woensdag 5 september 2012

Allegaartje

Of ik in kan vallen bij de Stones. Kennelijk is een van de bandleden niet op tijd uit z’n bed getuimeld, en dan ben ik een voor de hand liggende keus. Ik wilde net gaan hardlopen, dus mijn verschijning in loopbroek en reflecterend jasje geeft vreemde blikken in de pub waar ze gaan spelen.
 
De anderen zijn nog aan het opbouwen. Het podiumpje is beperkt, en daarom wordt het drumstel op de vloer opgesteld, aansluitend op een tafeltje waar een nieuwsgierige eter opkijkt naar de stellage van trommels en cimbalen die aan zijn zijde verrijst. Eigenlijk wil ik hem zeggen dat het wel mee zal vallen, maar ik weet het niet. Ik kan niet kan drummen, althans ik heb het nog nooit gedaan. Met m’n vingers op de tafelrand trommelen en ritmisch meeknikken is waarschijnlijk niet wat het publiek van een drummer verwacht.

Gelukkig is Charlie net gearriveerd. Ik moet kennelijk gitaar of basgitaar spelen. Hm. Ik speel geen gitaar. Ook geen bas. Mick is bezig met het instellen van zijn microfoonstandaard. Schuin voor hem heeft hij een whiteboard gezet met daarop een complex proces van pijlen en teksten, waarschijnlijk de setlist. “Kunstig, man!”, zeg ik tegen hem. Hij kijk vreemd op, hij verstaat geen Nederlands.

Dit zijn dus de sixties. Ze zijn nog niet beroemd, en spelen overal waar ze maar kunnen voor wat centen. De mannen zien er ook heel wat frisser uit dan in hun huidige nadagen. Door de ruiten op manshoogte kijk ik uit over een grasveld, waar schooljongens in uniform voorbij lopen.Het is nog middag.

Ik moet wel opschieten, want het kan zo maar zijn dat ik ook straks nog moet invallen bij de Beatles. Volgens mij gebruiken die wel een keyboard, dat kan ik tenminste spelen. De akkoorden moet ik nog wel van vroeger kennen. Staat Yesterday in C?


Het voelt als weleer, met m’n bandje in de kroeg. Maar net een beetje anders. Uitgedaagd worden en keuzes maken, spelen bij de een of bij de ander. Of is het toch niets voor mij en moet ik er ver van blijven, trekt het me in een leven dat niet het mijne is? Ik ben op het randje van uitvliegen. Dichtbij, met m’n neus tegen het glas van de wereld. Aanraken en de spanning voelen, behoedzaam en aftastend. Op de emoties die van binnen suizen, onwetend van de gevolgen. Hoever wordt je meegesleurd als je een stap over de drempel zet? Mag je dat zelf bepalen, is er een weg terug?

Ahhh. Als mijn dromen al zo zijn, hoe ziet mijn leven er dan wel niet uit… Maak me wakker. In godsnaam, maak me wakker!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten