vrijdag 30 januari 2015

Zwemles

Ze is van het grote graaien, met beide handen als het kan – ze spuugt op het vestje van de gewone man, kakelend lachend. Niks crisis: het is bonus op bonus.


Ik maak het voortdurend mee; ik ben die man. Ik sta erbij en laat het over me heen komen. En ik juich het toe, moedig het aan. Mijn bonus. Zij leert elke dag iets willekeurigs dat zich over tijd rangschikt in een gelaagd patroon van kennis en beheersing. Wat een prachtige nabijopname van een groeiend mens.

We gaan naar het zwembad. Voor alles is een eerste keer en dit is alweer een eerste keer. Het ook mijn eerste keer, weer al zonder weerga. Natuurlijk zijn deze momenten al miljarden keren beleefd, al miljoenen keren bezongen, maar deze keer nog niet. Bij dezen.

Een zwemluier is de dracht voor deze groep prediplomisten. Als ik met haar het trapje afdaal vrees ik in stilte dat, door het absorberend vermogen hiervan, het bad zich als de Rode Zee met een zuigend geluid zal splijten voor een voetpad naar de overzijde. Neen. Het voelt als een warm bad. Ja. Dat is het ook.


In de echoënde herrie kijkt ze mild fronsend om zich heen naar deze supersized baarmoeder. Na een babybadje van 80 cm is dit het voorstadium van de zee, voortklotsend in eindeloze deining. Ze laat zich waardig heen en weer bewegen. Geen kik, geen crawl. Een uur lang drijven we, plonzen we als badeentjes. Ze glimlacht.

Na afloop laat ze zich uitgehongerd voeden en ligt dan winterslapend in het wiegje. Woordeloos weet ik: snel een tweede keer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten