Schema: Interval extensief lang, 95%
Invulling: 153 bpm in 50:12
over 9,7 km (11,6 km/h)
Alles is relatief. Bij het hardlopen lijkt de omgeving hard
stil te staan. De wereld schiet voorbij, met weinig gelegenheid tot interactie.
Vorige
week heb ik verteld over de handgebaren waarmee ik in de versmalde tunnel van
tijd en ruimte mijn mening terug probeer te geven. Bedankt voor de commentaren en
de leuke foto’s van ernstige oefeningen!
Als loper ben je het rode draadje op het witte tapijt. Je
valt op, je prikkelt en dat lokt reacties uit. Zoals in elke sociale context
nemen mensen een houding aan, grotendeels onwillekeurig, trekken hun schermen
op en projecteren het beeld van zichzelf dat ze willen laten zien. Het gebeurt
in seconden. Het is de rode draad in het leven.
Aarzelende stoepstaanders. De postbode die zo opzij naar mij
kijkt dat hij met tas en al over het drempeltje van de voortuin struikelt. De
vrouw die haar kofferbak uitlaadt terwijl haar keffertje aan vier meter strakgespannen
lijn al bij de voordeur staat; moet ze inhalen of loslaten? Het kluitje
nieuwsgierige kinderen met het alfawelpje: “Dag meneer. Is het leuk?”
Open volgers. Het uitgelaten tienermeisje dat met haar hond een
stukje met me meeholt. Een vijfjarige die ook wil galopperen. Dronken zwervers,
uitbundig hun blikjes heffend. Meefietsende zestiger, mijn snelheid roepende
vanaf zijn metertje.
Tegemoetkomende fietsers. De blikken van verstandhouding
leveren een langdurig houdbare voorraad aan interpretatiemogelijkheden op. Wanneer
ik zelf stuurs voor me uitkijk, is de respons navenant. Leuker is het om
reacties te ontlokken, door tegenliggers met de open blik van een negenjarige
toe te lachen. Dat kost iets meer energie, maar het is ‘t waard. Anderen moeten
haast wel terugkijken en emotie tonen. Afgewend, ontkennend. Afgunstig.
Neerbuigend. Onbegrijpend. Zoet. Flirtend. Moederlijk trots. Of in het ergste
geval, volstrekt door me heen kijkend. Er zit ergens een rood draadje los.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten