donderdag 8 september 2011

Nog 38 dagen: Ik neem mee…

Schema: Vaartspel, 50 min.
Invulling: 149 bpm in 52:58 over 8,6 km (9,7 km/h)
Muziek: 4 Non Blondes – Bigger, Better, Faster, More!

Daar ga je dan, in je sportieve outfit, passend bij de weersomstandigheden, op je ingelopen schoenen. Hoe lichter hoe beter, maar waardoor ga je beter presteren, en wat heb je direct na afloop nodig? Ik loop hard en ik neem mee: wat is onderweg onmisbaar en wat is ballast? Hier mijn top 7:
  1. Bovenaan, met stip, de huissleutel. Wees sociaal. Huisgenoten die even een boodschapje gaan doen, willen niet bij terugkomst een bevroren mummie tegen de deurpost aantreffen.
  2. Dan voor hete dagen: zonnebril, petje, zonnebrand, en/of zweetband. Je moet ervan houden, en je moet geen wedstrijd gaan lopen met je Ray Ban als je dit nog nooit in een training hebt gedaan. Vooraf lippenbalsem opdoen en smeren (niet teveel boven je ogen tegen het druipen).
  3. Als je op muziek loopt, je muziekspeler natuurlijk, met favoriete selectie. Ik gebruik een sportspelertje van 15 euro dat tegen vocht kan, want zweet en regen komen overal. De headset kostte een veelvoud, maar geeft goed geluid en irriteert niet aan de oren. Check de capaciteit van de batterij voor vertrek, of neem een droog verpakte reserve mee. Een zonnecel mee voor opladen tijdens het lopen? Je kunt het overdrijven…
  4. De elektronische toolkit voor wie zichzelf ook lopend de maat neemt. Horloge, hartslagmeter, stappenmeter, gps. Een goede trainingsopbouw draait op inzicht in je hartslag. Stappentellers zijn niet erg exact, maar ze geven een prima indicatie over snelheid en afstand. Vaak heeft hardloop-gps moeite om snel of tussen bomen en bebouwing te positioneren, maar het voorkomt verdwalen en geeft achteraf een prachtig computerbeeld van waar je geweest bent.
  5. Water! Sportdrank! Banaan! Veel vocht en een beetje babyhapbaar voedsel bij grotere afstanden en bij afwezigheid van verversingsposten. Een klittenbandgordel met kleine flesjes draagt gemakkelijk over de kleding. Een banaan of mandarijn in je broekzak is al voorgekauwd tegen de tijd dat je ‘m nodig hebt; een zak in je jasje is handiger.
  6. Legitimatie. Wettelijk verplicht; ja ja. Maar als ze je van een taxigrill afpulken op het zebrapad, of achter in het bos vinden op 10 kilometer van huis, opgezwollen en aangevreten, is het handig dat je identificeerbaar bent. Een plastic rijbewijs of id-kaart, of eventueel een oud plastic sportpasje met foto en naam lijkt me voldoende voor de eerste hints over je vorige leven. Hippe tiepjes sealen een zelfgemaakt kaartje met hun naam, achterban en donorwensen.
  7. Geld. Voor een sportdrank in het benzinestation als de dorst te groot wordt. De blik van de kassameneer wanneer ik het druipende biljetje aan hem overhandig in ruil voor het flesje komt terug in mijn dromen. En overweeg geld voor een taxi terug naar huis als je een enkel verzwikt… Anders een goedkope telefoon, waterdicht verpakt, om de hulptroepen aan te laten rukken als je niet verder kunt. En anders zelfvertrouwen, veel zelfvertrouwen. Bikkel!
Oefen met al je attributen dat ze niet schuren, klotsen of rammelen. Het is ook even wennen om al lopend vocht te drinken en een leeg flesje weer terug te stoppen. Neem niet teveel mee; geen paniek als je iets vergeet of als iets niet werkt, en loop vooral lichthartig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten