De twee weekenddagen zijn hard werken. Gisteren een uitje Den Haag, waar nachts voor Parkpop met Night at the Park de grasmat wordt opgewarmd door een paar grote namen. Ook is het Veteranendag in de stad. Toeval of niet, maar de hoofdacts hebben hun actieve dienst al geruime tijd achter zich liggen: De Dijk, UB40 en Duran Duran. Ik sla Abba even over, want Agnetha en consorten laten zich door een coverband representeren.
Voor mij, en de andere 30.000 bezoekers, wordt in subliem weer een sublieme show opgevoerd. De oudjes doen het nog best. De Dijk rockt als altijd. UB40 duikelde uit de verkleedkist de oude hoedjes met dreadlocks op en geeft een perfecte weergave van zichzelf. En dan Duran Duran, live on stage een wereldshow waar je graag een continent voor omvliegt. Nu te zien in een parkje aan zee. Zanger Simon le Bon heeft z’n onverwoestbare aantrekkingskracht op vijf jaar jongere meisjes behouden. Die zijn hier alom herkenbaar aan iets te strakke kleine zwarte jurken, grote zonnebrillen en de eerste grijze haren.
Na een halve dag in zon en mensenmassa, staand, swingend, snackend, slempend, zijn de voeten beurs en is het lichaam moe. In de boekjes ben ik deze mix nog niet tegengekomen als de ideale voorbereiding voor een loopwedstrijd.
Vandaag dus een innetje Roosendaal. De halve postmidzomermarathon draait vandaag in broeierig weer dat meer naar een biertje dan naar een krachtsinspanning doet verlangen. 25°. Maar ja, ik ben er nou toch. Deelnemen is belangrijker dan een PR neerzetten en zo. Als lokalo kom ik een kwartier voor de start aanfietsen en drom gezellig met de staart van het veld over de startlijn.
Net als vorig jaar loop ik me gaandeweg naar voren, renner voor renner afpellend als een uitje met honderden rokken. Als ik vind dat het best wel vermoeiend wordt, beeld ik me in dat ik een trainingsrondje voor de hele marathon loop. Dat werkt wonderwel. M’n hartslag daalt terwijl de snelheid toeneemt. Het grootse publiek drijft een ieder door de uitputtingsmomenten heen met onophoudelijke aanmoedigingen. Ik knal de laatste kilometers in en versnel alweer als ik de finishklok zie.
Mijn HM-record met twee minuten gebroken. Bijzonder. De oudjes doen het nog best. En ik weet nu het ideale recept.
Hier vind je gedachten die in m’n hoofd rondtollen tijdens het hollen. Voorbereiding, wedstrijden, wilde ideeën, tamme prestaties. Op en buiten de gebaande paden. Wie volgt?
Te lichtvoetig of hoogdravend? Twitter @HoofdOpHol of mail (hoofdletters door tekens vervangen) hoofdopholAPENSTAARTxs4allPUNTnl
zondag 28 juni 2015
maandag 15 juni 2015
iVolutie
De productiemethodiek is in de natuur net even anders dan in fabrieken. Er rollen geen mensjes van de band die instapklaar aan het leven beginnen; floeps, weer een homo sapiens geassembleerd, versie 2014-10. Af een toe er een updateje inspoelen en de bevolking blijft voldoen aan de laatste eisen op het gebied van beveiliging en geheugenoptimalisatie. iVolutie.
Misschien komt het nog wel eens zover. Binnen vijftien jaar bevat een computer meer schakellogica dan ons brein. Over twintig jaar heeft een wasmachine een hoger IQ dan een schaakgrootmeester. Dat is gezellig als je even snel een wasje wil doen. Oh, ik zie het al, weer geknoeid op je goeie bloes. Denk je dat ik het leuk vind om de hele dag die trommel een beetje heen en weer te draaien? Ik was net in gesprek met de broekenpers over de ontplooiingmogelijkheden voor hoger geschoolde elektronische apparatsjiks. Het wordt hoog tijd dat we stemrecht krijgen. Dan mag je zelf de was doen.
Vandaag landt een nieuwe mens alleen nog in een sociaal netwerk van mensen voor geestelijk voorbeeld en inspiratie. De groei-instructie zit opgeborgen in de genen. De cellen splitsen zich na conceptie af in steeds meer gespecialiseerde delen, waarbij het lijkt of onze evolutie in versneld tempo wordt overgedaan. Van dril vormt zich via kikkervisje en salamandertije een primaatje.
Na de geboorte ondersteunt de genetische blauwdruk het aanleren vanuit omgevingsimpulsen. Ook in gedrag worden de stappen van miljoenen jaren razendsnel doorlopen. Kijken, richten, graaien, grijpen, knijpen, bijten, grijnzen. Liggen, wiebelen, wentelen, schuiven, hobbelen. De wereld komt binnen bereik. Dit is de kelderetage onder de 5 lagen in Maslows behoeftenpiramide. Gaan waarheen je wilt, zonder dat je gedragen moet worden.
Momenteel zitten wij in fase Zeeleeuw. Het over de vloer manoeuvreren met alle mogelijke maar nog niet geheel geoptimaliseerde middelen. Ze rolt en strekt; het is nog geen kruipen. Dit zijn de bewegingen behorend bij het eerste landleven. Lopen is nog niet aan de orde maar zal spoedig volgen. Wanneer stopt het ontwikkelingsprogramma? Als we niet oppassen, zien we haar straks met de zwaluwen om het huis scheren.
De handen doen het werk. De benen volgen alleen. Ze trekt zich aan het kleed vooruit. Of zijzelf, of het kleed komt in beweging en na een tijdje heeft ze het beoogde object onder handbereik. Een speeltje bijvoorbeeld, of de stereo, want ze is dol op dingen met knopjes. Of ze wurmt zich klem onder de bank.
Ik voorzie de komst van de industriële evolutie. Over 25 jaar koop je een jong autootje dat bibberend uit de 4D-printer plopt. Over tijd groeit het, voedt het zich en leert het door de diep vanbinnen uitrollende instructies. In het begin word je ’s nacht wakker door een pieperig toetertje dat nog niet helemaal weet wanneer het actief moet zijn. Met het groei- begint ook het leerproces; rondjes rijden, eerst kriskras – moet je al je spullen hoog zetten – later mooi binnen de plinten en dan op een dag zegt ze: Laten we een ritje maken. Ik ben er klaar voor, jullie ook?
Misschien komt het nog wel eens zover. Binnen vijftien jaar bevat een computer meer schakellogica dan ons brein. Over twintig jaar heeft een wasmachine een hoger IQ dan een schaakgrootmeester. Dat is gezellig als je even snel een wasje wil doen. Oh, ik zie het al, weer geknoeid op je goeie bloes. Denk je dat ik het leuk vind om de hele dag die trommel een beetje heen en weer te draaien? Ik was net in gesprek met de broekenpers over de ontplooiingmogelijkheden voor hoger geschoolde elektronische apparatsjiks. Het wordt hoog tijd dat we stemrecht krijgen. Dan mag je zelf de was doen.
Vandaag landt een nieuwe mens alleen nog in een sociaal netwerk van mensen voor geestelijk voorbeeld en inspiratie. De groei-instructie zit opgeborgen in de genen. De cellen splitsen zich na conceptie af in steeds meer gespecialiseerde delen, waarbij het lijkt of onze evolutie in versneld tempo wordt overgedaan. Van dril vormt zich via kikkervisje en salamandertije een primaatje.
Na de geboorte ondersteunt de genetische blauwdruk het aanleren vanuit omgevingsimpulsen. Ook in gedrag worden de stappen van miljoenen jaren razendsnel doorlopen. Kijken, richten, graaien, grijpen, knijpen, bijten, grijnzen. Liggen, wiebelen, wentelen, schuiven, hobbelen. De wereld komt binnen bereik. Dit is de kelderetage onder de 5 lagen in Maslows behoeftenpiramide. Gaan waarheen je wilt, zonder dat je gedragen moet worden.
Momenteel zitten wij in fase Zeeleeuw. Het over de vloer manoeuvreren met alle mogelijke maar nog niet geheel geoptimaliseerde middelen. Ze rolt en strekt; het is nog geen kruipen. Dit zijn de bewegingen behorend bij het eerste landleven. Lopen is nog niet aan de orde maar zal spoedig volgen. Wanneer stopt het ontwikkelingsprogramma? Als we niet oppassen, zien we haar straks met de zwaluwen om het huis scheren.
De handen doen het werk. De benen volgen alleen. Ze trekt zich aan het kleed vooruit. Of zijzelf, of het kleed komt in beweging en na een tijdje heeft ze het beoogde object onder handbereik. Een speeltje bijvoorbeeld, of de stereo, want ze is dol op dingen met knopjes. Of ze wurmt zich klem onder de bank.
zondag 7 juni 2015
Marathon Amersfoort 2015 – Voortvarend voorwaarts
Nooit eerder heb ik zo lang en zo intensief getraind voor een wedstrijd. Dat is mijn eigen schuld. Doordat ik net voor Rotterdam (voor in tijd, niet in plaats) geveld werd door een hoestig griepje moest ik op zoek naar de volgende uitlaatklep voor m’n opgebouwde conditie. Oplossing: Amersfoort maar weer. Gevolg: 16 weken voorbereiding in plaats van de karige 6 weken waarmee ik vorig jaar hier aan de start verscheen. Ik voel de spanning navenant. Hoe verschillend wordt het resultaat van maximale versus minimale voorbereidingstijd?
Ik herbruik hetzelfde trainingsschema als vorig jaar. Na de noodstop voor Rotterdam stap ik halverwege opnieuw in, richting vandaag. Het tempo waarmee ik de oefeningen afwerk kan ik dus vergelijken voor de drie situaties. Het log laat zien dat ik in aanloop van Rotterdam al sneller was dan vorig jaar. Na de twee weken uitval blijk ik niet alleen een paar kilo gewicht maar ook vele seconden per minuut minder nodig te hebben. Dat schept hoge verwachtingen. Als alles meezit.
Zoals de temperatuur. Anderhalve week geleden stond er een tropisch rampscenario voor vandaag geprojecteerd. Het onheil versnelde gelukkig naar eergisteren en nou is het dik tien graden koeler. Zo snel kan onze zomer gaan. Dank, anders was elke poging tot hardlopen bij voorbaat gesmoord in vuurrode koppen en stomende slakkengang; een mottig voorjaar lang oefenen bij vijf tot tien graden is geen goede voorbereiding op een 30°+ wedstrijd. Dus nu… niet naar zee, geen Zandvoort, maar Amersfoort. Op naar een voortvarende 42k.
In Amersfoort is dat een dubbel rondje 21k, opdat de renners het stads- en landgezicht voldoende in zich kunnen opnemen. Dit jaar is een deel van het parcours verlegd van het naturel troosteloze industrieterrein naar de oever van de Eem. Voor de rest is het weideland, nieuwbouwwijken en een stukje centrum. Mooi parcours, enthousiast publiek, supervrijwilligers: een gouden combo.
De ongewenste binnendringer hierin is de koperen ploert. Mijn plan komt niet helemaal uit. 35 Kilometer lang blijf ik op tempo, maar de zon laat uiteindelijk mijn 3:30-ambitie smelten. De laatste loodjes zijn zwaar.
Er zijn ook plenty leuke dingetjes. Toch een PR gehaald. De charmes van het kleine deelnemersveld. Een startnummer dat lager is dan m'n schoenmaat links en rechts opgeteld. Een uitslag in de top 30. En nooit eerder ben ik zo goed in conditie geweest. Ik zal zeker niet gaan somberen, maar voorwaar eens even rustig genieten van het behaalde resultaat en de wedstrijddetails. Wanneer de website weer in de lucht is.
dinsdag 2 juni 2015
Compensatie
Tijdens de wedstrijd telt maar een ding: wat je voor de wedstrijd hebt uitgespookt. Al het andere; de drukte, de hitte, de hagelstenen, het gebrek aan aanmoediging – daar heeft iedereen last van. Maar je eigen voorbereiding bepaalt de eindstand: voor in het peloton of bij de volgwagen.
In de voorbereiding lijkt dat allemaal stukken minder logisch. Vandaag kan ik niet alles geven, want ik voel m’n linker knie, ben een beetje moe, zit met m’n gedachten bij m’n werk, heb tegenwind of ik moet overmorgen alweer lopen. Wat je moet ben je zelf. Het totaal van onbuigzaamheid en doorzetting telt op tot de wedstrijd. De wedstrijd is de maatstaf. De maatstaf van mezelf. Ik mag best thuis op de bank blijven hangen hoor. Maar elk stapje vooruit telt.
Daarmee ben ik nog niet de topsporter die knagend aan wereldrecords in de nachtmerries figureert van de ranke Speedies Gonzalezzen in de hoogste regionen. Niet helemaal. Of zo. Daarvoor zijn de voorwaarden niet ideaal. Ik kan alles uitleggen. Laat ik een plaatje schetsen.
Vele factoren bepalen hoe snel je over de finish komt. Sommige zijn niet te beïnvloeden, zoals leeftijd en aanleg. Een achtentwintigjarige loopt op z’n best en daarna gaat het met de dag bergop, qua snelheid. Dat scheelt me nu op een marathon al een half uur! Niks aan te doen.
Gewicht is ook belangrijk. Overgewicht dus. Elk kilo spekvet dat ik meezeul kost me twee, drie of zes minuten extra op de 42 kilometer, afhankelijk van welke bron ik raadpleeg. Dat hakt er ook nogal in; tussen mij en een beetje fotomodel zitten zo kwartieren aan ruimte. Daar is dan wel iets aan te doen, mits op tijd begonnen. Vergeet ook niet om voor de wedstrijd naar de kapper te gaan, sieraden af te doen, nagels te knippen en je neus te snuiten.
O ja, de temperatuur. Acht graden is optimaal. Als een hittegolf van 30 graden het veld grillt, kost me dat 45 minuten extra, bij 20 graden toch een kwartier. En de wind. En, en, en…
Moraal? Genoeg redenen om te verklaren dat mijn eindtijd wat minder is dan die van de echte sporters. Wanneer ik alles optel haal ik iedereen in. Allemaal compensatie voor de factoren die ik wel kan beïnvloeden. Als ik er maar op tijd mee begin.
In de voorbereiding lijkt dat allemaal stukken minder logisch. Vandaag kan ik niet alles geven, want ik voel m’n linker knie, ben een beetje moe, zit met m’n gedachten bij m’n werk, heb tegenwind of ik moet overmorgen alweer lopen. Wat je moet ben je zelf. Het totaal van onbuigzaamheid en doorzetting telt op tot de wedstrijd. De wedstrijd is de maatstaf. De maatstaf van mezelf. Ik mag best thuis op de bank blijven hangen hoor. Maar elk stapje vooruit telt.
Daarmee ben ik nog niet de topsporter die knagend aan wereldrecords in de nachtmerries figureert van de ranke Speedies Gonzalezzen in de hoogste regionen. Niet helemaal. Of zo. Daarvoor zijn de voorwaarden niet ideaal. Ik kan alles uitleggen. Laat ik een plaatje schetsen.
Vele factoren bepalen hoe snel je over de finish komt. Sommige zijn niet te beïnvloeden, zoals leeftijd en aanleg. Een achtentwintigjarige loopt op z’n best en daarna gaat het met de dag bergop, qua snelheid. Dat scheelt me nu op een marathon al een half uur! Niks aan te doen.
Gewicht is ook belangrijk. Overgewicht dus. Elk kilo spekvet dat ik meezeul kost me twee, drie of zes minuten extra op de 42 kilometer, afhankelijk van welke bron ik raadpleeg. Dat hakt er ook nogal in; tussen mij en een beetje fotomodel zitten zo kwartieren aan ruimte. Daar is dan wel iets aan te doen, mits op tijd begonnen. Vergeet ook niet om voor de wedstrijd naar de kapper te gaan, sieraden af te doen, nagels te knippen en je neus te snuiten.
O ja, de temperatuur. Acht graden is optimaal. Als een hittegolf van 30 graden het veld grillt, kost me dat 45 minuten extra, bij 20 graden toch een kwartier. En de wind. En, en, en…
Moraal? Genoeg redenen om te verklaren dat mijn eindtijd wat minder is dan die van de echte sporters. Wanneer ik alles optel haal ik iedereen in. Allemaal compensatie voor de factoren die ik wel kan beïnvloeden. Als ik er maar op tijd mee begin.
Abonneren op:
Posts (Atom)