Ons menselijk mechaniekje is aanmerkelijk
complexer en zelfredzamer dan het gemiddelde uurwerk, en daarom hoeft er in
principe geen batterij of gesjor aan te pas te komen om ons op te winden. Mijn
adrenaline ontspruit door stukken te lopen in de buitenlucht, loopstukjes te
schrijven bij het toewerken naar een
wedstrijd, en dan het kunnen stuklopen om de race in een minimale tijd te
volbrengen.
Mijn loopschema is een planbord waar de NS
jaloers op zou zijn. Een neuriënde spreadsheet gevuld met mijn wedstrijden, de
weekplanningen, alle trainingsvariaties met beoogde tempi en afstanden, en vergelijkende grafieken ter controle van de
voortgang. Ik ga als een trein, zonder last van bladval of onwrikbare wissels. Het enige wat met te doen staat, is mezelf te volgen.
Twitter 2.0. Voorbeeldig leiderschap.
Eenmaal opgezweept is inhouden nog het moeilijkste. De zoete verslaving van de inspanning lokt me uit om verder
te komen in de duurloop, harder te gaan bij het draven en langer vol te houden per
interval. En de dagen dat ik niet mag lopen van het schema, ga ik maar een
stukje ontspannen fietsen of tennissen om de spieren los te houden. Alsof ik
ontspannen kan sporten.
Met een half luisterend oor voor de
piepjes in het lichaam probeer ik overbelasting en slijtage te voorkomen. Maar
in alles ben ik menselijk; en m’n grootse zwakte is het tijdig erkennen ervan.
Vorig jaar: vlagen van hielspoor. Oei, klassiek risico. Iets gematigd, andere
schoenen – geen last meer van. Begin dit jaar: pijnlijke linker enkel. Ai,
bekende loopblessure. Meer op m’n loophouding gelet, minder schampen met
rechter enkel – onder controle.
En nu: gezeur in de rechter heup. Ach wat,
gewoon luie spieren. Straal genegeerd. Opgevolgd door een bozig pijntje van bil
tot rug. Dwars doorheen gelopen, eerst die snelle tijd neerzetten – bikkel! En dan,
weer thuis. Overvallen door knijterende hellepijn, niet meer kunnen lopen. Sukkel...
Klauwend naar de bank gekropen, vloekend de pijn wegbijtend.
Tijd voor zelfmedicatie, te beginnen met
een dubbele dosis oude whisky ter verzachting van de beurse trots. Het eerste rijtje
zoekresultaten levert een breed spectrum met mogelijke diagnoses. Ik zie
Viva.nl, dat lijkt me een forum met hoge wetenschappelijke allure. Ze hebben
ongetwijfeld een top tien met standjes ter voorkoming van lage rugklachten. Er
is een link naar het Reumafonds: artrose herkennen. Nee, liever niet.
Daaronder: heupkopnecrose; wordt ook wel
osteonecrose van de heupkop genoemd. Ja, andere woorden maken het veel
geruststellender. De andere opties graag. Slijmbeursontsteking. Een scheuring
in het bovenste deel van de rectus femoris. Botbreuk. Aaargh. Ik neem een
aspirientje.
De wedstrijd van volgende week kan ik afschrijven. Al blij
genoeg dat ik pas op de plaats kan maken luister ik even liever naar m’n lichaam dan naar m’n gekerm. Ik schuifel door de kamer als een gramstorige
pinguïn en staar deemoedig en weemoedig door de ramen naar buiten. De komende tijd moet ik weer terug kan leren
lopen. Het klokwerk niet te strak opwinden. Stapje voor stapje dan maar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten