dinsdag 13 februari 2018

Het is maar 55 uur lopen naar Rotterdam

Op deze dinsdagochtend tijdens carnaval zijn de harde werkers in Tullepetaonestad al voor dag en dauw op pad gegaan, de overigen liggen bij te komen van het harde druisen en zeulen. De wereld is leeg en vorstelijk wit; de gevoelstemperatuur gaat richting -10 volgens het KNMI. Gelukkig ben ik niet zo’n gevoelig typje en ik benut de luwte voor een stevig interval. Drie minuten op bijna maximale hartslag, twee minuten op minimale sukkeldraf en dat geheel in stijl 11 keer. Eindelijk een mooi tempo, na vier weken slenterdraf.


Ik ben op een derde van mijn trainingsschema voor de Rotterdamse marathon. Voor een betere eindtijd wil ik deze keer optimaal oefenen. Een maand geleden liet ik me daarom professioneel testen op de loopband. Diverse oplopende snelheden, met na elke vijf minuten een vampierslokje bloed uit m’n oorlel voor analyse op de melkzuurspiegel. Daar blijkt uit dat ik prima hard kan lopen, maar dat ik voor een goede marathontijd – jawel – juist langzamer moet. Want dat hogere tempo houdt mijn lichaam geen 42 kilometer vol.


Met een toegespitst trainingsschema onder de arm verlaat ik het pand. Na 83 trainingsloopjes en 55 uren moet ik dan klaargestoomd zijn voor de grote ronde. Mijn ambitie om 3:30 te lopen is door de sporttester snuivend ontvangen. In 3:45 moest het kunnen, in 3:40 wellicht ook. Als alles meezit. Want ja, u bent al wel een jaartje ouder, he. Ik houd me in, alvast oefenend voor wat komen gaat.

Inhouden dus. Afvlakken. Gas terugnemen. Al vier weken en 220 kilometer lang op lage en lagere hartslag. Strafwerk. Als mijn hartslag nog lager wordt, voldoe ik aan de limiet om twee meter onder het maaiveld te mogen oefenen. Ik neem maar weer muziek mee om niet sjokkend in slaap te vallen. De spieren waarderen het nog minder dan de luie geest die alsmaar sneller wil. De aerobe drempel wordt keer op keer overgehobbeld, het melkzuur klotst door m’n benen en verdwijnt voor even voordat het interval overschakelt op een nabijgelegen tempo waarbij de resterende energie uit mijn systeem wordt gezogen.

Na deze eerste maand voel ik langzaam verandering. Het lukt me zelfs redelijk om op gevoel in lage hartslag te lopen. De snelheid gaat daarbij beetje bij beetje omhoog. Ik geniet van de mooie omgeving. Wie weet ga ik het nog leuk vinden de komende tijd.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten