zondag 3 november 2019

Alphense Bergentrail 2019 – Jodelahiti

Na het weekendje trailrunnen aan de Catalaanse kusthoogten, anderhalve maand geleden, zit de smaak er goed in. De duinen van Zeeland heb ik alweer achter me gelaten en ik speur naar nieuwe off-road horizonten.

Die dienen zich aan als een reismaatje me 's ochtends vroeg appt een bergtrail te gaan lopen, de "21" in de Alpen. Wow, dat is nogal wat, even op en neer naar Italië voor een wedstrijd, dat moet wat zijn, die fameuze Route 21. Als jongmaatje aan boord van het loopschip vol doorleefde trailbonken, ben ik nog niet zo bekend met de sterke verhalen en bijbehorende terminologie. Maar indrukwekkend klinkt het.

Ja, die 21, dat is me er een, die moet je gelopen hebben. Drie dagen en nachten, op nipte richels langs ravijnen, met blote handen de overhellende rotswanden bedwingend, kinhoog door de sneeuw, met alleen een reep gems om op te kauwen, opgedreven door hongerige lynxen en een zwierend delier.

Ik zoek even snel op internet, maar kan niks vinden. De sportieve connotatie voor "il ventuno nelle Alpi" leidt eerder naar Tiroler strapatsen voor jongvolwassenen dan naar een loopklassieker met dubbelcijferige stijgingspercentages.

Als ik verder wakker word en mijn lodderogen verhelderen, herlees ik het bericht en herzie mijn beeld. Het betreft een halve marathonafstand in de Mid-Brabantse landschapsbobbels van Alphen. Lokale roepnaam: de Bergentrail. Oké, dus. Dat lijkt mij ook wel wat.


En dat is het ook Het sneeuwt niet, zelfs de aangekondigde regen blijft uit. Geen noordwand, wel stuifzand. Een miljard herfstbladeren. Meer soorten paddestoelen dan in de mix van de supermarkt. Soms heeft het eigen land genoeg diversiteit te bieden.


Na het fast forward boswandelen is de finish daar. Nog genoeg energie voor een kilometer op lichtsnelheid om onder de twee uur te blijven (spoiler alert: failed). Er is geen officiële tijdmeting, maar we hebben absoluut een geweldige tijd. Voordat de regen tot inkeer komt, trekken we weer naar het laagland. Toch nog 60 hoogtemeters gedaan. Toppie.
 



woensdag 23 oktober 2019

Pluis

Wij Nederlanders mogen deze maand een nieuwe naam verzinnen voor een verre planeet met bijbehorende zon, 900 lichtjaar bij ons vandaan, als traktatie bij het honderdjarig bestaan van de Internationale Astronomische Unie. Wij. Jij en ik. De boeren, buitenlui, binnenvetters en uitgesprokenen met een Mening Over Alles. #Succes!


Gelukkig heeft de club van Nederlandse sterrenvorsers een voorselectie gemaakt op basis van eerder ingezonden suggesties. Geen popi combinaties dus als Joker en Sterretje, Huis & Haard of Balletje-Balletje.

Op de shortlist staan onder andere de vuurtorens Brandaris en Vuurduin (o ja..), het Germaanse oergodinnenduo Exomna/Hurstrga (o ja joh?) en Nijntje met Moederpluis (o ja!).


De planeet in kwestie is een verzongen gruisbal, gevangen in de straling van haar ster. Geen lichtend voorbeeld voor een onbekommerde dochter-moederband. Net zomin een fijne representatie voor twee dames die het niet echt tot Bekende Nederlanders hebben geschopt, of voor de Wadder lichtbakens.

Ik zou nog Spruit en Kool hebben voorgedragen, hoe Nederlands is dat, maar wel te laat helaas. Dan graag de kleine pluis. Kijk wereld, daar, dat is onze Nijntje. Je weet wel. Miffy? HAT-P-6 b dan.

Mag ik hierbij pleiten om het lief klein konijntje te ontdoen van haar achtervoegsel? Als we vandaag onze keuze de kosmos in slingeren, duurt het nog heel veel konijnenjaren voordat de blijde boodschap ter plaatse is. Fijne naamdag, Nijn. Pas goed op haar, Moederpluis.


zaterdag 5 oktober 2019

Kustmarathon 2019 – Stormvoorspelling

Van buitenaf gezien is deze hardloopwedstrijd langs de Zeeuwse kust een clash tussen mens en natuur. Zand in je gezicht, zee in je schoenen. Van binnenuit bekeken valt er weinig te zien, maar juist daar stormt het en bruist het. De mens is zijn geest.


Vele weken trainen geven gewenning aan de afstanden. Dertig kilometer in ontspannen pas over B-wegen is prima te doen. Kijk de stoere krijger gaan. Zijn schema leest als de handleiding bij een werphengel. Cycli van ophalen, ophalen, ophalen en dan weer wat loslaten. Het laatste deel is ontspannen. Netje eronder en de emmer in. Haakje los. Vieren.Twee weken afbouwen en pasta eten. Lekker met vis.

Daar slaat de onzekerheid toe. De Batavier krabt zijn dunnende haardos. Het verplichte afbouwen voelt nooit goed. De herinnering aan lange afstanden vervaagt te snel. De kortere loopjes lijken te pittig. Het zelfvertrouwen verkruimelt als een zandkasteel aan de vloedlijn. Pijntjes, kuchjes, ontregeling. De busrit langs het aanstaande parcours imponeert. Aan de start verschijnt een bedremmelde, licht uitgezakte typyup, met klamme oksels en bibberige billen. Zwijgend starend wachtend. Boven zijn hoofd cirkelen arglistige zeemeeuwen, op zoek naar verzwakte renprooi.


High noon. Het schot knalt, de strijd is begonnen. Dorp uit, kortste weg naar het water. De dijken over en zuidwaarts. Op weg. Op tempo.

Al snel weer op de stormvloedkering, lang en prachtig monument van de moderne zeebouwkunst. In weinig musea kom je zo intens in contact met de installaties. Eenmaal eroverheen en halverwege voel ik me nog aardig fit, maar hier begint het eerste strandgedeelte, tien mulle en modderige kilometers.

De weersvoorspellers hebben de afgelopen weken voor vandaag alles voorspeld wat er maar te verzinnen viel. Storm, zondvloed, ijsschotsen, zonneschijn, kortom, strandweer in de breedste zin van het woord. Ik wens meteorologen geen carrière toe als professionele casinoganger. Het goede nieuws is dat de voorspelling van twee weken terug ook die van vandaag is. Droog, niet te warm. Dank u.


Na het strand volgen de weggetjes door de duinen. Steile paden en trappen remmen het tempo, maar de man met de hamer is vandaag vrij. Nog meer strand, wat kramp, oscillerende kuiten, can do. Daar staat de familie, onderaan het strandhuis. Blij dat jullie hier zijn. De rulle heuvel op voor de finale. Geheel op timing kom ik aan. Moe, stijf, maar niet kapot. Lekker getraild vandaag.


dinsdag 24 september 2019

Trailweekend Costa Brava

Wij hebben windmolens, eten kaas en dragen klompen. Maar van alle zegeningen uit ons platte land ontberen we de bergen. Een rimpel op de Utrechtse heuvelrug, een golving ten zuiden van Venlo en dan is het klaar.

Bij alle uitdagingen die een marathon stelt, is dat in Nederland wel overkomelijk. Een enkel viaduct is te doen op basisconditie. Zijn er uitzonderingen? De Berenloop op Terschelling in november, voor de liefhebbers van kou, buien, wind en zand. En de Zeeuwse Kustmarathon in oktober, als zuidelijker pendant. Dat gaat verder dan een pittig talud; daar is de interactie met zee, strand en duinen hoofdonderdeel van de wedstrijd.

Na mijn ervaring als novice op een te zware trailwedstrijd vorige herfst, wil ik nu meer hoogtemeters in de hamstrings hebben. Begin dít jaar heb ik me voor de Kustmarathon ingeschreven. Daarna probeer ik regelmatig steile stukken mee te pakken in de hardlooptraining. In Nederland blijft dat voor mij beperkt tot rondjes over de spoorbrug. Het zomervakantieweekje Frankrijk is al een mooiere oefening in kuitenbijten. En nu ben ik zowaar een weekend in Noord-Spanje voor twee dagen trailen met een groepje geestverwanten van mijn Bredase loopwinkel.


Onze gids Pablo is een voormalige Olympische qualifier uit Costa Rica, die zich in Girona gesetteld heeft voor een lokale schoonheid. Op slippers dribbelt hij kwebbelend de steile bergen op, de stomende Hollandse koppen in zijn kielzog. Now we are talking (noot van de vertaler - hier bedoelt hij: nu zwijgen we verbeten).

Het is heilzaam voor de klim- en daalspieren. Kuiten, quadriceps, zelfs de dwarsgestreepte kleineteenspieren krijgen een nieuwe ontplooiingsvisie. Rennen langs de kust betekent hier niet kilometers brandingsurfen. Het gaat van de zee omhoog naar de kliftop, er overheen (aan de goede kant) en anderwaarts naar beneden stiefelen tot het volgende baaitje.


Wat een prachtige omgeving. De wilde kust is nog veel woester dan normaal. Op dag 1 onweert het zo onweerstaanbaar dat we pas 's middags naar buiten kunnen. Omgeven door nog wat laatste flitsen en donderslagen bewegen we de beboste flanken op. Vijftien kilometers, 500 hoogtemeters en 4 uur later (pauzetjes genoeg om telkens bij te komen) komen we aan in Calella de Palafrugell.


Dag 2 begint met een zonovergoten ontbijt op het zeeterras van het hotelletje. Het is tien graden warmer. Om de stramme spieren te laten weten wie hier de baas is, starten we de run na het inlopen op de boulevard met een opgang naar de vuurtoren. Die hebben ze hier niet gerieflijk op zeeniveau geplant, maar op de hoogste nabije bergtop. Minder vlakke stukken vandaag, leerzaam terrein, karaktervormend. Heerlijk om halverwege even in vol loopornaat in de branding te storten. Na vier uur, 800 hoogtemeters en 14 kilometer, dat is maar 1/3 marathon, komen we prettig vermoeid aan bij Begur. Een heerlijke paella met een fris biertje zorgen voor de eerste bijtankhulp. Een wandelingetje in het middeleeuwse stadje Pals vult de culturele gaatjes naadloos op.


Ik ging om eens lekker te trailen met hoogteverschillen. Het blijkt een complete vakantie te zijn. Het landschap, het eten, de mensen. Als ik in Zeeland in dit tempo mag lopen en achteraf aanschuiven bij de tapas, dan kijk ik er naar uit!


maandag 26 augustus 2019

Striemend

Ahhh, Apple brengt eindelijk een eigen streamingdienst met films en series, voor net een tientje per maand. Da's helemaal niet duur, voor exclusieve content. Nou heb ik al Netflix Premium (voor hun eigen films en series), dat is met 14 pietermannen een prikkie duurder; maar wel dus met een groter aanbod. Ook natuurlijk Amazon Prime Video (6 euro, koopje!) en Videoland (slechts 9), want die hebben ook uniek materiaal.

Via mijn Ziggo Max tv-abonnement heb ik meteen Movies & Series XL all-in voor 88 piek en voor 10 eurootjes kijk ik arthouse op Mubi. 8 Euri voor NLZIET om tv van afgelopen jaar terug te kijken (hey, da's met NPO Start Plus, RTL XL én KIJK), naast Film1 en Pathé Thuis voor de zaterdagavond. Ik kan niet wachten op de lancering van Disney+, voor hun prachtige collectie animatiefilms. Voor sport? Eurosport Player, Fox Sports Eredivisie, you name it. Peanuts, jonguh!

Kost allemaal niks. Moet je eens een keer naar de bios met de femmelie, ben je een kapitaal aan kaartjes plus popcorn kwijt, mag je alleen kijken wanneer zij dat willen en kijkt iedereen op als je een boer laat. Zit je daar, in een ritselende en slurpende zaal, achter de pruik van dienst.

En dan die kranten. Mijn digitale deurmat ligt vol. De Volkskrant, nrc.next, NRC, het AD, De Telegraaf; voor de invalshoeken van links tot rechts en een stapeltje regionalen voor het onderbelichte lokale nieuws. Blendle voor de mooie selecties. Veel goedkoper dan de papieren edities en beter voor het milieu ook. Ik wou dat ik Engels kon, dan zou ik wat graag eens iets van overzee lezen. Aanbod genoeg.

Qua muziek is het nergens echt compleet, dus moet ik wel een beetje shoppen. Voor een tientje elk, kan ik dus nu waanzinnig veel luisteren; Spotify, Youtube Music, Deezer, Rdio, QoBuz, Apple Music, Tidal, Google Music, Juke, Napster, rara.com, Xbox Music. Pfff. Best veel dus, maar nog steeds.... niet alles. Ik heb de keus, maar ik kan niet kiezen.

Onder tafel staat een doosje met mijn oude elpees. Als ik weer eens niks kan vinden in die stapel pleurismuziek daarbuiten, grijp ik een hoesje en speel een moppie van vroeger, op m'n platenspeler. Mooi man! Onbetaalbaar.

dinsdag 11 juni 2019

Herboren

Weer een bril kwijt. De tweede, dit jaar. Ik heb zo m'n twijfels bij kaboutertjes die 's nachts schoenen of ramen komen lappen, maar ik ben er inmiddels aardig van overtuigd geraakt dat er een brillentrol bij volle maan mijn montuur inpikt om op z'n eigen lelijke kop te zetten.

Hoe vind je een bril zonder bril? Waarom zit er geen gps-tracker in? Ik wil die trol graag een keer van dichtbij zien.


Je weet pas wat je mist, als het er niet meer is (3x); er is geen betere aanleiding dan gemis voor radicaal ontspullen. Voor de veiligheid van omgeving en gezin is het in dit geval toch fijner als ik een beetje scherp blijf en ik ga nu dus per trein. Om me heen heeft iedereen z'n bubbel dichtgeplugd met oordopjes. Nog meer mensen houden een telefoon vast. Het plingt en sizzelt en swoesjt. Ik voel me naakt.

Een ander gemis, ook aan mij ontglipt; het hardlopen. Net zo onvoorspelbaar, net zo onmisbaar, maar gelukkig is het licht eindelijk in zicht. Niet door het te mariekondoën en te gaan jeudeboulen, maar door twee maanden totale onthouding.

Dat is: niet inspannen, niet lachen, gapen, verslikken of uitrekken, op straf van acute verwurging. Geforceerd oppervlakkig ademen is zelfs voor een gematigde persoonlijkheid als de mijne een hele uitdaging. Eten kan nog wel, de verworvenheden daarvan kwijtraken wordt de volgende strijd.


Afgelopen weekeinde is het me gelukt, qua lopen. Twee maanden na de martelende marathon van Rotterdam kan ik voor het eerst weer een looprondje doen. Ik klop op elke eikenboom die ik tegenkom: ik ben bijna beter.

Brillen zijn vervangbaar, mijn ziekte blijkt overkomelijk. Ik voel me als herboren. Glunderend onwennig heb ik mijn loopspullen in de hoteltas voor vanavond gedaan. Bijna helemaal geweldig. Volgende keer neem ik ook m'n loopschoenen mee.

dinsdag 23 april 2019

Diagnose

Kolere. ??... Pestpokketeringpleuristyfus! En alle andere ziektebeelden die ons in zwarte eeuwen overkwamen. Ons decimeerden, klein, angstig en volgzaam maakten.

En die overwonnen zijn. Voorkomen worden door een inenting op jonge leeftijd, een prikje in de hiel en ziel, gevolgd door jarenlange vrijwaring tegen de bijbehorende risico's van pijn, verminking en vroege sterfte. Als voldoende ouders geloven dat wetenschap dit mogelijk maakt, vanuit goddelijke inspiratie of agnostische deductie, zullen incidentele besmettingshaarden brandstofloos doven.

Bij mij begint het zes weken geleden te kriebelen. In de laatste voorbereidingsfase voor de marathon, aan het begin van de vastenperiode, in de overgang tussen twee pittige projecten. Heftige periode voor geest en lichaam. Een beetje snottig, rottig en mottig. Niks waar je met je rode kop niet doorheen kan beuken door nog even wat verder te lopen en wat langer door te werken. Je bent een met je gevoel. Of niet.

Het snotteren wordt rochelen, slijm verfluimt, en het kuchen gaat over in kolossale hoestbuien van seismische proporties. Converseren voelt als afblaffen, mijn bijdrage aan de brainstorms als het ophoesten van natte feiten. Niet fijn. Het gaat wel over.


Blijft het daarbij, dan is dat overkomelijk. Negeerbaar, als je een lang geplande loopwedstrijd tot uitvoering wilt brengen. Er is toch niks tegen te doen. Even doorzetten. Adem diep in...

De aanvallen vragen zoveel kracht van middenrif en borstspieren, dat ik minutenlang van de leg ben. Een autonome geweldsexplosie die qua overrompeling nog het meest wegheeft van acute braakdwang. Over de weken verschuift het epicentrum van diep in de longen naar bovenaan de luchtpijp. 's Nachts word ik wakker in gierende hoestbuien, verstikkend en beangstigend. Het is nog niet weg. Komt wel.

De marathon heb ik niet laten lopen. Hoeveel last kan je nou hebben van wat kortademigheid. Nou, voldoende om in tranen te wensen dat het voorbij is. Een dramaprestatie.

Uiteindelijk dwingen eigen ogen me naar de huisarts. Die me vertelt dat het geen longontsteking is en me een puffer en codeïne voorschrijft tegen kriebelhoest. Wat dagenlang niet echt helpt. Want het is geen kriebelhoest.

Dr. Google geeft me binnen een paar minuten een handvol opties, waarvan ik de meeste kan afkruisen omdat ik nog leef. De specifieke gierende ademnood leidt me naar de diagnose: kinkhoest. Ik voel me teruggeworpen naar de Middeleeuwen. Jeuk aan m'n horrelvoet, opspelende kroep. Heb ik dat? Dit was toch uitgestorven? Not, dus.


Mijn besmettelijk fase is al voorbij. Het ziektebeeld is verder onbehandelbaar; na een paar maanden gaat het over. Tot die tijd hoest je alle lucht uit je longen, je longen uit je lijf, tot alleen slaap nog soelaas biedt. Wat een vernietiging van energie. Wat had een effectiever vaccinatieprogramma kunnen voorkomen? Wat een geluk dat het alleen maar dat is, zonder lichamelijke schade. Wat nu. Ik snak naast adem naar de tijd dat ik weer kan hardlopen, voor 't echie. Ugh!

zondag 7 april 2019

NN Marathon Rotterdam 2019 – Te-ring!

De mooiste. Zo afficheert Rotterdam jaarlijks zijn marathon. Die kennelijk elk jaar mooier wordt. Voor de 17.000 deelnemers aan de hele afstand, is het een goede startaanname. Maar wie op driekwart nog die mening is toegedaan, heeft een ernstig masochistische inslag. En bij wie na een of meerdere jaren terugkeert voor nog een keer, nog een keer, moet geheugenverlies als verzachtende omstandigheid worden aangemerkt. Ik kwalificeer, want het viel best mee de vorige keer, voor zover ik me kan herinneren.


Natuurlijk valt het niet mee. De warmte, de afstand, de dorst, de pijn. De hardloopstrijd tegen voortschrijdende ouderdom en mentale achteruitgang. Hoe gek wil je zijn. Dus sta ik hier weer te genieten van Lee-joeneferwokaloon-Towers en de onafzienbare meute mafkezen. Te wachten op het kanon der grenadiers derde klasse. Kaboem! Recht zo die gaat.


Zoals gebruikelijk heb ik maanden getraind en zoals gebruikelijk wordt ik de laatste weken belaagd door ziektekiemen die mijn aangescherpte adonisstatuur verwarren met verlaagde weerstand tegen griepaanvallen. Ik vermoed een verwilderde variant van de vliegende vinkentering, gekruist met Q-koorts. Een akelig raspend hoestmonster knijpt groene sappen uit mijn longen, wurgt de zuurstof eruit en laat me geïmplodeerd achter. Zonder einde of mededogen. Dag na dag. Toppie voorbereiding.

Gelukkig komt bij Zelfmedelijden in mijn tekstverwerker een rood kringeltje te staan, anders zou mijn egocentrische compassie de prestatie aardig in de weg gaan staan. Niets van te merken, de eerste kilometers zijn voorbij voordat ik het in de gaten heb. Eerste Erasmusbrugpassage, zigzag om het KPN-gebouw en de brede allee zuidoostwaarts. Nu rustig op hoog tempo blijven bij lage hartslag. Het is allemaal heel simpel.

Even gebruikelijk als de voorgaande jaren, is dat de feestelijke stemming onder toeschouwers wordt aangezwengeld door het onvoorzien warme weer. De weken voor de wedstrijd wordt er steevast een ijzige winterbries bij dikbepakt wolkendek voorspeld. Handschoenen klaarleggen, thermodekens inslaan en drie lagen lang ondergoed. Naarmate de realiteitstoets dichterbij komt, schuift de verwachte temperatuur dag na dag omhoog, totdat zwemkleding de meest gepaste outfit voor deelname blijkt. De tien graden van tien dagen terug puilt inmiddels boven de twintig. Op de schaal van Kelvin niet indrukwekkend, qua loopcomfort het verschil tussen pieken en piepen.


De eerste helft is een kwestie van doorstampen. Niet te moe worden, niet denken aan hoe ver het nog is. De geest leegmaken en een worden met de stampende kudde om me heen. Het roffelen van de schoenen werkt hypnotiserend. Over de vlakte, op zoek naar de rivier.

Wekelijks de lange afstanden trainen met een loopgroep heeft er voor gezorgd dat ik eindelijk eens op constant tempo heb voorbereid. Al kletsend tikken de kilometers makkelijk weg. Nu eens zien of de ingeprente spieren snappen dat ze vandaag zwijgend, op hoger tempo en langere afstand ook gewoon vol kunnen houden. De grootste spierkracht zit tussen de oren. Ugh.

De Erasmusbrug komt weer in zicht, nu vanuit zuidelijk perspectief. Ruim de helft zit erop. Het tempo is prima, maar ik krijg onvoldoende zuurstof. Als ik dieper dan oppervlakkig adem haal, overvalt me een hoestbui, die ik alleen kan opvangen door met beide handen een dranghek vast te grijpen en met gestrekte benen tegenkracht te geven. Persweeën zijn er niks bij. Ik denk dat de kleine er bijna is. Toeschouwers snellen toe met kokend water en schone doeken.

Nog een paar kilometers, dan is de Maas weer overgestoken en wordt het tijd voor het rondje om de Kralingse Plas. Hoe lonkt daar de overzijde van de weg bij kilometerpunt 30; een paar meter zijwaarts komen de lopers bij 40 al terug.

De eerste drie maanden van dit jaar heb ik 636 gelogde kilometers buiten gerend, in 59 uur. Vorig jaar, met een heel ander programma, 648 km in eveneens 59 uur. Beide kwartalen 50.000 calorieën laten verdampen. Aardappel, aardappul. Identiek binnen de meetnauwkeurigheid. Het weer vandaag is best vergelijkbaar met vorig jaar. Ik weeg een paar kilo meer. In ben minder gebrand om een PR te halen. Dus? Ik verwacht een eindtijd die 5-15 minuten boven vorig jaar ligt. Allemaal goed bedacht, maar onhaalbaar. De hoestaanvallen nemen toe. Mijn hartslaggrafiek vertoont akelige overeenkomsten met een seismogram van een Gronings wingebied. Ik laat alle ambitie los.


In het park staat de familie op me te wachten. Fantastisch. Moment voor natte knuffels / luchtzoenen en even bijkomen. Dan weer verder. Het bosgebied ligt achter me. Mijn frisheid ook. De krampen nemen toe. Als ik nog een paar hoestaanvallen krijg, komt mijn tong zo laag te hangen dat ik het asfalt kan likken. Kubushuisjes in beeld, nog twee kilometer. Ondanks het ongelooflijke publiek, dat overal mijn naam roept (en alle varianten in diverse talen), wandel ik steeds meer.


De draai naar de Coolsingel. Knarsend transformeert het knokige lijf van aangeschoten antilope tot bevallende hinde. Geloven is zien. Langzaam sneller naar die finishlijn en erover. Een nieuw PR, maar wel aan de andere kant van de schaal. Mijn langzaamste.

De rest is ook als gebruikelijk. Hijgend over de hekken hangen, strompelen naar het sporttasafgiftepunt, uit de mondhoeken komt naast kwijl nog slechts een “dit nooit meer” gereuteld. Het was weer fantastisch. En weer even genoeg.

zondag 10 maart 2019

CPC Loop Den Haag 2019 – Afgeblazen

Mijn hoogste denkvermogen wordt ingezet onder de hoofdhuid, niet erboven. Maar mocht er de afgelopen zes jaar ook maar een enkel manisch haartje met een appelige gedachte geweest zijn op mijn koele schedelveld, dan was dit zeker niet om weer eens mee te doen met de CPC. Eg nie!

Wat ik me van 2013 nog herinner, is een doorgemodderd halfbevroren Malieveld. Heftige wind. Drukte, kou, stoepranden en tramrails. Dat zijn de leuke ervaringen, want vervelende zaken vergeet ik sneller. O ja, en een PR.

Het afvinken van de CPC op mijn bucket list elimineerde elke loopdrang om terug te keren naar de Hofstad. Toch heb ik me dit jaar weer ingeschreven. Dat ligt niet aan mij, voor de goede orde. De zaterdagochtendloopgroep heeft deze halve marathon op het programma in voorbereiding op de hele in Rotterdam, over 4 weken. Dan doe je mee. Gezellig. Brrr. Ik ben snipverkouden, maar ik weiger om in een gebreide borstrok met een warme grog onder de wol te kruipen.

De elementen, ik kan ze hebben. De organisatie niet. Bij code geel op de weerborden wapperen lopers en spandoeken in windvlagen van 100 km/h zijwaarts het parcours af. 's Zondagsochtends vroeg komt het bericht dat de 45e editie een Did Not Happen wordt. Verstandig.


Maar schema is schema. Er zal een 21 km gerend worden vandaag, ongeacht gevoelstemperatuur en lokale orkanen. Gezond verstand in een snottig lichaam. Op het tijdstip van de CPC start ik mijn privé-versie door de lokale ommelanden. Zonder eerst een half uur blauwbekken in het startvak, da’s mooi meegenomen. Go!

Ook hier stormt het, in code oranje liefst. Mijn eerste helft is tegen de wind in. Het natuurgeweld schudt me heen en weer als een tornadojager op een driewieler. Uitschieters kondigen zich aan in aanzwellend gedonder door de boomtoppen. De windvlagen rukken me van links naar rechts, soms kom ik alleen vooruit door mijn bovenlichaam naar voren te laten vallen en op de punten van mijn tenen voorwaarts te krabbelen. Het voelt of mijn wangen over m’n hoofd worden getrokken. Een spervuur van takjes ranselt me intussen ter bevordering van de bloedsomloop.


Met deze eolische geseling is elke tijdambitie natuurlijk gone with the wind. Ik loop niet op hartslag, niet op tempo, alleen over overleven. Op de terugweg luwt de windkracht, anders was ik laagvliegend weer thuis gekomen.

Ik snak naar een gebreide borstrok. En een grote grog graag.

zaterdag 2 maart 2019

Tussen ziek en zielig

Vandaag zijn de opnamedagen van 'Tussen ziek en zielig' in het rustieke praktijkhuis bij het park. Over de grindpaden drentelt men aan met de vreemdste zaken. Groots, onopvallend, verhuld in plastic of pront gedragen. Ogen weerspiegelen de opgewondenheid van een dagje uit, gecombineerd met een lichte gêne voor het zo publiekelijk uitstallen van persoonlijke aangelegenheden.


- En, wat verwacht u van vandaag?
- Nou, ik heb dit al een tijdje en ik ben toch wel benieuwd wat het is. Het zal wel niet veel zijn, maar ja, je weet het niet. Misschien is mijn leven na vandaag wel helemaal veranderd, hahaha.
- Ja, nou, succes hoor! En u?
- M'n zus en ik hebben dit van mijn moeders moeder, het zit al heel lang in de familie. Eigenlijk nooit veel aandacht aan gegeven, maar op verjaardagsfeestjes is het toch vaak onderwerp van gesprek, dus zodoende. We zitten niet te wachten op een verassing, maar we willen er nu toch wel eens een specialist naar laten kijken.

In de wachtkamer weerklinkt een barok deuntje wanneer de volgende bezoeker aan de beurt is. Opwekkende violen, een beetje blije Bach, wat onbegrepen Händel. Fake classics. Niet meer uit je hoofd te krijgen. Dan ben ik.

Achter het bureau zit Dr. Galbak, expert op het gebied van extracorporale ziektebeelden en kwalijke aandoeningen. Op een ronddraaiend plateautje staat ons gespreksonderwerp al. De beeltenis, vol sliertig pointillisme. Het heeft iets van een doorgesneden rode kool die samen met een netje mandarijnen op de hoedenplank is vergeten op een zonnige dag.


- Een bijzondere prent heeft u meegenomen.
- Dank u wel?
- Toen ik het zag, kreeg ik een brok in m'n keel. Heel bijzonder! Dit wil ik graag ook even delen met de mensen thuis.

Hij werpt nog een taxerende blik op het gezwollen object met het dooraderde oppervlak.

- Vertel eens, hoe komt u eraan?
- Eh, ik voelde me niet geweldig, al een tijdje niet, met vermoeidheid en hoesten en zo. Dit is een foto die ik heb laten maken. Mijn dokter had er geen oordeel over. Dus ik ben hier gekomen voor een eerste mening.
- Ah, mooi. Kijk, de eerste exemplaren kennen we uit eind 16e, begin 17e eeuw. Opvarenden van de VOC namen deze wel mee van de handelsreizen naar de Oost. Er zijn er maar heel weinig bewaard gebleven uit die eerste periode. Een echte doorgeëtterde windbuil, zonder bijkomende vervaging of craquelé, die is ongelooflijk zeldzaam. Dan nu natuurlijk de vraag voor wat het waard is.


Hij kijkt me aan van boven zijn leesmontuur. De mensen om ons heen heffen het hoofd en staren naar hem.

- Ik zie hier niet de fijne detaillering die ik verwacht in een puntgaaf exemplaar. Het patina is gelig, maar niet van ouderdom. Helaas, dit is geen originele ingewandsverkrochting. Ik schat het in op een milde variant van de influenza hominis, ook wel bekend als de man flu. Nogal amateuristisch neergezet, je herkent dan toch wel de grove streken. Ik zou zeggen, leuk voor thuis op de bank. Niet iets om de verzekeringspolis voor uit de kast te halen.
- Ach, ik wilde er toch niet vanaf, je raakt er aan gewend, mompel ik. Dag dokter.

Ik sleep mezelf naar buiten. Een flard vioolmuziek wurmt zich nog achter me aan tussen de sluitende schuifdeuren en vlijt zich diep in mijn oren neer.

zaterdag 19 januari 2019

Thor Winter Challenge 2019 – Trail & error

Ik heb zin het nieuwe jaar, dus even de agenda updaten met het menu van 2019.
- Q1: als amuse trainen voor een relaxte Rotterdamse marathon. Voorgerecht: de Haagse stadpierstadter HM vier weken ervoor.
- Q2: Smaakvol gebruik van lokale ingrediënten; de halve Roosendaalse. Garneren met doorgaande opbouw op langere afstanden, horizontaal en verticaal.
- Q3: Trailtripje naar Spanje, bijspijs ter voorbereiding voor de Zeeuwse Kustmarathon als hoofdgerecht, twee weken later.
- Q4: Het machtige toetje, een nieuwe aanval op de Brabantse Heuvels. Check. Afvullen met sappige loopjes in wild terrein.

Een delicieuze combinatie in een ontspannen setting dus. De bakken met schema’s zijn gevuld, de messen geslepen. Uw keukenbrigadier gaat lekker aan de slag met de mise-en-place.

Vandaag valt de geplande lange trainingsduurloop samen met de open Winter Challenge trailrun op de loopvereniging. Ik kies voor het laatste; de afstand is met 25 kilometer gelijk, maar het parcours is spannender en ik wil iets snellers dan standaard. En verder; challenge? In Oostenrijk hebben ze een uitdaging, met een metersdik sneeuwpak; hier hebben we een graadje onder nul met een paar millimeter rijp.

Nadat de jongste naar haar eerste zwemles is begeleid, fiets ik door naar de startlijn. De lucht is licht en fris. Een mooi groepje gaat op pad, gaandeweg uitwaaierend in tempo en splitsend voor de verschillende afstanden. De route is op de afslagen aangeduid met gekleurde papiertjes, maar die zijn niet erg opvallend. Zo bevind ik mij na een tijdje al babbelend met een medeloper (3e in de Amsterdamse marathon in haar leeftijdsgroep, jawel, het tempo lag niks te laag) geheel geïsoleerd van de andere deelnemers in het achterland. Zon aan de hemel, bevroren bladeren onder de voeten, een uitje.


Nu gaat het niet om de tijd in deze run. En met wat inschatting van de omgeving, herkenning van bekende stukken en stug doorbanjeren komen we met 27,5 op de teller weerom. Relatief snel maar zeer ontspannen. Het verschil tussen de beoogde route (hierboven) en de gelopen variant (hieronder) is duizelingwekkend. Het resultaat is gelijk: een frisse neus en een wijde blik.


Deze gang zit er goed in. Ik krijg zin in een stevige bak koffie met friandises. Mag ik meteen de rekening even?

zondag 6 januari 2019

Sneeuwzeker

Het is welzeker een interessant experiment om een kippige polderbewoner met hoogtevrees neer te zetten op een berghelling met spekgladde ondergrond, zonder enig ander houvast dan twee prikstokjes en een doorgeschuurd vertrouwen in de eerdere skilessen. Wetenschappers observeren de hartslagpieken, daltemperatuur en de belastingsgraad van de maagwand door schnitzel en friet. De combinatie oogt kritiek. Het onderzoek kan helaas niet dubbelblind worden uitgevoerd, daar deze hoofdpersoon pertinent niet bereid blijkt om dit ook nog eens geblinddoekt door te maken.

Als late starter op het skitoneel heb ik me nooit heel cool gevoeld tussen almendudlers en snowboarddudes. Die afhankelijkheid van een stapel oncomfortabel materieel. Skischoenen die met alle macht over de wreef geperst moeten worden, de afgeschraapte schenen en beknelde bloedsomloop.

Of ski’s die bij het dragen in de hand niet op elkaar willen blijven zitten, maar losjes om hun middelpunt beginnen te scharnieren op het moment dat je net een half gesmolten sneeuwbult over kluunt. Waarna de stokken besluiten om af te glijden naar het punt waar ze tussen de benen een perfect struikelkruis vormen. Ik houd zeker van sneeuw, maar op enige afstand.
 

En hellingen waar de dag een strakke zachte donsmat vervormt tot gebochelde ijsplateaus. Het schrapen van metaal op keiharde permafrost. Zwiep. De ene ski ligt me dertig meter terug uit te lachen, de andere drentelt nog onverdroten dalwaarts.

Ondanks jaren investeren blijft het bibberen. Ik ben opgejaagd door een trainer van het Amerikaanse Olympische downhill skiing team (niet omdat ze een uniek toptalent in mij zag schemeren, maar omdat er een extra zakcentje verdiend moest worden). Gedrild door een Oostenrijkse ex-militair. Begeleid door een mondiaal opererende Nieuw-Zeelandse pro, in Spanje, die daarna niet wist hoe snel hij weer in het vliegtuig moest stappen.


Het is een voorrecht om dit jaar weer in de skilift te stappen en de kakelverse sneeuwlaag van nabij te zien. Op de blauwe pistes pas ik mijn racelessen toe, stokken tussen de armen en de perfecte stroomlijn. Maar op de rode pistes ontstaat de huiver. Als het goed gaat, gaat het geweldig; als de sneeuwjacht huilt en de diepte onzichtbaar wordt, dan kruip ik terug in de beschermende holte van de cabinelift.


De fijnste reden om op wintersport te gaan, is het samen skiën met de anderen. Wat mooi om te zien hoe de kids zo snel vooruit gaan. Elk jaar stappen verder. Vreesloos en frictieloos naar beneden. Geen gecalculeerde route met escapes naar blauw, maar de eerste beste sleeplift in. We zien jullie wel tegen lunchtijd. Eh, dag dan, tot straks.


De terugreis lijkt dan nog ver weg. Anderhalve meter sneeuw in een nacht wordt er voorspeld. Daar komen we wel doorheen, zwierend over die eindeloze piste.