zondag 22 juni 2014

Halve marathon Roosendaal 2014 – Recreant

Na een marathon is ’t even tijd voor wat rustigers. Een loopje van 3 kilometer op woensdag om de spierpijn weg te poetsen. Eenzelfde loopje op zaterdag om te zien dat er geen peesje meer zenuwachtig is. En op zondag een halve marathon om het af te leren.

Too much? Als je maar naar je lichaam luistert. En wat zegt m’n lichaam dan? Voor de wedstrijd: “Ja hoor, lekker, ik heb er zin in”. Tijdens de wedstrijd: een toenemende stroom onwelvoeglijke woorden en smeekbedes dat dit de laatste moge zijn. Maar dan is het te laat.

De start is pas om half vijf, dus ruimte genoeg voor een dagprogramma. In dit geval nog met z'n allen heerlijk gevaren en gepicknickt en om vier uur thuis. Net op tijd... Misschien niet de beste voorbereiding voor een duurloop, misschien de barbecue van gisteren ook niet, maar hé, ik ben een simpele amateur, geen wedstrijdloper. Het wedstrijdformulier maakt dat al perfect duidelijk. Mocht ik het daarmee nog niet doorhebben dan zorgt het tegemoetkomen van zoevende Kenianen op het circuit waar de lopers een groot deel over dezelfde weg teruggaan er zeker voor dat het eigen beeld van de prestatie tot bescheiden proporties wordt teruggebracht.


En daar ga je dan, met echte mensen aan de kant die naar je kijken en je moeten herkennen omdat er geen namen op de startnummers staan. Ik zet m’n beste beentje voor, geïnspireerd door de snelle eerste helft van vorige week, maar nu zonder te overhaasten. Op constant tempo loop ik in op de rest. Achteraan de rij begonnen, bij de laatste vijf procent, haal ik meer dan de helft van het veld in en eindig bij de eerste 38 procent. Een mooi PR, meer dan een minuut sneller dan vorig jaar.

Recreant, debutant, dilettant, whatever. Zolang ik nog steeds sneller word, voelt alles goed. Het is zo stil in mij, dat ik alweer vooruit denk aan een volgende afstand. No limits.


Na afloop weer op de fiets naar huis. Thuiswedstrijden hebben een groot logistiek voordeel. De wedstrijd begon zes uur later dan die van vorige week, maar ik ben in beide gevallen net terug voor het avondeten. Tijd voor een hap pasta. Dat is even het enige dat het lichaam nu nog in te brengen heeft.

zondag 15 juni 2014

Marathon Amersfoort 2014 – Uitgelopen

Dit is m'n derde marathon. Het is geen recordtijd geworden. Vooruit, wel sneller dan Sarah Palin (3:59:36), maar toch langzamer dan George W. Bush (3:44:52). Om totale verwarring te voorkomen - beide referenten liepen hun tijd bij een andere en eerdere gelegenheid. Om nog wat mysterie over te houden; ik kan nog even niet verzinnen waarom ik me met twee Republikeinen zou willen meten.

Kort en goed; ik had er de kracht niet voor. Wat ga ik daar eens de schuld van geven. Allereerst m'n korte voorbereiding. Dan mijn te snelle start; ik heb de eerste helft bijna 10% sneller gelopen dan gepland. Bijna een PR op de halve, bravo, maar daar ben ik m'n bed niet voor uitgekomen.

En last and least; een zandpad op de route dat me na 34 km zo van de wijs brengt dat ik er een stukje van ga wandelen. Waarna ik bij het hervatten zo'n kramp in mijn kuiten krijg, dat ik kilometers voortga als een kreupele zombie in een cadans van versnelling en stilvallen. Doet het trouwens erg goed bij het publiek, dat oht en aht en me spontaan massages aanbiedt. Maybe later. Ik loop uit m'n planning. Eerst op weg naar een hobbelend einde.

Moraal: volgende keer langer trainen en beter je race indelen, dude.


Hoe is Amersfoort als zomermarathon? De soepel georganiseerde wedstrijd telt veel verzorgingsposten, afgevuld met drankjes, banaan en vrijwilligers. Professionele medewerkers van Traffic Control leiden stomend in hun gele oliejassen de lopers losjes de goede kant op. Verder geen dranghek te bekennen. Wie wil, kan her en der forse stukken afsnijden over grasvelden en onder viaducten. Maar hardlopen is een sport van standing en sociale controle, dus niemand die het waagt.

Het circuit wordt voor de 42k dubbel afgelegd. Boring! Dacht ik vooraf. Terwijl bijna alle lopers na de eerste omgang door de finish gaan, mogen de slechts 175 langlopers nog een rondje. Er wordt jammer genoeg geen bel geluid. Het publiek is inmiddels weg. De andere deelnemers ook zowat. Binnen een straal van 500 meter ben ik de enige. Ga ik nog goed?

Maar als tegenwicht word ik overal vorstelijk onthaald door de overblijvers. Elke drankpost dromt met bekertjes om me heen, auto's toeteren, fietsers scanderen mijn naam. Als al mijn trainingen zo waren deed ik nooit meer een wedstrijd.

Voor dit jaar weer even genoeg gemarathond. Voorlopig hooguit de halve.

donderdag 12 juni 2014

Voorbereid

Nog een paar nachtjes slapen en ik mag aan de bak. Twee rondjes in en om Amersfoort op het midden van de dag, een tijdstip waarop alleen dolle honden en Engelsen zich buiten wagen. Qua vergelijkbaar gedrag zal er meer sprake zijn van schuimbekken dan van ginflessen legen.

De inputs zijn ingeput. Gemiddeld heb ik vorige maand elke dag 10 kilometer gelopen. Elke dag, nogaantoe! Vijfentwintigduizend calorieën het heelal in geblazen. Inmiddels zit ik met lange tanden toenemende hoeveelheden pasta te knagen. Spieren en voeding zijn getackeld.


Als verdere voorbereiding loop ik in gedachten de route. Een straatblikje toont allereerst kilometers kleinindustrie, zich afrollend met afzichtelijke voorspelbaarheid als planologisch behang. Plotseling wurm ik me door een fietspaadje en val, als Alice en het konijnenhol, in een andere wereld: het vrije veld. Verder voorwaarts, zonder bomen of schaduw. Tegen de tijd dat ik bij de rivier kom zijn er geen beelden meer voorhanden. Als laatste zie ik dat ik kennelijk met de fietsboot het water over mag, het belooft een bijzondere race te worden. Heel veel hoef ik hier niet meer te zien; ik moet het circuit twee keer afleggen dus al lopende leer ik wel.


Het startnummer ligt klaar, met de veiligheidsspelden. M'n favoriete loopsokken ook. De routebegeleiding zet ik nu in m’n loopapp, als een sequentie van 6 stukken van elk 7 kilometer, zodat ik m’n snelheid over elk deel van de afstand goed in de gaten kan houden. Wat kan je nog meer doen, die laatste dagen? Ik ga m’n schoenen maar eens poetsen.