Schema: Duurloop tempo 1, 30 min.
Invulling: 141 bpm in 32:30 over 5,7 km (10,5 km/h)
Muziek: George Michael - Faith
“Als je de steen uit mijn hand kan pakken, kleine
Sprinkhaan, ben je vrij om te gaan.” En weer klapt de vuist dicht voordat het
kale jongetje de kiezel kan grijpen om het klooster achter zich te laten. Hij
moet eerst zichzelf vinden voordat hij de wereld kan ontdekken. Daar hoort
kennelijk ook een flinke portie mediteren in een kouwe grot bij, en het blind
kunnen afweren van stokslagen.
Als pedagogische methodiek geen unicum. De Karate Kid moest
staande op een paaltje poses aannemen voor een goed rapportcijfer: “Do the
bird! Do the bird!”.
De geestelijke en fysieke mishandeling van minderjarigen
zorgt blijkbaar voor een gezonde balans tussen naïviteit en paranoia. Dat
snapte ik niet toen ik zelf net zo oud als het grijpgrage jochie was, ik
begrijp het iets meer nu ik door het duinlandschap van vandaag struin. Maar
vertrouwen is een warme valkuil, het colaglas voor de dorstige wesp.
Mensen vertrouw ik blind. Ik wantrouw onbegrijpelijke toepassingen;
ingestraald water, heilzame armbandjes, reïncarnatie. Begrijpen is een relatief
begrip. Voor mij betekent het niet zozeer invoelen, als wel het mechanisme kennen. Als ik weet hoe het werkt, dan onthoud ik
het. Alleen opschrijven wat iemand mij vertelt heeft geen zin; als ik het niet
snap dan ga ik het ook niet terugvinden op het moment dat ik het nodig heb. Het
kan even duren om een concept rond te laten malen in mijn hoofd, voordat
het uiteindelijk in een bakje valt. Maar dan is het mooie rationele kennis
geworden, polijstbaar als een kiezelsteen.
Dagenlang was ik zeeziek op de tweemastschoener rond Spitsbergen,
groen van buiten en van binnen. Ik knapte op doordat de internationale crew mij
taallesjes gaf. Mijn eerste Spaanse woordje: Mareado
(score 16 van de 18). Kennis is ballast, en dat heeft een boot hard
nodig om stabiel te zijn.
De vechtsportertjes wisten niet waarom ze iets leerden. Als
dat oefenen, het oeverloos trainen op iets futiels. En weer. En nog een keer.
Maar uiteindelijk bleek dat ze door al dat paaldansen en steentjes graaien in
staat waren om een harde wereld stoïcijns het hoofd te bieden en op het juiste
moment de boel kort en klein te slaan.
Daarom
geloof ik in de Zenmeester. Zo doe ik elke dag m’n training.
Vandaag een half uurtje sjokken. Morgen een uurtje op en neer. Ik bevat
nog
steeds de ratio niet waarom dit gaat bijdragen aan het uitlopen van de
marathon,
op een planning die vele malen langer en stukken sneller is. De
oefeningen zijn geen maatstaf van de vorderingen die ik moet maken. Maar
ik open me rustig
voor het vertrouwen dat het gaat werken. En in Amsterdam ga ik knallen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten