Na vijf jaar sta ik weer aan de start van de Dam
tot Dam. De massaknaller van Noord-Holland, met 55.000 lopers en 250.000 toeschouwers. De start bij dam 1, megapool Amster, is al verzadigd met meute, maar de
finish aan de andere dam, die van Zaan, staat helemaal strak van
bloemendragende achterban. Het meegereisde thuisfront heeft me jammerlijk gemist.
En ik hen.
Dankzij een perfecte logistiek op en rond het
parcours loopt alles toch op rolletjes. Alleen de huiswaartse file richting
Amsterdam is nog steeds een slakkengang waarin de auto in hetzelfde tempo als
het baasje de reis in omgekeerde richting overdoet. Maar voordat die terugreis
zich aandient, de grote verhalen worden verteld, en het kleine leed gedeeld,
moet er eerst nog een tiental mijlen uitgeperst worden.
Het startschot valt naar mijn idee 5 minuten te vroeg.
Vooruit dan maar, op zoek naar de finish. Het begint druk, maar al in de IJ-tunnel
waaiert het veld uiteen. In de klamme warmte met een afdaling als een kolenmijn
ervaren de eersten al hun Alpe d’Huez. Bij kilometerpaal drie liggen verschillenden
in de warmhoudfolie van de EHBO te knarsetanden over het verschil tussen
voornemen en uitvoering.
De collega met wie ik samen gestart ben, die ik een kilometer ben voorgebleven en die mij daarna zoemend voorbij is gekomen, komt zowaar weer in het vizier. Ja ja, constante snelheid houden is geen sinecure. Tot aan de 12e kilometer moet ik een achterstand van tientallen meters velen, maar de triomf is groot als ik dan het gat kan dichten. Het blijkt een andere loper te zijn. Sorry.
Voortgedreven door Mokumse balladen en proostend
publiek, slingerend door weiden, over dijken en langs schattige huisjes bevind
ik me in een reclameblok van de lokale makelaars. Maar ik kan niet wegzappen.
Ik zal en moet er helemaal doorheen. Het valt niet mee, zoals gewoonlijk. Ik
overweeg te stoppen, zoals altijd. Maar ik zweep mezelf weer over de finishlijn.
Een uitermate matige tijd, meer dan drie minuten langzamer dan de vorige
16,1 kilometer. Maar nu wel bij de beste 15%, in plaats van bij de beste 25%
van diezelfde PR-race. Een beetje vreemd. Maar toch wel lekker.