zondag 8 april 2018

Marathon Rotterdam 2018 – Warm onthaal

Rotterdam houdt van grootst aanpakken en de organisatie van vandaag is duidelijk handenwrijvend aan de slag gegaan. Nooit eerder zag ik zoveel verversingsposten, vrijwilligers, dranghekken en signaleringsborden samengaan met zoveel lopers en toeschouwers. Bijna 15.000 marathonners, honderdduizenden toeschouwers. En niet zomaar hekjesleuners; dikke rijen applaudisserend, ratelend en roepend dat je er op vleugels van gaat lopen. Een wedstrijd waar wereldrecords worden gevestigd, als het wat koeler is.


Er komen kost me meer tijd dan er rondlopen. Met de vroegste trein van huis. Door werkzaamheden moet ik onverwacht twee keer overstappen, rennend over stationstrappen om in een minuut de volgende trein te vinden. De uitgevallen routes op dit spitsmoment laten de nog rijdende wagons zo uitpuilen met groepjes sportivo's en verbijsterde buitenlui, dat een deel van de treinwilligen op het perron moet achterblijven. Als haringen naast elkaar gestouwd boemel ik met de gelukkigen naar de Maasstad.

Wandelend arriveer ik na een paar kilometer stipt op tijd in startvak 2. Dat voelt al goed. De inwoners van het eerste startvak zijn echt decennia jonger en fitter, daar hoef ik niet tussen. Het extra rugnummer completeert het gevoel dat ik een kleine wereldprestatie mag neerzetten.


In het vak sta ik net zo vooraan als bij de meer landelijke halve marathon van twee weken geleden. Alleen staan er nu 12.000 lopers achter me, in plaats van 12. En voor me zie ik niet de Oostvaartse binnendijk oprijzen, maar een hemelpriemende Erasmusbrug en Lee Touwers die een daverend "You'll never walk alone" inzet. Hij heeft allemachtig gelijk.


Voor het behalen van mijn ultieme doel, rondje 3½ uur, sta ik toevallig net naast de benodigde pacer van 3:30. Hij heeft er nogal de sokken in. Lang kan ik hem voor blijven, maar terugkomend op de Erasmusbrug haalt hij me toch in en na 25 kilometer moet ik hem laten gaan. Ja, ik heb hem ontslagen. De 3:40 pacer van dienst haalt me in na 35 km; mijn houvast voor het behalen van een PR. Hij verdwijnt vrolijk hupsend uit mijn blikveld. Ik krijg het niet dichtgelopen. Ik neem veel tijd bij de verversingsposten om te drinken en bij te komen.


Tot paal 41. Daar is tie weer! Fijne gozer, die pleurislijer, ja tog? Eh, zou het publiek zeggen. Door mijn dosering kan ik nu de sufgetrainde "versnelling op souplesse" inzetten. Ondanks verkrampingen in beide bovenbenen aan alles wat op spier lijkt, strompel ik harder, en harder. Gierend draai ik van Blaak de Coolsingel op. Nog 500 meter tot de finish. Ik heb ‘m! Nu gas blijven geven. Het publiek wordt wild, de speaker scandeert m’n naam, in Kenia staan ze op de banken. Nou ja, ik heb mijn PR binnen.


Dan bijvoederen, naar huis en het warme weer nuttig gebruiken voor de eerste barbecue van het jaar. Hoe verrukkelijk het uur waarop het laaiend zonnevuur verstild ter kimme wordt gedreven! De hele wedstrijd heb ik gelopen met een grijns op m’n gezicht. Wat loopt dat licht, wat een mooie wedstrijd. Misschien ga ik ‘m nog een keer doen, maar graag als het tien graden koeler is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten