zaterdag 30 maart 2013

Lucht

En daar zitten we weer, in de knusse klemfauteuiltjes en de afgewerkte lucht van de zakenvlucht. Het geforceerd snelwandelen door kilometers luchthavenhal kwalificeert mijns inziens voor een entreebewijs bij de Olympische Spelen, al is het maar in de categorie entertainment.

We waren krap in de tijd, na een halve week intensief werkwinkelen met groepen deelnemers van verschillende gezindte. Onze planning wordt knikkend voor kennisgeving aangenomen, en iedereen trekt z'n eigen agenda en een eigenwijs gezicht. Trek dat maar weer recht. Dan toch afscheid, door de lentesneeuw met de mekkerende rolkoffer als een kreupel lam in de armen, en opgenomen in de holtes van de U-baan. Als we voort maken, dan halen we het nog net.


En bij de balie blijkt de vlucht een uur vertraagd. Nahijgend, nakauwend op een mee gegrist broodje klef, valt er een gat waar adrenaline met koffie wordt uitgeruild. Het trage uur eindigt met een busrit over eindeloze startbanen, met daarna weer een uur wachten in het vliegtuig. Door de ontijsstraat, aansluiten, en eindelijk omhoog.


Het vliegen duurt korter dan het aansluitend lopen, bussen en rijden. Op Schiphol zoeken naar de auto. Er is wel duiding voor schizofrene eskimo’s, maar waar blijft de app die mij vertelt welke bak de mijne is? 



Schrale oren van het onafgebroken bellen, plannen plannen voor het plannen van planningen, als een George "Up in the air" Clooney (maar dan vele malen sexyer) de luchtmijlen aan elkaar rijgend. Prachtig vak, prachtig leven, maar soms happend naar lucht. Niet van het hardlopen helaas.

donderdag 21 maart 2013

Mannenavondje

Een avondje thuis alleen voor de Moderne Man. Tijd voor bier en pizza. Deze nieuwe lente heeft tot nu toe alleen maar dagen opgeleverd van aaneensluitend telefonisch overleg en sneeuwonderbroken koudefronten. Ik heb behoefte aan een nieuw geluid.

Na een half jaar lopen zonder oortjes (de elektronische) wil ik wel weer eens op pad met een muziekje en een schemaatje. Daartoe daal ik af in de krochten van mijn telefoon en rakel een oude loopapp op. In een hoek van de kast vind ik het oorsetje. Verroest! Als in: de oordopjes zijn daadwerkelijk verroest. Dat tientje diepte-investering heeft amper een jaar afschrijving mogen beleven.

Het is ook een jaar geleden dat ik RunKeeper heb getest, met teruglopend genoegen door een rochelende gps die eindigde in een flatline. Vele automatische updates zijn sindsdien ongezien aangebracht, en tot mijn opluchting draait het als een tierelier. Lekker zeven kilometer interval, opgedreven door een bitse trainbitch. En als tussendoor Roy Orbison “Run, Baby, Run” in m’n oor fleemt, dan wil ik wel tempo maken. Een vreugdig loopvuur verbrandt de calorieën van een zakje voorbarige paaseitjes.

De gemeten route blijkt scherp als een scheermes. Ik zie precies waar ik de straat ben overgestoken of een paar tegels heb afgesneden in de bocht. Het wordt nog eens wat. Later plof ik voor de tv. Met het bier, met de pizza. En een stapel e-mails ter hoogte van de nationale schuld. Nog zin in zon, maar al zen van zeven zalige kilometers.

zondag 10 maart 2013

City-Pier-City Loop 2013 – Wandelhoofd

Ik ging naar ‘s-Gravenhage om de pier te zien. De pier is dood, vanzelfsprekend. Afgetakeld monument van Victoriaanse glorie, overblijfsel uit een tijd dat Hagenaars (niet de Hagenezen) zich met een koetsje naar het strand lieten rijden, tot in de branding, om van daaruit schroomvallig een blanke enkel in schuimend zeesop te dopen. Dan kuierend met parasol over het wandelhoofd en een pinkverheffend kopje thee in het aanpalende kuurhuis. Nu is er niemand die er meer een cent voor geeft, een desolate winkelgalerij van grootdorpse triestheid, slechts overspoeld door het schuim der aarde.


En ik ging voor de City-Pier-City loop. De aanduiding “CPC-runner “ klinkt meer als cv-kwalificatie voor een drugsbaron, maar het betreft hier wel degelijk een nieuwe vink in mijn rencarrière. Een eerstekeertje, deze populaire wedstrijd. Aanlokkelijk als dit soort massameeting is voor de lokale ongetrainden en overmoedigen, laat ik de kleinere afstanden over aan een ieder die zich in een vleesfuik wil klemlopen. Doet u mij de halve maar, alstublieft.

Nu kan ik me eigenlijk ook niet beroemen op een overdaad aan training. Een, max twee keer per week is het me dit jaar maar gelukt om op het snijvlak van tijd en ruimte de schoenen aan te binden. En overmoed is mijn tweede naam. Nu ja, we zien wel.

Echt strandweer is het niet, als daarmee zonnig en windstil wordt bedoeld. Na een optimistische halve lenteweek is het nu weer tegen het vriespunt, met windkracht 5 tot 6. Brrr! De blauwe vuilniszak die ik op het blubberige Malieveld aangord voor de start is weinig verwarmend maar matcht fashionable met mijn lippen.

De drukte na de start valt niet mee; de eerste kilometer ervaar ik meer medelopersinitimiteit dan snelheid. De drukte aan de kant valt ondanks de kou wel mee, met een stroom aan onvervalst Haagse aanmoedigingen (denk ik). Het parcours voelt zwaar. Halverwege overspoelt een witte sneeuwjacht de lopers. Ik loop zonder inzicht in tussentijden, op stevig maar niet overdreven tempo. Een halve marathon is best wel weer ploeteren, zo blijkt. Vijf kilometer voor het einde arriveer ik dan bij de opgeknapte boulevard, met in de verte de verwelkte pier. Niet te lang bij stil blijven staan, en terug omlaag naar het centrum. 


De vink staat. De pier ligt. Ik zit alweer te kijken naar wat mijn volgende wedstrijd wordt. Ik mik op beter weer, en lekker lange lenteloopjes. Maar kan iemand mij uitleggen waarom ik vandaag toch weer een PR heb gelopen, ondanks matige voorbereiding, teveel snoepen, suboptimale motivatie en een drentelend deelnemersveld? Vragen, vragen...