Schema: Rustdag
Invulling: Pannenkoeken (met vanillevla)
Muziek: Jackson
Browne – Running
On Empty
Op één
been kan je niet lopen, maar op twee trappistjes moet je ook geen wedstrijd
willen rennen. Daar kan ik uit eigen ervaring nog aan toevoegen, dat het
nuttigen van een half pond drop niet helpt als je een uurtje later een
ontspannen rondje wilt lopen.
Al doende
leert men. Minimaal twee uur voor een run niet eten, of anders bonkt je gal op
en neer als een bowlingbal op een trampoline. Veel water drinken van tevoren,
maar gelijkmatig. Pal voor de start nog een halve liter extra. Niet eerder,
want dan is je eerste target de dichtstbijzijnde boom.
Rustig
drinken bij verversingsposten, met kleine slokjes, want verslikken kost nog
meer tijd. Op een warme dag kan je best een bekertje in een plens over je kop
uitgieten, maar in het ongelukkige geval van sportdrank verander je terstond in
een hollende vliegenstrip.
Voor de
aanslag op je energiequotum in een marathon is tussentijdse aanvulling een
noodzaak. De snelle voorraad in lever en spieren gaat maximaal twee uur mee.
Mijn vetreserve heeft daarnaast een ongelogen capaciteit van 4½ dag doorhollen,
maar helaas extreem ten koste van snelheid en fysieke slijtage. Dus ik draag
mijn gordel met flesjes sinaasappelsportdrank, als een gedelegeerde ijlbode
voor de dopingcontrole. En ik ga experimenteren met gelletjes. Dat klinkt misschien
als het oppimpen van een ingedutte slaapkamerbeleving, maar het betreft hier hoogenergetische,
halfvloeibare porties prut.
Direct na
afloop eet je alleen je eigenwaarde. Maar als je maag doorkrijgt dat de mobiele
beproeving voorbij is, komt de honger. Tijdens het lopen geen dieselstank,
baklucht of chaneldampen. Maar een paar uur erna gaat een frietje er wel in.
Heel gezond.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten