zondag 17 juni 2012

Van bil

Ons menselijk mechaniekje is aanmerkelijk complexer en zelfredzamer dan het gemiddelde uurwerk, en daarom hoeft er in principe geen batterij of gesjor aan te pas te komen om ons op te winden. Mijn adrenaline ontspruit door stukken te lopen in de buitenlucht, loopstukjes te schrijven bij het toewerken naar een wedstrijd, en dan het kunnen stuklopen om de race in een minimale tijd te volbrengen.

Mijn loopschema is een planbord waar de NS jaloers op zou zijn. Een neuriënde spreadsheet gevuld met mijn wedstrijden, de weekplanningen, alle trainingsvariaties met beoogde tempi en afstanden, en vergelijkende grafieken ter controle van de voortgang. Ik ga als een trein, zonder last van bladval of onwrikbare wissels. Het enige wat met te doen staat, is mezelf te volgen. Twitter 2.0. Voorbeeldig leiderschap.

Eenmaal opgezweept is inhouden nog het moeilijkste. De zoete verslaving van de inspanning lokt me uit om verder te komen in de duurloop, harder te gaan bij het draven en langer vol te houden per interval. En de dagen dat ik niet mag lopen van het schema, ga ik maar een stukje ontspannen fietsen of tennissen om de spieren los te houden. Alsof ik ontspannen kan sporten.

Met een half luisterend oor voor de piepjes in het lichaam probeer ik overbelasting en slijtage te voorkomen. Maar in alles ben ik menselijk; en m’n grootse zwakte is het tijdig erkennen ervan. Vorig jaar: vlagen van hielspoor. Oei, klassiek risico. Iets gematigd, andere schoenen – geen last meer van. Begin dit jaar: pijnlijke linker enkel. Ai, bekende loopblessure. Meer op m’n loophouding gelet, minder schampen met rechter enkel – onder controle. 

En nu: gezeur in de rechter heup. Ach wat, gewoon luie spieren. Straal genegeerd. Opgevolgd door een bozig pijntje van bil tot rug. Dwars doorheen gelopen, eerst die snelle tijd neerzetten – bikkel! En dan, weer thuis. Overvallen door knijterende hellepijn, niet meer kunnen lopen. Sukkel... Klauwend naar de bank gekropen, vloekend de pijn wegbijtend.

Tijd voor zelfmedicatie, te beginnen met een dubbele dosis oude whisky ter verzachting van de beurse trots. Het eerste rijtje zoekresultaten levert een breed spectrum met mogelijke diagnoses. Ik zie Viva.nl, dat lijkt me een forum met hoge wetenschappelijke allure. Ze hebben ongetwijfeld een top tien met standjes ter voorkoming van lage rugklachten. Er is een link naar het Reumafonds: artrose herkennen. Nee, liever niet. Daaronder: heupkopnecrose; wordt ook wel osteonecrose van de heupkop genoemd. Ja, andere woorden maken het veel geruststellender. De andere opties graag. Slijmbeursontsteking. Een scheuring in het bovenste deel van de rectus femoris. Botbreuk. Aaargh. Ik neem een aspirientje.

De wedstrijd van volgende week kan ik afschrijven. Al blij genoeg dat ik pas op de plaats kan maken luister ik even liever naar m’n lichaam dan naar m’n gekerm. Ik schuifel door de kamer als een gramstorige pinguïn en staar deemoedig en weemoedig door de ramen naar buiten. De komende tijd moet ik weer terug kan leren lopen. Het klokwerk niet te strak opwinden. Stapje voor stapje dan maar.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten