De Griekse goden laten bestormers van het heilig erfgoed niet zomaar hun revue passeren. Dit is de erfenis van de Griekse soldaat Pheidippides, die na de gewonnen veldslag bij Marathon tegen de binnengevallen Perzen naar Athene rende om het goede nieuws te brengen. Alwaar hij dood neerviel.
Die domper op de feestvreugde maakte voldoende indruk om de volgende 2386 jaar het loopfeestje even niet opnieuw te starten. Inmiddels zijn de overlevingskansen hoger en storten de ware waaghalzen zich weer in het avontuur.
Na 200 trainingsloopjes in 9 maanden ben ik klaar voor deze bevalling. Op vrijdag naar Griekenland, op zaterdag de stad en de geschiedenis een beetje verkennen op de drukke straten, door de rustige parken, in een cafeetje via koffie met loukoumades en in het indrukwekkende Akropolismuseum.
Dan breekt de zondag aan. In de duistere vroege ochtend per bus naar de startplaats. Een kolonne van 400 touringcars rijdt de looproute in terugwaartse volgorde. Het regent, flink.
"Oh, Griekenland, is dat niet warm?", hoor ik afgelopen tijd. Ik leg dan geruststellend uit dat het altijd tussen de 12 en 18 graden is, prima loopweer. Helaas heeft de god van de klimaatopwarming vandaag besloten om een punt te maken, met nattigheid tot de start en daarna een rap oplopende temperatuur boven de 20 graden. Het bulderlachen rolt vanaf de Olympus over de deelnemers heen.
Rond 7 uur in het stadion van Marathon; de regen plenst nog twee uur op ons neer. De Olympische vlam geeft niet veel warmte. We mogen naar het startvak.
Het mantra is "Uitlopen en genieten". Alle tempoplannen overboord. Rondkijken. Ademen. En voor me kijken. Bij het trainingsloopje gisteren knalde ik sight-seeënd met m'n knie tegen een stenen pilaartje dat visueel geheel opging in de marmeren omgeving van het stadion, waardoor ik een buitelduik op het plaveisel maakte. Sindsdien loop ik een beetje raar.
Trainen voor deze classico is niet gemakkelijk in Nederland. Een gebrek aan heuvellandschap betekent in mijn geval hooguit als een tredmolenpaard het viaduct op en af banjeren. Onvoldoende voor het echte werk. Dat blijkt eerder dan gehoopt.
De eerste 15 kilometer zijn zo beschaafd als Grieks maar kan zijn. Beetje heuvelaf, rondje om het monument ter herdenking van de veldslag van tweeënhalfduizend jaar geleden, redelijk vlakke weg.Het publiek en de voorzieningen zijn ongelooflijk. Iedere Griek roept "Μπράβο, μπράβο!" met een enthousiasme alsof ik hun wederopgestane schoonmoeder van 86 ben ben die hier eventjes de marathon komt winnen. Dankzij mijn enorme talenknobbel begrijp ik dat ze me aanmoedigen. Elke paar kilometer zijn er waterflesjes (ik schat dat er meer dan een miljoen van die flesjes vandaag half leegdronken en weggeworpen zijn). Er is sportdrank, banaan, cola en als je het vriendelijk zou vragen waarschijnlijk ook souvlaki en gyros voor de liefhebber.
Dan gaan de handschoenen uit. Stijgingen, gevolg door flinke stijgingen, afgewisseld met stevige afdalingen. Vervolgens zijn we halverwege en begint een tien kilometer vals stijgend landschap. Ik benijd de man niet, die zijn hamer helemaal naar het hoogste punt heeft moeten slepen.
Op kilometerpaal 25 slaat zijn collega al toe. Geen uitputting, maar kramp. Rollende spiergroepen kondigen de komst aan. Ik wacht de donder en bliksem van een krampaanval niet af en ga even wandelen. Maar elke keer dat ik weer wil gaan rennen, keert de kramp terug. Een beetje, meer, ahhh. Weinig zo ontzettend pijnlijk als echte kramp in kuiten en bovenbenen. Er is niks aan te doen. Ik probeer voort te hobbelen, tegen mezelf roepend dat het maar pijn is, maar ik luister niet.
Rekken en strekken helpt niet, het mooie tempo is om zeep. Bij kilometerpaal 32 kan de EHBO met een spuitbus koude lucht verlichting brengen, maar dat is niet voldoende. Rennen, joggen, lopen, en repeat.
De laatste kilometers gaan in steile stukken omlaag. Ik negeer alles en trek een sprint. Rond de vierenhalf uur is niet de verwachte of gehoopte eindtijd, maar het is een eindtijd. Zelfs al rappe wandelaar nog bijna bij de snelste kwart in mijn leeftijdcategorie en bij de snelste 30% van alle deelnemers; alles is relatief.
Aankomst in het oude stadion van Athene is thuiskomen. De kers op de taart, de pleister op de wonde, het alfa en omega van het hardlopen. Godendank, gearriveerd. Geweldig, maar Dit Nooit Weer! Voorlopig. En laat die Jungfrau ook maar even zitten.
Weergaloze prestatie! Hulde! Trots op jou
BeantwoordenVerwijderen