zondag 27 juni 2021

Halve Marathon Roosendaal 2021 – Half werk

Virtueel is dit jaar de realiteit. De afgelaste sportwedstrijden muteren naar aangepaste alternatieven. Eerst kon je een afstand rennen op eigen dag en plaats. Dan zelf je tijd doorgeven voor een prettige klassementspositie. Daarna kwamen de apps om alleen, maar niet in eenzaamheid, te lopen met echte registratie en gesimuleerde juichsamples. Nog even en je stormt met een VR-bril op de loopband over de Champs-Élysées, het publiek samengesteld uit foto's van je tijdlijn. Kijk, daar staat de buurman achter z'n barbecue. Grrrrillen en chillen. Hey, dat is oudoom Kees uit Australië, leuk dat je er bent! Ik herken hem van de foto's op z'n begrafenis. Waar is het einde?

Mijn deepfake bijdrage aan het renseizoen vandaag: de Halve van Roosendaal. Waarom? Omdat ik anders dit jaar geen halvemarathonwedstrijd heb gelopen. Omdat het mijn lokale ijkpunt is. Om mijn onrust te stillen. Omdat, daarom. 

Waarom niet? Omdat ik er niet echt voor getraind heb en mijn conditie harder achteruit holt dan ik voorwaarts. Omdat ik twee maanden geleden nog met een schouderpeesontsteking als een vleugellam vogeltje mijn eerste officiële opwachting bij een fysiotherapeut moest maken, incapabel tot meer dan een vingerliftende beweging, ongewis van uitzicht op verbetering. Hoe klein wordt je wereld op zo'n moment, hoe snel versmalt het uitzicht van levendige verten naar een glimp dageraad aan het einde van de doorwaakte nacht. Dus?

Dus gaan! Om te vieren dat alles het nog doet en het lichaam een elastieken wondermechanisme is. De organisatie heeft me voorzien van een startnummer, een loopshirt en zelfs bij voorbaat van een medaille; editie restant 2020 met een stickertje 2021 erop. Ik hang verder zelf de slingers wel op. Een parcours is zo samengesteld, goeddeels overlappend met de klassieke route, maar met start en finish bij de voordeur. Ieziepiezie. 

Zoals gebruikelijk heb ik vooraf het orakel van mijn loopapp geraadpleegd over snelheid, loopvermogen en bijpassende stand van de neusvleugels om zo goed mogelijk te presteren, passend in mijn al begonnen voorbereiding voor de herfstmarathons. Ik wil vandaag hetzelfde tempo aanhouden als ik me voorneem voor de hele van Rotterdam in oktober. Moet toch kunnen? De loopapp pruttelt even, waaiert gifwitte dampen en schatert me dan vierkant in mijn gezicht uit. Très scheiße, maar no way amigo! Daar is geen woord Grieks bij. 

Nou trek ik me toevallig niks aan van goedbedoelde, maar onwelgevallige, adviezen, en al helemaal niet van  kunstmatige intelligentie op basis van Big Data waar Big Tech met z'n Big Tengels aan gezeten heeft. Allemaal siliconen nep. Toedeledokie, ik volg mijn eigen pad wel. Tijd om te gaan.

Dus daar ga ik. Op zondagochtend bonkend over dat pad, samenvallend met 's Googles maps en gelijk 's Heeren wegen; ondoorgrondelijk en wreed. De straten zijn verlaten, de vochtige hitte fliert en mijn hartje bonkt als bij een zesjarige op vrijersvoeten. 

Richting centrum, over de verlaten markt waar normaal de startvakken puilen, terugdraaiend door de Molenstraat, zuidwaarts de stad uit naar de eeuwig zingende bossen, die alleen nu even een stiltewerk van John Cage aan het repeteren zijn. In deze zone is het normaal al afzien, tijdens het nieuwe normaal is het afzichtelijk. Ik ben er eigenlijk wel klaar mee, en ik ben pas op de helft. In een echte wedstrijd ga je door, in een training zou ik vaart minderen, wat nu dan?

Ik accepteer de realiteit, prijs mezelf dat ik een halve halve goed heb volbracht en ga over op het ontspannen tempo dat mijn loopcoach mij het liefst helemaal had zien gaan. Het heeft nu geen zin half dood te gaan als het doel is om over drie maanden twee keer zo ver te zijn. I'll do it my way.

Half werk dus, maar het is weekend. Eerst afkoelen onder de koude tuindouche. Nog tijd en tactische tips genoeg te gaan. Blijven trainen, hartslag omlaag, afstand omhoog en dan knallen!