woensdag 14 januari 2015

Kiesdrempel

Na een paar decennia wordt de noodzaak tot renovatie echt duidelijk. Uit de tijd geraakt, versleten en verkleurd. De gaten vallen erin en vullen zich met gruis en kruimels. Conclusie: sloop het er maar beter uit voor iets nieuws. Zo zij het. Na het oordeel volgt het plan en de planning. Drie maanden wachten totdat de klus kan beginnen, maar vandaag is het zover. Gereedschappen liggen in het rond, mondkapjes en veiligheidsbrillen worden voorgespannen. Het is tijd om enkele van mijn oude vullingen, nog gemaakt van in de mond gestold verarmd uranium, maar eens te gaan vervangen.

Uit een onverdoofd verleden weet ik dat ik het snel op mijn zenuwen krijg bij de tandarts. Voor ieders gemoedsrust wordt er een tweetal injecties in de kaakholtes gedreven. Dat maskeert de aanslagen op mijn tere gestel, zoals het ondraaglijke gevoel van propjes watten achter de kiezen. Naast brekend piepschuim veroorzaakt dit directe kortsluiting in mijn prefrontale cortex.


En daar lig je dan, onmachtig, in het zoeklicht achter luxaflex. Spuiten, boren, zuigen, klemmen, vullen, stampen, harken, harden, slijpen en slikken: The Movie. En deel II: De Andere Kant.

Wankelend naar buiten, alsof de verdoving nog met een klassieke fles whisky is voltrokken. Een dove mond. Ik weet dat m’n lippen er zijn, maar ik kan ze niet voelen. Als ik ze aanraak, zijn het alleen m’n vingertoppen. Als dit te lang duurt, geloof ik niet meer dat ik ze heb. Dat ik door het leven ga als de kwade genius uit een rampenfilm die in een onbewaakt ogenblik een slokje van het zuurbad genomen heeft. 

Weer thuis durf ik niks te bijten. Gelukkig is er slagroomtaart. Niet mijn lievelingshap, maar dit druipt tenminste niet, anders dan de koffie, ongecontroleerd via mijn anders zo stoere onderkaak naar beneden. 

Langzaam begint het tintelen, als ontdooiende vingers; de beschadigingen van het hak- en breekwerk aan tandvlees, tong en lippen worden voelbaar. Vervolgens voel ik wel weer mijn onderlip, maar niet als onderlip. Zwellend als een geïmplanteerde goudvis, een watergevulde ballon, een nat matras dat aan mijn hoofd hangt als een alien in z'n coming out.

De pijngrens wijkt stukje bij beetje. Het voelt nu weer anders. Alsof ik een zwiep met een stoeptegel tegen m'n mond heb gekregen. Interessant. Daarna een suizend knagen, blaren op m'n lip en tandvlees, nog murw en bol alsof een velletje klokhuis klem zit tegen de tandhals. Precies zo.


Goed, we kunnen er weer een paar decennia tegen. Ik zit nog even niet te wachten op deel III.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten