zaterdag 20 december 2014

Babybedoelingen

Het is bekend dat communicatie voor slechts 7% door het gesproken woord wordt ingevuld. De rest is silence. Of bestaat uit knikjes, gehum, aha-aha, grote ogen, blosjes, een trilling bij het linkeroog, achteruitdeinzing, klotsende oksels, vluchtgedrag dan wel een spontane refluxfontein. De expert luistert naar meer dan de woorden en interpreteert de gehele boodschap in z’n samenhang.


Een baby ontbeert nog ten enenmale spraak. De lichaamstaal bestaat voornamelijk uit een onbeheerst vuistschudden en het laten lopen van lichaamssappen uit alle voorhanden openingen, maar daar moet beter niet teveel betekenis aan worden gehecht. De eerste zes weken is er ook geen sprake van blikken van herkenning of lachpogingen. Er is alleen gehuil. En de stilte dus.

Gehuil betekent dat er iets niet lekker gaat. Er is sprake van honger, koude voeten, oververmoeidheid of schrale billen. Of van een overvolle maag, een heet hoofd, slaap dan wel weltschmerz. Zoek het maar uit. Pas als de stilte intreedt, is het probleem opgelost. Alle tussenliggende pogingen tot remedie eindigen meestal in ernstiger gehuil.

De overgang is abrupt. Een tornado van emoties luwt binnen een seconde tot halfgeloken oogjes als de juiste snaar is getroffen. Bij een vals akkoord schaalt het alarmniveau gemakkelijk nog een klasse op. Een jonge baby kent geen tussenweg. Geen nou, ach, tja, eh, vooruit dan maar. Het is goed of niet. Hè hè, de melkfles. Stop de sirene, start de slurpgeluiden. Als ouder is het een explosieve tombola. Soms is 7% gesproken woord toch best wel fijn.

Naarmate we ouder worden vervangen deze grenzen tussen zwart en wit. We verkennen gaandeweg de middenweg, maar we hebben er ook aanmerkelijk langer ervoor nodig om van de ene in de andere gemoedstoestand te komen. We ontploffen niet meteen. We kalmeren al veel minder snel; nog eens bozig overdenken, wat mokken en pruilen, na een paar dagen een eerste geknepen glimlachje en dan klaart de lucht weer. En we onthouden het nog jaren voor een geschikt moment in een spelletje jamaarjijookaltijd-en. Ons leer- en reageergedrag heeft veel weg van een dynamisch regelsysteem; met betere inregeling worden de overgangen minder scherp en de voorspelbaarheid hoger.


Het binaire karakter van de babycommunicatie wordt duidelijk geïllustreerd in popmuziek. Niks: misschien! Het is toch geen schrijnende rijmarmoede die het Engelstalig repertoire met deze magistrale zinnen heeft verrijkt…? Meezingen mag:
  • Yes sir, thats my baby, no sir, I don't mean maybe (Frank Sinatra)
  • It's time to leave you, baby, and I don't mean maybe (The Faders)
  • Gonna miss me baby and I don't mean maybe baby (George Jones)
  • Speedin' back to my baby, and I don't mean maybe (Kiss)
  • I love you baby, I don't mean maybe (Johnny Horton)
  • I just wanna be your baby, I don't mean maybe (Harlem)
  • I'll be darlin' if you be my baby, 'cause I love you honey and I don't mean maybe (Buddy & Julie Miller)
  • I wanna love ya baby, I don't mean maybe baby (Neneh Cherry)
  • Why don't you come on baby right now I don't mean maybe (Ron E. Beck)
  • Won't you be my baby, well, I don't mean maybe (David Orrell)
  • He's my baby, I don't mean maybe (John Prine)
  • Well be-bop-a-lula, she's my baby, be-bop-a-lula, I don't mean maybe (Gene Vincent, Cliff Richard) 
Het moge duidelijk zijn wat er bedoeld wordt. Ik ga een flesje klaarmaken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten