
Na een halve dag in zon en mensenmassa, staand, swingend, snackend, slempend, zijn de voeten beurs en is het lichaam moe. In de boekjes ben ik deze mix nog niet tegengekomen als de ideale voorbereiding voor een loopwedstrijd.

Vandaag dus een innetje Roosendaal. De halve postmidzomermarathon draait vandaag in broeierig weer dat meer naar een biertje dan naar een krachtsinspanning doet verlangen. 25°. Maar ja, ik ben er nou toch. Deelnemen is belangrijker dan een PR neerzetten en zo. Als lokalo kom ik een kwartier voor de start aanfietsen en drom gezellig met de staart van het veld over de startlijn.
Net als vorig jaar loop ik me gaandeweg naar voren, renner voor renner afpellend als een uitje met honderden rokken. Als ik vind dat het best wel vermoeiend wordt, beeld ik me in dat ik een trainingsrondje voor de hele marathon loop. Dat werkt wonderwel. M’n hartslag daalt terwijl de snelheid toeneemt. Het grootse publiek drijft een ieder door de uitputtingsmomenten heen met onophoudelijke aanmoedigingen. Ik knal de laatste kilometers in en versnel alweer als ik de finishklok zie.
Mijn HM-record met twee minuten gebroken. Bijzonder. De oudjes doen het nog best. En ik weet nu het ideale recept.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten