dinsdag 21 oktober 2014

Project O.

De babychecklist telt meer dan 60 soorten items om in huis te halen, variërend van klein spul tot complete transportmiddelen. Voor de kennelijk minder stoutmoedigen staat een vluchttas op de lijst. De leveranciers bieden een overweldigende keuze. Ze adviseren meestal het topmodel, want je wilt toch niet minder dan het beste en het veiligste?

Het enige dat je niet inkoopt is de baby zelf. Want kindertjes komen van de ooievaar. En de ooievaar dan? Die vallen niet zomaar uit de lucht. Ook al duikt er vandaag een omineus exemplaar laag over de snelweg vlak voor mijn voorruit langs, meegetroond op windkracht 8.


Als er na het plunderen van on- en offline winkels voor de man niets mee valt toe te voegen aan de wachttijd dan woorden van steun en toeverlaat, wordt het tijd voor actie. Een project dat wel naar eigen hand te zetten is. Ik recht mijn rug en sluit me op in het schuurtje, pardon, de man cave. Eerder heb ik daar al materialen naartoe gesleept voor m’n overlevingspakket. Platen triplex, potten verf, rijen kwasten en niet te vergeten een op ware grootte geprint model dat ik met behulp van de decoupeerzaag omzet in een houten afbeelding. Rwaoh!

Want voor het eerste kindergeschrei, moet er nog iets vrij in mij. De creatieve drang om de grootste, mooiste en meest multifunctionele ooievaar te maken die sinds mensenheugenis een huis getooid heeft. De schetsen stapelen zich op. Motorisch klapwiekend, aangedreven door zonnecellen. Mechanisch flapperend met de oranje poten, bij het ronddraaien in de wind. Klepperbekkend op het variërende gewicht van sponsen in de regentijd.


Geniaal. Maar gezien de beperkte agendaruimte schroef ik het mentale pakket van eisen terug tot een vrolijke draaivogel aan de vlaggenstok. Twee lagen grondverf, twee lagen aflak; het moet wel kwaliteitje zijn. Fluitend krijgt het vorm. Ook ik kom in vorm. Ik voel me onbeschrijflijk lijfelijk. Zal ik nu alles maar in elkaar zetten? Immers, als de ooievaar er is, komt de rest vanzelf.

Met als resultaat inderdaad tempoversnelling. De dag erna wordt ze geboren. Het is gebracht. En prachtig. Hier begint haar eigen reis.

De ooievaar zelf, met z'n spanwijdte van bijna twee meter, voelt te zwaar om de korte vlaggenstokhouder mee te belasten, maar hangend aan een lijn tussen twee palen van 3,5 meter is ie in z'n element, draaiend, duikend en wiegelend op de wind zonder enige inmenging van techniek. Wat is de natuur toch mooi.



zondag 19 oktober 2014

Verzonden vanaf...

Het barcodelabel dat nog aan de kontzak geniet zit van de meneer voor mij op de roltrap. Het kaartje in het verjaardagskistje wijn, waarop de beste Kerstwensen 2011 van het bedrijf van de gever. Die persoonlijke brief, met als aanhef "Lieve [hiernaaminvoegen]". Het vierzitsbankstel van de buurman, de folie er al twintig jaar omheen. En de zoveelste boodschap in m'n mailbox met standaard neergekwakte ondertekening "Verzonden vanaf" gevolgd door de merknaam van een willekeurig elektronicaconcern.


Over witte sokken in sandalen valt nog veel te zeggen, maar waarom zo rondtoeteren welke merken je gebruikt? Je neemt toch niet op met: "Hallo, hier Joice op haar Galaxy 7½"? Je meldt je ook niet bij de slagboom met "Ik ben Hans met een BMW11. En o ja, ik heb een onderbroek van Björn aan. En thuis lezen we volkskrant.next.". Too much information. Way too much.

Waarom labelt iemand zichzelf zo graag met een logo? Van kleding kan ik het bijna geloven: de kwaliteit meneertje, de merkbeleving. De shirts met groene krokodil zijn namelijk superieur van kwaliteit en dat geborduurde beestje neem ik dan op de koop toe. En de truitjes van OhNeill zijn alleen maar te verkrijgen met een 1800-punts naamsvermelding, dus dan ben ik wel een wandelende reclamezuil maar ik zal en moet ze dragen want ze zijn goddelijk en verhullen mijn bierpens op ongelofelijke wijze. Voor auto's geldt mutatis mutandis hetzelfde; niemand gaat met een breekijzer het logo van z'n nieuwe glimmende bak te lijf.

Maar daar houdt het dan toch wel op. Waar ik een standaard handtekening in e-mail zie staan, vermoed ik digitale smetvrees, gekoppeld aan aperte onverschilligheid voor reputatie. Als je dan echt de bazuin wilt zijn van je telefoonmerk en status, doe dan standaard bij elk mailtje een kopietje van de aankoopnota. En foto's van vrouw, kinderen, minnares en bouvier. Een close-up van het gras in de voortuin. Het logboek van de sportschool. En een selfie waarop goed te zien is dat de neushaartrimmer z'n werk tot aan de voorhoofdsholte gedaan heeft.

Voor wie toch gehecht is aan een aftiteling met specificatie van de afzending – denk dan eens aan "Verzonden vanaf" aangevuld met een alternatief uit: Mijn typemachine / De achterbank van mijn Volvo Estate / Een Ikeameubeltje / Vandaag / Een heuveltop / Het allereerste begin / Een veilige afstand / Vliegveld Lelystad / De volgende afslag / 499 euro / De top naar het dal / 21 jaar / De buitenkant gemeten / Een zekere plaats / De overkant bekeken / M'n postvak Uit / De grond / The cloud / De vierde etage / Een plek met Internet / Kom je er niet zo makkelijk / Hier en niet verder.


woensdag 15 oktober 2014

B-day

En vandaag… (tromgeroffel) is het de dag. De strokenplanning aan de muur toont de laatste mijlpaal. Alle voorliggende vinkjes zijn gezet conform de afspraken, de aanstaande verandering is besproken en goedgekeurd, er ligt een positief advies voor vrijgave, de documentatie is bijgewerkt, de betrokkenen zijn geïnformeerd en de teams zijn er klaar voor: nu is ‘t tijd voor de go-live. Laat de baby maar komen!

Driekwart jaar draait het in de controles en conversaties om de Uitgerekende Datum. En dat is uitgerekend vandaag. Het onderliggende wiskundige model is alleen wat minder accuraat dan al die aandacht voor dag 0 zou doen vermoeden. Wat gegoochel met een liniaaltje op een echofoto en een ruwe cyclische aanname hebben een punt in de agenda gefixeerd. Anders dan bij andere projectvormen is daarmee de werkelijkheid nog niet gecreëerd. Maar gelukkig is er evenmin sprake van een gemiddelde looptijdoverschrijding van ettelijke maanden.

We vouwen de klapstoeltjes open, de blokjes kaas gaan rond. De spanning stijgt met de minuut. Getrommel op de stoelleuning verraadt een zeker ongeduld. Kom, kom. Een steelse blik op de klok. Een opgetrokken wenkbrauw. Gaat het ‘m vandaag nog worden?

Ik zet de waterkoker uit. Het blijft stil, de avond nadert. We trekken de agenda’s. Eind deze week, zelfde tijd? Doen we ‘t op locatie of online? En wie doet de communicatie? Ok, hierbij in kopie voor iedereen dan.

maandag 13 oktober 2014

Bloot

De nacht was vol regen, maar mijn hoofd is vanbinnen nog droog. Ik rek me uit en kruip onder de boom vandaan. Vandaag maak ik de oversteek.

Door het natte gras bereik ik de rand. De welving omhoog is steenachtig, rood, er zitten gaten in. De overkant is niet te zien, maar ik weet dat er zoiets als een overkant is. Heel soms komt er iemand vanaf de andere kant naar hier. De verhalen verlokken. Een zacht gerommel trekt door de aarde en door mijn buik. Het is tijd. Het roept. In de verte zie ik anderen, ook op weg. Starend naar daar.


Stukje bij beetje trek ik mezelf omhoog. Nog geen kwartier later ben ik boven. Ik kijk om me heen, er komt niets aan. Hier ga ik. Het glijdt nu nog goed, maar de zon begint te stijgen. Het wordt warm. Voordat het vocht verdampt is moet ik de overkant bereikt hebben, anders kan ik geen kant meer op.

Ik heb even niet opgelet en als ik het zie is het te laat. Met reusachtige snelheid komt het naderbij. Uitwijken kan niet meer. Ik trek m’n ogen in en wenste dat ik een huis had gehad om in te schuilen. Pal naast me dondert een kolossale fluorescerende constructie neer, twintig keer groter dan ikzelf. Modderdrab spattert in het rond. De onderkant heeft een geribbelde structuur, de bovenkant wordt met kabels bijeen gehouden. Een zwart omwikkelde pilaar rijst daarvandaan op, verdwijnend in de bewegende oneindigheid. Twee centimeter meer naar links en ik was puree geweest. Het stijgt weer op en landt een grote afstand verder. Het gedreun is oorverdovend, een hijgende windvlaag schuurt in m’n oren. Ben ik het zelf?

Geen groter reden dan voor een naaktslak om de weg over te steken, is er om in de herfst vroeg op te staan en te gaan hardlopen. Geen langzamer gevoel dan te proberen in een lange duurloop een lage hartslag te behouden terwijl de wil om sneller te gaan de bloeddruk aanjaagt. Langzaam wordt het licht in en om me heen. Nog een paar kilometer naar huis.

dinsdag 7 oktober 2014

Weeromstuit

Negen maanden is een lange tijd en die gaat zo voorbij. Van kikkerproef tot ontsluiting is een enorme eisprong, hoe gering ook nog voor de mensheid. Het is almaar groeien en wachten op het licht aan het einde van de tunnel.

In die tijd moet ook aan de buitenkant van de buik het nodige gebeuren om te zorgen voor een goede overdracht. Babykamer schilderen en inrichten, literatuur doorploegen, en daarnaast zelfs nog werken.

En regelmatig op controle. Wachtend op beeld en geluid. De stethoscoop speurt en vangt iets op. Het geluid van de hartslag klinkt als een signaal uit de ruimte op de knetterende en ruisende ontvanger. Een verre beschaving legt contact. De kleine astronaut beweegt zich in het moederschip en vormt met de radiosignalen een baken van levenstekens. Op de echo verschijnen armpjes en beentjes en dan een hoofdje dat kleine slokjes tot zich neemt.


Tegen week 35 voelt de verloskundige vervelend nieuws. Codenaam Stuit: de aankomende boreling heeft zich na de laatste echo weer met het hoofd omhoog gericht. Dit initiatief is niet handig voor de optie van thuisbevalling want met een beetje pech wordt dat een keizersnede. Nou betreft slechts een klein percentage van de geboorten stuitliggers (nog geen 3 procent), maar die geruststellende kleine kans is met de ontdekking van het feit explosief gestegen. Je hebt ook niks aan statistiek als je het nodig hebt.

Er zijn gelukkig remedies mogelijk. Een wentelpoging wordt ingepland. Tot die tijd wordt aangeraden om dagelijks bijvoet (jawel, het plantje) te branden in de nabijheid van beide kleine tenen van de moeder in spe. Men schermt met wetenschappelijke resultaten. Maar ondertussen zit ik elke avond als een sjamaan uit de kleine advertenties zwarte smeulende sigaren heen en weer te wiegen aan het voeteneind. Als er persoonlijke belangen op het spel staan mag de scepsis even terzijde.

Na een week volgt een controle-echo en de eerste beelden zijn meteen raak. Hoofdje naar beneden. Leve de voodoo! Maar een week later: weer een stuitligging gevoeld. Datzelfde uur: een inderhaaste echo bewijst het tegendeel. Ik zal toch niet voor jan joker rookgordijnen hebben opgetrokken? Je weet het niet. Het maakt niet uit. Het bed staat nu op klossen. We tellen de dagen.

zaterdag 4 oktober 2014

Binding

Wat is de literaire tegenhanger van een vernissage? Een kafting? Een inbinding? Bij een nieuwe uitgave hoort in ieder geval de inname van hapjes, drankjes, nog meer drankjes en een woordje van de belanghebbenden. Bij de doop van “Leren leven zonder lief” sta ik in het publiek, ik kan de rode loper bijna aanraken. Met twee oude vrienden naast me zijn we een manneneiland in een zee van vrolijke vrouwen. Het zouden wel eens vrijgezelle vrouwen kunnen zijn. We houden manmoedig stand.


Zoals de lezers van dit blog gewend zijn schrijf ik over uiteenlopende zaken, van joggen tot hardlopen. En met ijzeren regelmaat ook elk jaar over een cultureel dingetje. Zeeuwse spelen, Utrechtse Parade en bij dezen: een Hollands boek met universele strekking. Over het Leven en de Liefde. Meer specifiek, het leven zonder gepersonifieerde liefde. En waarom dat voelt als een gemis en of dat genegeerd, geaccepteerd of vervuld moet worden.

Oud klasgenote Zweek heeft een decade van mentale bergbeklimming in drukinkt gegoten om te achterhalen waarom het hebben van een relatie zo belangrijk voor haar is. Het knaagt vanbinnen, want ze is nu toch bijna oud genoeg om afstand te mogen nemen van emotionele bevliegingen. Waarom betekent alleen zijn soms ook eenzaamheid? Solo is de trend, maar kennelijk geen garantie voor totale gelukzaligheid.

Haar route meandert langs meditatieve inzichten en praktische no-go’s. Ze kijkt terug op haar ervaringen in datingland, het nut van hobby’s met leeftijdgenoten-van-de-andere-sekse en het beklemmende gevoel om in je eentje te genieten. Onstuitbaar blijft ze inzoomen op de frictie tussen gevoel en ratio. De onzekerheid en angst om alleengaand te zijn, waar komt het vandaan. Waar leidt het toe?

Het gaat over leren. Over leven. Het nu. Voor later. Met openhartige doorkijkjes naar de lusten en lasten van het middelbare singlebestaan trekt ze je naar zich toe alsof je naast haar loopt. We stappen stevig door, voordat de schemer valt.

Dit is geen zelfhulpcursus, zij is geen Kluunkloon. Het boek is verhelderend, intiem en humoristisch. Je mag mee op reis langs de afgronden en vergezichten van een leven dat herkenbaar is. Ze kijkt in zichzelf en naar de wereld. Inzicht en uitzicht. Je kunt jezelf niet dwingen om ontspannen open te staan voor een relatie. Pas als je dat loslaat ben je oprecht ongebonden. En wie weet wat er dan op je pad komt. Dat zie je dan wel. Eerst maar even een stukje hardlopen.