners is er vanaf 700 meter keus genoeg. Dit betekent dat de langste afstand, de halve marathon, verhoudingsgewijs bevolkt wordt door de atleten van de lokaal erg populaire hardloopvereniging Thor. Ja, u begrijpt het wel, ik ben me al druk aan het indekken voor de einduitslag.


Om te voorkomen dat zomerse hitte het deelnemersveld uitdunt, is de starttijd voor de lange afstanden om half vijf ’s middags. Er is alleen geen zomerse hitte. Het is koel en nat. Erg nat. En de wind tettert er op los. Verder zijn de condities bijna ideaal te noemen. Bij ideale condities stel ik me voor om de hele afstand af te leggen in een open landauer, getrokken door vier bepluimde schimmels, en met een glaasje champagne onder handbereik. Maar dat is vandaag niet aan de orde, en daar worden waarschijnlijk ook geen medailles voor uitgereikt.

Na de heen en weer slingerende weerbeelden van zon en regen is het droog aan de start, maar niet voor lang. Het startschot perforeert de laaghangende bewolking, en de eerste hoosbui is een feit. De kliko’s in het startvak worden massaal besprongen door de nog wachtende lopers om hun zojuist weggooide vuilniszakjasjes weer terug te halen.
 

Voor de rest is het een mooie loop door groen buitengebied. Milde regenbuitjes wisselen op gevarieerde wijze de plensbakken af, en er worden op veel plaatsen sponzen en water aangeboden voor wie nog een droog plekje gespot heeft. Dappere omstanders hebben het zwaarder dan de lopers; ze blijven staan waar ze gemakkelijk naar huis kunnen teruggaan. De deelnemers hebben geen andere keuze dan helemaal terug naar de stad te rennen.

Eigenlijk heb ik niet getraind voor een HM, maar voor een 10 miles. Maar dat bleek dus een misverstand. De laatste kilometers waren daarom extra zwaar, maar ik houd mezelf braaf voor ogen dat elke seconde telt. En ik krijg nog gelijk ook, zowaar. Met 1:44:59 duik ik voor het eerst onder mijn gouden grens van 7 kwartier. Nat tot onder het bot, maar grijnzend fiets ik terug naar huis.