maandag 16 juli 2012

Trilling

Het is zomer. Als het niet zo regende kon ik de zon zien. En zij kon mij bruinen en verlichten.

Stijf geworden na een hele ochtend achter de laptop moet ik het besluit gaan nemen. Lunchen of lopen. Als ik nu eet wordt het pas einde middag voordat ik naar buiten ga. Misschien is het dan wel droog. Of het plenst nog harder.


Niet gaan is geen optie. Het schema is mijn meester, mijn solistische contract. Ik onderwerp me aan mijn eigen regels. Vandaag een loopje op wedstrijdsnelheid, na een opwarming van tien minuten op duurlooptempo. Het staat zo geschreven, en alzo zal het geschieden. Niet gaan voelt erger dan het breken van een brievenketting. Rampspoed zal toeslaan in een ver land, onschuldigen gaan teloor.

Ik ben niet van chocola, noch zoet, noch bitter. Waar bij de eerste regendruppels de maatschappij een pantser van regenkapjes, paraplu’s en verwrongen mondjes optrekt, word ik met korte broek en shirtje de antithese, een eenzame loper die opgaat in de ongerepte natuur in plaats van zich eraan te ontworstelen.

Een paar strekoefeningen om de stramme rug te lenigen. Het gevolg van een flexibele werkplek. Naar buiten turen, waar de wolken jagen. Het windmetertje op het naburige gebouw tolt als een bezetene. Vogels schieten bogen door de lucht als de plastic vliegtuigjes die ik vroeger met een elastiek lanceerde. Zie ik daar een lichtere strook aankomen?

Dichter sta ik bij het glas. Wilde lucht blaast door het ventilatierooster naar binnen. Neusvleugels trillen. Instincten ontwaken. “Go, Johnny, go, go, go!”, roept iemand door de kamer. Ik ben het zelf. Maar ik heet geen Johnny. Diepe ademteug, toegeknepen ogen, onderkaak naar voren. Ik luister wel. Ben zo terug.

1 opmerking:

  1. Een verslaving, dat is het. En een verdomd fijne ook nog.
    Leuk blog!

    BeantwoordenVerwijderen