Naast mijn
standaardwerken probeer ik regelmatig een nieuw loopje uit, voor de afwisseling.
Als het bevalt, kan het zo maar traditie worden. Als het niks is, verdwijnt het
in een snerend blog. En als het een one time only is, dan kan ik weer een
vinkje zetten op mij lijstje met geëmmer.
Na twee
marathons weet ik, dat ik deze afstand met genoeg trainen aan kan. Eigenlijk had
ik dit jaar de Grote Appel in m’n hoofd, een mooie oogst vlak voor mijn decenniumverjaardag,
maar dat gaat ‘m door tijdgebrek niet worden. Zoiets jeukt toch wel een beetje…
Dat laat zich niet compenseren met een dubbel aantal halve marathons, dat
vraagt om een ander idee. Dus als daags na een goed bevallen Egmond een herinneringsmailtje
arriveert voor de 30 km van Schoorl ben ik verkocht. Op de laatst mogelijke dag
schrijf ik me in. Gewoon doen, kijken wat het wordt.
Nu nog even
oefenen op afstand. Voor de resterende drie weken bestaat geen doorwrocht schema.
Dan maar op boerenverstand en janboerenfluitjes door de week m’n gewone ding
doen, en in het weekeinde afstand bouwen. Afgelopen week een rondje door stad,
land en buurland. Gisteren eens een alternatieve aanpak, van stad naar stad.
Anders dan een rondje om het huis is er geen korte route terug, alleen
voorwaarts.
Het is de dag
vóór de grote waterzooi, die dooi en warme regen nu in korte tijd hebben
veroorzaakt. Nee, het vriest nog stevig, en het sneeuwt een beetje. De
buienradar geeft aan dat de neerslag zowat voorbij is wanneer ik vertrek, maar
de sneeuwgoden hebben geen internet. Het blijft sneeuwen. Harder.
Zwaarder. Kilometer na kilometer. Geen waterdicht jasje, alleen twee zich vol
zuigende laagjes textiel. Na een tijdje breken ijsklonten uit m’n haarwortels en
ploffen in de rulle sneeuw. Passerende auto’s bespetteren me met pekelwater, wat
in ieder geval voorkomt dat ik dichtvries. De wegen weven een zacht tapijt op de
bobbelige textuur van vastgevroren knoesten.
Toch loopt het
prima. Als de wind precies in de rug staat en even hard als ik gaat, lijkt het alsof ik stil sta in een sneeuwkolom te midden van een bewegende wereld. Bullet time. De laatste kilometers wordt het zwaar, maar dan ruik ik de stal al.
Bijna dreun ik onderuit in de laatste honderd meter, de slechtst gestrooide
straat, maar dan is het thuis en warm. Komende twee weken een paar kleine stukjes, dan
de daverende dertig. Ik ben er aardig klaar voor. Als het sneeuwt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten