dinsdag 7 april 2015

Uit de running

De voorbereiding is gedaan, de wedstrijd staat voor komende zondag. Een rondje Rotterdam; heen en weer over de Zwaan om 25 km warm te lopen in Zuid, de spierverstijvende laatste decade rondom het Kralingse bos en dan weer naar de übercoole Coolsingel om ongeremd in de fontein te plonzen.

Maar het gaat er niet van komen. Een plaatselijk verkoudheidje ontwikkelt zich tot een koufronttyfoon, blaast me van m’n voetstuk en houdt me al twee weken van het lopen. Het hoesten is minder, maar de scheuten in rug en middenrif zijn nog overdadig aanwezig. Een proefrondje vorige week eindigde binnen een kilometer kuchend en reutelend leunend tegen een boom. Terug naar af, maar ga niet naar Start.

Een marathon moet je topfit beginnen, niet al als wankelend wrak. M’n conditie heeft een knauw van jewelste en als ik nu nog niet ontspannen kan hardlopen dan gaat het over een paar dagen ook niet prettig worden. Dus wijs en droevig trek ik de stekker uit m’n ambitie voor een lente-marathon met een ontluikend PR. 

En wat maakt het nou uit? Het gaat toch om het lopen, niet om een of ander zelfbevestigende microverbetering op een toch al absurde lange afstandstijd? Toch lekker veel zuurstof gesnoven afgelopen maanden? Als het echt serieus zou zijn, dan stond ik in het voorste vak, trainde ik vier keer zoveel en was ik dertig jaar jonger. Zolang aan geen van deze voorwaarden voldaan is, blijft het hobbelen voor de eigen bühne.

Ja, maar… Ik heb er wel zo lang naartoe geleefd. Getraind in weer in wind, nacht en ontij, in de kieren van een al te volle agenda. Geïnvesteerd in het stukje bij beetje aanscherpen van tijden en opkweken van conditie, die nu wegkwijnt als een moestuinplantje zonder water. Snif. C’est la vie. Gelukkig maar.


Ik hoop dat ik deze zondag weer de eerste kilometers kan proberen. Als ik er 4,2 haal dan heb ik m’n target voor deze week gehaald. Daarna pas weer nadenken over de volgende stappen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten