dinsdag 23 januari 2018

What the FFF - Het ondeelbare keuzemoment

Zondagochtend om half acht; op pad voor de lange duurloop. Licht sijpelt al over de oostelijke rand van de wereld. Na natte dagen en koude nachten is de asfaltweg voor de deur een privé glijbaan. Om de hoek kan ik rustiger lopen op de stoeptegels. Daarna volg ik de fietspaden die hun witheid niet aan ijzel, maar aan strooizout ontlenen.


In het buitengebied is de keuze minder reuze. De weg blijft glad. Ik kan kiezen tussen een zekere afzet aan de bermkant met bobbelige bestrating en hobbelige kuilen, of een bijna schaatsende beweging midden op de straat waar er door de hoogte minder waterverzadiging en ijzigheid is. Ik ga voor de laatste optie in een wrijvingsloze zwembadpas.

Er is verder geen mens buiten. Laag tempo, lage hartslag. Gedachten waaieren uit in dunne sliertjes. Ik ben het universum, het niets is alles. Dan…, een geluid als een misthoorn, fortissimo vijf meter achter me.


Noodsein. Hoge prio. In mijn hoofd wordt de duisternis weggezogen. TL-balken knipperen aan, strijklicht glijdt langs de muren van een grijze bunkerruimte met hoge tafels. Deuren zwaaien open, schaduwen in toga’s komen binnengesneld, nemen plaats en wenden zich tot de griffier aan de zijlijn. Hij kijkt op en spreekt: “Het hof van arbitrage voor calamiteitenrespons is bijeen, aanwezig zijn de edelachtbare rechters Flie, Fakck en Faïd. De zitting is geopend.”
Faïd: “Wat is de situatie? We hebben al tien milliseconden verkwist. Laten we een keuze maken en de aanvaller elimineren.” 
Griffier: “Er is een hard geluid waargenomen op zes uur, de frequentieanalyse duidt het als de claxon van een middenklasse personenwagen. Gezien de duur en volume van het signaal is er reden om aan te nemen dat het gaat om een naderende auto op onderscheppingsafstand. Urgente actie is geboden.” 
Flie: “Duidelijk. Er is geen tijd, opzij met die handel, wegwezen hier.” 
Fakck: “Een klaroenstoot, hoorngeschal als de lokroep van een nimf. Zou het niet geweldig zijn, als ze even zachtjes tegen me oprijdt? Diegene en mijn genen; wie weet welke wondermooie combinatie dat gaat baren…” 
Faïd: “Ik laat me niet zomaar van de weg toeteren. Laten we een krachtig statement maken in de vormgeving van zijn motorkap.” 
Flie: “Ben je gek? Ook al is krachtens het Arrest van Voetganger versus Snelverkeer genoegzaam vastgesteld dat we in ons recht lopen, een discussie met de nabestaanden acht ik minder opportuun dan eventuele schrammen op ons gemoed. Go!” 
Fakck: “De verholen blik in het voorbijgaan, een moment van tedere bezinning, waar is mijn karmozijnrode ochtendjas, mijn gelaat verzonken in geurende lokken als vroegrijpend ooft.” 
Griffier: “Het hof dient nu tot uitspraak te komen. Mag ik uw eindoordeel?” 
Flie: “We gaan aan de kant. Ik zal mijn waarde collegae in de nazit nader doceren omtrent de onhaalbaarheid van hun scenario’s.” 
Griffier: “Alzo zal geschieden. Stel de noodsprong in werking.”
Het beeld lost in een draaikolk op als ik met een zijwaartse salto de berm in spring. De auto passeert me, de ruwbaardige chauffeur gunt me geen blik waardig. Ik herstel tot het voorgeschreven hartritme en hervat de lange, beijsde route, tussen pollen, steenslag en blubbering. Pfff.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten