zaterdag 2 maart 2019

Tussen ziek en zielig

Vandaag zijn de opnamedagen van 'Tussen ziek en zielig' in het rustieke praktijkhuis bij het park. Over de grindpaden drentelt men aan met de vreemdste zaken. Groots, onopvallend, verhuld in plastic of pront gedragen. Ogen weerspiegelen de opgewondenheid van een dagje uit, gecombineerd met een lichte gêne voor het zo publiekelijk uitstallen van persoonlijke aangelegenheden.


- En, wat verwacht u van vandaag?
- Nou, ik heb dit al een tijdje en ik ben toch wel benieuwd wat het is. Het zal wel niet veel zijn, maar ja, je weet het niet. Misschien is mijn leven na vandaag wel helemaal veranderd, hahaha.
- Ja, nou, succes hoor! En u?
- M'n zus en ik hebben dit van mijn moeders moeder, het zit al heel lang in de familie. Eigenlijk nooit veel aandacht aan gegeven, maar op verjaardagsfeestjes is het toch vaak onderwerp van gesprek, dus zodoende. We zitten niet te wachten op een verassing, maar we willen er nu toch wel eens een specialist naar laten kijken.

In de wachtkamer weerklinkt een barok deuntje wanneer de volgende bezoeker aan de beurt is. Opwekkende violen, een beetje blije Bach, wat onbegrepen Händel. Fake classics. Niet meer uit je hoofd te krijgen. Dan ben ik.

Achter het bureau zit Dr. Galbak, expert op het gebied van extracorporale ziektebeelden en kwalijke aandoeningen. Op een ronddraaiend plateautje staat ons gespreksonderwerp al. De beeltenis, vol sliertig pointillisme. Het heeft iets van een doorgesneden rode kool die samen met een netje mandarijnen op de hoedenplank is vergeten op een zonnige dag.


- Een bijzondere prent heeft u meegenomen.
- Dank u wel?
- Toen ik het zag, kreeg ik een brok in m'n keel. Heel bijzonder! Dit wil ik graag ook even delen met de mensen thuis.

Hij werpt nog een taxerende blik op het gezwollen object met het dooraderde oppervlak.

- Vertel eens, hoe komt u eraan?
- Eh, ik voelde me niet geweldig, al een tijdje niet, met vermoeidheid en hoesten en zo. Dit is een foto die ik heb laten maken. Mijn dokter had er geen oordeel over. Dus ik ben hier gekomen voor een eerste mening.
- Ah, mooi. Kijk, de eerste exemplaren kennen we uit eind 16e, begin 17e eeuw. Opvarenden van de VOC namen deze wel mee van de handelsreizen naar de Oost. Er zijn er maar heel weinig bewaard gebleven uit die eerste periode. Een echte doorgeëtterde windbuil, zonder bijkomende vervaging of craquelé, die is ongelooflijk zeldzaam. Dan nu natuurlijk de vraag voor wat het waard is.


Hij kijkt me aan van boven zijn leesmontuur. De mensen om ons heen heffen het hoofd en staren naar hem.

- Ik zie hier niet de fijne detaillering die ik verwacht in een puntgaaf exemplaar. Het patina is gelig, maar niet van ouderdom. Helaas, dit is geen originele ingewandsverkrochting. Ik schat het in op een milde variant van de influenza hominis, ook wel bekend als de man flu. Nogal amateuristisch neergezet, je herkent dan toch wel de grove streken. Ik zou zeggen, leuk voor thuis op de bank. Niet iets om de verzekeringspolis voor uit de kast te halen.
- Ach, ik wilde er toch niet vanaf, je raakt er aan gewend, mompel ik. Dag dokter.

Ik sleep mezelf naar buiten. Een flard vioolmuziek wurmt zich nog achter me aan tussen de sluitende schuifdeuren en vlijt zich diep in mijn oren neer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten