zondag 6 januari 2019

Sneeuwzeker

Het is welzeker een interessant experiment om een kippige polderbewoner met hoogtevrees neer te zetten op een berghelling met spekgladde ondergrond, zonder enig ander houvast dan twee prikstokjes en een doorgeschuurd vertrouwen in de eerdere skilessen. Wetenschappers observeren de hartslagpieken, daltemperatuur en de belastingsgraad van de maagwand door schnitzel en friet. De combinatie oogt kritiek. Het onderzoek kan helaas niet dubbelblind worden uitgevoerd, daar deze hoofdpersoon pertinent niet bereid blijkt om dit ook nog eens geblinddoekt door te maken.

Als late starter op het skitoneel heb ik me nooit heel cool gevoeld tussen almendudlers en snowboarddudes. Die afhankelijkheid van een stapel oncomfortabel materieel. Skischoenen die met alle macht over de wreef geperst moeten worden, de afgeschraapte schenen en beknelde bloedsomloop.

Of ski’s die bij het dragen in de hand niet op elkaar willen blijven zitten, maar losjes om hun middelpunt beginnen te scharnieren op het moment dat je net een half gesmolten sneeuwbult over kluunt. Waarna de stokken besluiten om af te glijden naar het punt waar ze tussen de benen een perfect struikelkruis vormen. Ik houd zeker van sneeuw, maar op enige afstand.
 

En hellingen waar de dag een strakke zachte donsmat vervormt tot gebochelde ijsplateaus. Het schrapen van metaal op keiharde permafrost. Zwiep. De ene ski ligt me dertig meter terug uit te lachen, de andere drentelt nog onverdroten dalwaarts.

Ondanks jaren investeren blijft het bibberen. Ik ben opgejaagd door een trainer van het Amerikaanse Olympische downhill skiing team (niet omdat ze een uniek toptalent in mij zag schemeren, maar omdat er een extra zakcentje verdiend moest worden). Gedrild door een Oostenrijkse ex-militair. Begeleid door een mondiaal opererende Nieuw-Zeelandse pro, in Spanje, die daarna niet wist hoe snel hij weer in het vliegtuig moest stappen.


Het is een voorrecht om dit jaar weer in de skilift te stappen en de kakelverse sneeuwlaag van nabij te zien. Op de blauwe pistes pas ik mijn racelessen toe, stokken tussen de armen en de perfecte stroomlijn. Maar op de rode pistes ontstaat de huiver. Als het goed gaat, gaat het geweldig; als de sneeuwjacht huilt en de diepte onzichtbaar wordt, dan kruip ik terug in de beschermende holte van de cabinelift.


De fijnste reden om op wintersport te gaan, is het samen skiën met de anderen. Wat mooi om te zien hoe de kids zo snel vooruit gaan. Elk jaar stappen verder. Vreesloos en frictieloos naar beneden. Geen gecalculeerde route met escapes naar blauw, maar de eerste beste sleeplift in. We zien jullie wel tegen lunchtijd. Eh, dag dan, tot straks.


De terugreis lijkt dan nog ver weg. Anderhalve meter sneeuw in een nacht wordt er voorspeld. Daar komen we wel doorheen, zwierend over die eindeloze piste.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten