Waarheen, waartoe? Nou, eh, naar de vaantjes / de haaien / z’n mallemoer / de filistijnen / de maan / de duivel / z'n ouwe moer / God / Z'n grootje / de gallemiezen / een vliegveld in Zwitserland / de ratsmodee / de donder / de bliksem / de verdommenis / naar daar waar het licht niet schijnt dus.
Het leven staat even stil. Dan open ik m’n ogen weer, pak de laptop en selecteer een recente afstammeling uit dezelfde familie die nog harder zwierslingert, nog onhoorbaarder reinigt en nog prudenter omgaat met schaarse energie- en schoonmaakmiddelen. De wasmachine is kapot, maar we moeten verder.
Voordat ik de bestelknop indruk kijk ik nog even op. Als jongmens repareerde ik voor een grijpstuiver elektra en elektronica in het dorp. Het is de vraag wie daar het meeste waarde aan overhield. Veel van geleerd, trouwens. Maar zou ik nog niet eens, eventjes, gewoon omdat het kan, toch een klein onderzoekje instellen?
Wasmachines zijn in al die decennia immers niet wezenlijk veranderd. Trommel, aandrijving, afvoerpomp, stuurklok en een bundel snoertjes en slangetjes, opgesloten in een stalen kooi met vijftig kilo beton tegen het wiebelen. Alleen de klok is elektronisch geworden, wat voor iedereen die wel eens in een optimistische bui het versleten mechaniek wilde vervangen en de tweehonderd kabeltjes niet meer op het goede plekje terug kon krijgen een hele opluchting is.
Analyse na 10 seconden: de trommel beweegt niet meer. Ah, ik weet precies hoe dat gaat. Altijd hetzelfde liedje. Panty’s en behabeugels zijn de moordenaars van witgoed. Ze wringen zich tussen kuiprand en rubber manchet, knopen zich om het verwarmingselement en wachten smachtend tot ze gered worden door een stoere monteur. Dankzij damesmode blijft de omzet van overigens onverwoestbaar degelijke Duitsheid overeind.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten