Dit seizoen is aangekondigd als de
horrorwinter, en hier is ie dan: de Hel van 2012. Geniet er maar van. De hardloop-app
op mijn smartphone blijkt een van de eerste slachtoffers. Amper was vorige week
de vorst ingetreden, of het leek me de weg te willen wijzen door de zeer
kille maar nog volstrekt ijsloze waterwegen.
De winter veroorzaakt meer verdwazing. Het treinverkeer
stremt sneller dan jonge kaas, en de passagiers zijn terstond geen reizigers meer.
Ze grommen. Deels terecht. Nee, we willen niet een miljoen mensen aan de wisselbewaking
zoals in Rusland, en we willen ook niet anderhalf keer zoveel betalen voor ons
kaartje zoals in Zwitserland. Maar we willen wel goede communicatie, die
rekening houdt met het feit dat informatiewebsites juist worden bezocht als er iets
bijzonders aan de hand is (verrassing!). En als de treinbaas roept dat ze klaar
is voor de winter, dat dit dan niet door de eerste en enige sneeuwbui wordt
gelogenstraft.
En deels geloven we in fabeltjes. Het grote
ijswijzen neemt een aanvang. Hullie van de NS. Zullie van Prorail. Maar wullie voorziet
niet dat een dienst die al kraakt aan de naden in een mild polderklimaat, arctische
situaties niet probleemloos het hoofd kan bieden. En het maakt ons ongenietbaar.
We zijn natuurlijk ook helemaal niet gewend
aan echt winterweer, net zo min als we erop zijn toegerust. Sneeuw is iets uit
sprookjes, en van vroeger. Ja, toen ik klein was, toen had je echte winters! De
foto’s uit mijn jonge jaren bewijzen het. Ik zie alleen maar plaatjes van mezelf,
okselhoog in het sneeuwlandschap (ja, ik was klein), dik ingepakt op de slee en
krabbelend op mijn kantelende botjes op het slootje. Een fotoboek is net zo bedrieglijk
als een sprookjesboek. Alle doodgewone, saaie, druilige dagen gaven geen
aanleiding om mij te vereeuwigen. De foto’s wijzen niet naar mij, maar naar het
winterweer.
De moderne vorm van dit sprookje is de Elfstedentocht.
Elk jaar begint het rond te zingen vanaf het vallen van de blaadjes. Het is een
spannende historie, over ontbering, eer, en de overwinning van een stoere
boerenzoon. Winterkomkommers voor de media. Een overvloedige oogst, met
wekenlange verhalen over weet je nog en wat nou als. Zoals dat gaat met
sprookjes, blijft het meestal bij verhalen. Gelukkig maar, want we hebben geen
behoefte aan verklede wolven, boze stiefdochters en gelaarsde katten in de
realiteit. Elke week een Elfstedentocht zou stomvervelend zijn.
Een sprookje dat overigens niet alleen
regionale belangstelling heeft. Heel Nederland staat op z’n kop, en iedereen
lijkt wel mee te moeten doen. Waarom??? Het is wel 200 kilometer, noch bij
striemende kou of soppende dooi een sinecure. Een dwangneurose maakt zich van
ons meester. Wij zijn geboren in het land van gematigdheid en zekerheden, dus
we zullen en moeten heroïsch doen als het een keer kan. Tot op de Belgische radio
hoorde ik een interview met een rayonhoofd, aldaar aangeduid met de schone term
IJswijze. We geloven teveel in het sprookje, en we maken het te weinig mee in
de realiteit. Dus we denken dat we de mythe in het echt kunnen beleven.