zondag 10 maart 2013

City-Pier-City Loop 2013 – Wandelhoofd

Ik ging naar ‘s-Gravenhage om de pier te zien. De pier is dood, vanzelfsprekend. Afgetakeld monument van Victoriaanse glorie, overblijfsel uit een tijd dat Hagenaars (niet de Hagenezen) zich met een koetsje naar het strand lieten rijden, tot in de branding, om van daaruit schroomvallig een blanke enkel in schuimend zeesop te dopen. Dan kuierend met parasol over het wandelhoofd en een pinkverheffend kopje thee in het aanpalende kuurhuis. Nu is er niemand die er meer een cent voor geeft, een desolate winkelgalerij van grootdorpse triestheid, slechts overspoeld door het schuim der aarde.


En ik ging voor de City-Pier-City loop. De aanduiding “CPC-runner “ klinkt meer als cv-kwalificatie voor een drugsbaron, maar het betreft hier wel degelijk een nieuwe vink in mijn rencarrière. Een eerstekeertje, deze populaire wedstrijd. Aanlokkelijk als dit soort massameeting is voor de lokale ongetrainden en overmoedigen, laat ik de kleinere afstanden over aan een ieder die zich in een vleesfuik wil klemlopen. Doet u mij de halve maar, alstublieft.

Nu kan ik me eigenlijk ook niet beroemen op een overdaad aan training. Een, max twee keer per week is het me dit jaar maar gelukt om op het snijvlak van tijd en ruimte de schoenen aan te binden. En overmoed is mijn tweede naam. Nu ja, we zien wel.

Echt strandweer is het niet, als daarmee zonnig en windstil wordt bedoeld. Na een optimistische halve lenteweek is het nu weer tegen het vriespunt, met windkracht 5 tot 6. Brrr! De blauwe vuilniszak die ik op het blubberige Malieveld aangord voor de start is weinig verwarmend maar matcht fashionable met mijn lippen.

De drukte na de start valt niet mee; de eerste kilometer ervaar ik meer medelopersinitimiteit dan snelheid. De drukte aan de kant valt ondanks de kou wel mee, met een stroom aan onvervalst Haagse aanmoedigingen (denk ik). Het parcours voelt zwaar. Halverwege overspoelt een witte sneeuwjacht de lopers. Ik loop zonder inzicht in tussentijden, op stevig maar niet overdreven tempo. Een halve marathon is best wel weer ploeteren, zo blijkt. Vijf kilometer voor het einde arriveer ik dan bij de opgeknapte boulevard, met in de verte de verwelkte pier. Niet te lang bij stil blijven staan, en terug omlaag naar het centrum. 


De vink staat. De pier ligt. Ik zit alweer te kijken naar wat mijn volgende wedstrijd wordt. Ik mik op beter weer, en lekker lange lenteloopjes. Maar kan iemand mij uitleggen waarom ik vandaag toch weer een PR heb gelopen, ondanks matige voorbereiding, teveel snoepen, suboptimale motivatie en een drentelend deelnemersveld? Vragen, vragen...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten